Vandaag verkreeg ik van Chris, één van onze vrouwelijke lezers, een e-mailtje, die me verplichtte om in gedachten terug in 2007 te belanden...
In mei van dat jaar voelde ik me hoogstwaarschijnlijk geroepen om iets meer over mezelf op de toenmalige website van 'Seniorennet' te publiceren. Niet, om mezelf op de voorgrond te plaatsen, maar om de lezers het hoe en waarom uit te leggen waarom ik zoveel interesse in het spirituele stelde, en hoe ik in 1976 de vzw 'Psychon' opstartte. De hoofding ervan luidde: 'DIMschool: voor mensen die interesse hebben in Zelfkennis'.
Hieronder volgt dan - als 'souvenir' - een kopij van die tekst... Hoogstwaarschijnlijk zal je - net als al de senioren uit die tijd - er niets aan hebben, beste lezer, maar ikzelf wel. Hier gaan we dan...
14-05-2007 - Van harte welkom!
De titel van deze blog is 'DIMschool'. Het staat voor 'School voor Ontwikkeling van de Innerlijke Mens'. School?... Ja, want volgens mij is het ganse leven een leerschool. Wat kunnen we in dit leven allemaal leren? Wel, daar schrijf ik misschien later wel eens iets over. Maar nu...
... laat me mezelf even voorstellen. Mijn naam is Angelus, geboren te Antwerpen, en dit jaar word ik er 60. Vanaf mijn zestiende stel ik interesse in de mens, in Moeder Natuur, en in het wezen van de kosmos. Ik heb belangstelling in zowel de zichtbare als in de onzichtbare wereld. Misschien ben je daarin ook geïnteresseerd, en dan zitten we reeds vanaf het prille begin van onze kennismaking op dezelfde golflengte. Heb je suggesties, ideeën, vragen, of wat dan ook... zend ze gerust door! Laten we iets boeiends van deze blog maken – tezamen als dat kan!
17-05-2007 - Hoe het allemaal begon...
Van een ‘gelukkige jeugd’ kan ik niet meespreken - maar, het heeft me gemaakt tot de persoon die ik nu ben. Om deze reden ben ik die ‘ellendige jeugdjaren’ dan ook enorm dankbaar.
Reeds op 16-jarige leeftijd stelde ik dus interesse in het ‘mystieke’ en in de Ontwikkeling van de Innerlijke Mens. Waarom? Dat weet ik nu niet zo goed meer, maar het woordje ‘mystiek’ droeg in die tijd iets mysterieus met zich mee. Ik las veel sciencefiction verhalen, de werken van Edgar Allan Poe, comics, en zo meer. Ook sprookjes trokken me fel aan. Toen ik nog een zeer kleine dreumes was, kocht mijn moeder elke week het boekje 'Sprookjes in Beeld'. Ja, de sprookjeswereld boeide me. Vooral, als ik achter de woorden las. Ze hadden voor mij een diepere betekenis. Een vorm van een 'taal van het archetypische menselijke onderbewustzijn'.
Op een dag ontmoette ik een oudere man. Ik schatte hem rond de 70. Ikzelf was toen 23. Het gesprek draaide rond het thema Astrologie. Ik, de betweter, geloofde daar geen snars van. Hij, daarentegen, was een fervente astroloog. Natuurlijke kende ik astrologie dankzij kranten en tijdschriften: via de bladvullingen dus. Hij gaf toe dat dat waardeloze rommel was en dat het Astrologie een slechte naam toebedeelde.
Na een tijdje was hij hoogstwaarschijnlijk al dat bekvechten moe, en zei totaal onverwachts: “Wel jongeman, laten we het gesprek hierbij houden. Ik apprecieer jouw denken, want het is gebaseerd op onwetendheid. Doe jezelf een groot plezier, en leer iets grondig te bestuderen, vooraleer je het in de grond boort. Kritiek geven is gemakkelijk, dat kan elke gek en iedere onwetende mens. Opbouwen, dat is moeilijk, want dat vraagt inspanning. Een huis bouwen vraagt tijd. Een huis afbreken, gaat pijlsnel. Nogmaals: doe jezelf een plezier en maak er eens een studie van. Ik hoor dat je niet van de domsten bent. Maak een studie van de Astrologie, en als je er veel of alles van afweet, breek het dan maar gerust af..., als je dat nog wilt. Maar in dat geval breek je af, gebaseerd op kennis, gebaseerd op een weten, en niet meer op zuivere onwetendheid. Wat denk je daarvan?”
Diep in mezelf voelde ik iets opwellen, vermengd met een gevoel dat een uitdaging inhield. En, ik word graag uitgedaagd, toen ook al. Als iemand me vertelde dat ik iets niet aankon, wenste ik in de meeste gevallen voor mezelf te bewijzen dat ik het wél kon. Ondertussen ben ik ietwat wijzer geworden. Ik besef nu dat er niet veel meer te bewijzen valt, toch niet in de wereld van het spirituele: een wereld, waarin alles gewoonweg ‘is’.
In elk geval aanvaardde ik die uitdaging, en kocht boeken over Astrologie, massa’s. Daarna volgde ik cursussen Astrologie. In Antwerpen, bij de 'Braidkring'. Ik had een goede leermeester, namelijk een zekere Etienne Vandekerckhoven. Hij runde, samen met zijn broer Christian, het boekenwinkeltje ‘Madame Verrycken’ in de Wiegstraat, waarvan ik de boekhouder was. In 1976 richtte ik mijn eerste vzw op, die de naam 'Psychon' droeg. Maar dat is dan weeral een totaal ander verhaal...
Wat Astrologie betreft... Hoe meer ik me er in verdiepte, hoe meer ik tot de vaststelling kwam dat er ‘toch iets van waarheid’ in zat. Hoe konden auteurs, mensen die mij niet kenden, en waarvan de meesten ondertussen reeds lang overleden waren, een persoonlijkheidsbeschrijving van mij geven dat toch voor zo’n 70 à 80% accuraat was? Astrologie begon me meer en meer te fascineren. Het gaf een beschrijving van zowel onze talrijke persoonlijkheden, als van de innerlijke mens, diep in onszelf.
Ik heb altijd gehoopt om die man, die het zaadje van die uitdaging in mij plantte, terug tegen te komen Om hem te bedanken. Ik heb hem, spijtig genoeg, nooit meer ontmoet.
19-05-2007 - De allereerste zaadjes werden geplant...
Ik was indertijd een fervente onderzoeker van de wereld van het boven-, of buiten-normale: van het paranormale dus. In wezen ben ik altijd iemand geweest die dingen deed wat de anderen nooit deden. Ik schuwde kuddegeest. Gurdjieff zei ons duidelijk dat ‘als we tot een gewone mens willen uitgroeien, we gewone dingen moeten doen’. Willen we, anderzijds, uitgroeien tot een meer ongewone mens, dan moeten we ons met ongewone dingen bezighouden. Dat klonk indertijd logisch. Het enige wat ik toen nog moest doen, was er de nodige daden aan toevoegen. En die gingen weliswaar gepaard met inspanningen, met superinspanningen zelfs. Ik zette dan ook die woorden in daden om...
We arriveren in het jaar 1976. Na enkele jaren van intense zelfstudie, het bezoeken van verschillende verenigingen, het lezen van tientallen boeken, en het volgen van allerlei cursussen, vond ik de tijd rijp om mezelf af te scheuren, af te scheuren van de ‘rest’. Het klinkt dikke-nek-achtig, maar: feiten zijn feiten. Ik stelde evenwel nog evenveel interesse in de wereld van de menselijke geest, het trachten te begrijpen van het universum waarvan onze aarde een miniscuul klein deel van uitmaakt, van de wereld van het paranormale, et cetera. Maar, er was een ‘maar’. De meeste verenigingen die ik bezocht, waren samengesteld uit hoogvliegers, zwevers, uit lichtgelovige mensen, die alles zomaar klakkeloos aanvaardden. Zowel het bestuur als de leden. Zelfs onder de bestuursleden van de Braidkring-vereniging heerste onmin, jaloezie en haatgevoelens ten opzichte van elkaar. Zij, die zich in de spirituele wereld ‘de alternatieven’ noemden, aanschouwde ik als ‘alternaïeven’. Dit was mijn opinie van indertijd althans.
Langzaam rijpte in mezelf het idee om dan maar zélf iets op te starten. Maar, met welke centjes?... Mijn echtscheiding had me veel geld gekost, en de laatste 12 maanden vloog ik elke maand naar Engeland; telkenmale voor een dag of twee, drie. Ik vloog naar Engeland om daar elke maand Kenneth Grant te ontmoeten, die – samen met John Symmonds – de rechterhand was van een zekere Aleister Crowley, de man die zichzelf ooit het Beest 666 had genoemd. Hij was dan ook de stichter van de O.T.O. Niet dat ik in die Crowley écht interesse stelde. Oh neen! Tenslotte was hij reeds in december 1947 gestorven, een twintigtal dagen vooraleer ik werd geboren. Maar, ik had toen wel belangstelling voor de kennis die hij ons heeft gebracht; een kennis, die rondom het thema Magick draaide. Zijn hoofdmotto was: ‘Liefde is de Wet, Liefde onder Wil’. En het woordje ‘wil’ fascineerde me bijzonder. Tenslotte… ken jij iemand die over een wil beschikt? Ik bedoel Wil-met-een-hoofdletter. Niets te maken met ‘eigenwil’ dus.
Kijk… als een mens één wil heeft, dan is er maar één weg. Maar de gewone mens, met zijn 1001 ‘ikjes’ en sub-ikjes, heeft dan ook 1001 willetjes, goestingetjes, verlangens, wensen en dromen. Maar niet één Wil.
Eén wil, betekent één Weg. Twee willetjes, betekent dat men zowel naar links of naar rechts kan gaan. Bij vier willetjes, bijvoorbeeld, voelt het aan alsof er vier paarden aan onze armen en benen trekken, aan elke arm en been één, omdat we vier richtingen willen uitgaan. En, zoals ik al schreef, kunnen we er ons geen idee van vormen hoe het voelt om met 1001 kleine willetjes in onszelf rond te lopen. Toch niet bewust, want dan zouden we krankzinnig worden. De ene ‘ik’ wil dit, de andere dat, nog een andere ik wil alsmaar reizen, dan is er een ik die carrière wil maken, maar de ‘ik’ die al zijn tijd aan een of andere hobby wenst te besteden, komt in opstand. Dan is er een ‘ik’ die zalig niets wilt doen, daar waar een ‘ik’ wilt vader of moeder worden en een gezin stichten, et cetera, et cetera.
Aleister Crowley wees er ons op dat men enkel en alleen via inspanning één Ik in zichzelf kan kristalliseren. Zo niet, dan is en blijft men innerlijk verdeeld. En, Gurdjieff, wiens boeken ik op een latere datum in mijn handen kreeg, vulde dit basisdenken aan met zijn allegorie hoe een land als België er zou uitzien indien elke inwoner 15 minuten lang het land mocht regeren…
14-08-2007 - Zomerperiode 1976
Ik schreef al dat ik in mezelf het idee koesterde om dan maar iets op mezelf op te starten. Maar met welke centjes?... Plus, dacht ik: 'Ik moet een zaaltje hebben waarin ik lezingen, voordrachten en cursussen kan houden.' Dus, ging ik er naar op zoek...
'Toevallig' wandelde ik op een zonnige zomernamiddag van het jaar 1976 in de Antwerpse Carnotstraat, die uitmondde in de Turnhoutsebaan van de gemeente Borgerhout. Aangekomen op huisnummer 9 zag ik een kleine affiche op het raam van een herberg prijken. Het stak mijn ogen uit. Ik las: 'Zaal te huur'. Automatisch ging ik naar binnen.
Een man, ik schatte hem rond de zestig, verwelkomde me met een open glimlach en vroeg me wat ik wenste te drinken. Vrij snel kwam hij te horen dat ik daar was om naar het zaaltje te gaan kijken. Het was helemaal achteraan, zei hij. Ik wandelde een lange gang uit, liep voorbij de toiletten, sloeg linksaf, opende een dubbele deur, en ik belandde op mijn bestemming. Het zaaltje was een vijftal meter breed en een twintigtal meter diep. 'Prachtig!' dacht ik. Het interieur was niet hypermodern, maar het was groot genoeg om te beginnen, en het lag slechts een tiental minuten verwijderd van het Antwerpse Centraal Station.
Ik keerde op mijn stappen terug, de herberg in. Ik bestelde dan maar een koffietje en terwijl ik er op wachtte vroeg ik aan de herbergier, zijn naam was De Heel, hoeveel huur hij voor dat zaaltje vroeg.
“Dat moet je aan de nieuwe eigenaar vragen,” antwoordde hij prompt.
“Nieuwe eigenaar? Waar en wanneer kan ik die man ergens aantreffen?” was mijn tegenantwoord.
“Daar kan ik je niet op antwoorden. De zaak staat over te nemen, ik heb al enkele potentiële kandidaten over de vloer gehad, maar zolang ik geen centjes zie, is de zaak niet beklonken. Hier is je koffie. Van het huis.”
Dat was vriendelijk, maar nu wist ik nog altijd niet hoeveel huur dat zaaltje me ging kosten. Terwijl ik de papiertjes van de klontjes suiker lospeuterde, zocht ik naar de volgende vragen. Mijn hersenen werkten op volle toeren.
Toen, zonder dat ik het zelf besefte, stelde ik de domste vraag van mijn leven. :-)
“En hoe groot is de overnameprijs?” vroeg ik. Het was op dat moment effectief de domste vraag dat ik kon stellen, gewoonweg omdat ik – zoals ik reeds eerder vermeldde - als het ware platzak was.
En zijn antwoord bevestigde mijn domheid. Hij noemde een bedrag op, groot genoeg om me bijna door mijn stoel te laten zakken. Hij hield me recht. Toch gaf die innerlijke domheid van mij het niet op.
“Dat is een hoop geld,” zei Ik daarop. “Als ik het geld had, nam ik de zaak onmiddellijk van jou over.”
“Meen je dat?” antwoordde hij.
“Natuurlijk! Ik stel interesse in dat zaaltje, en de taverne wil ik er wel bijnemen,” zei ik al glimlachend, maar overtuigend.
“Wel,” antwoordde hij zonder na te denken, “als je écht geïnteresseerd bent, mag je me maandelijks afbetalen. Ik ben 68 jaar oud en voor mij is het welletjes. Genoeg is genoeg.”
“Maandelijks afbetalen? En, hoeveel voorschot wil je?”
“Geen voorschot, een afbetaling volstaat. Dat geeft me een maandelijks inkomen over de eerstvolgende jaren en dan ben ik van deze zaak verlost. Daarbij weet ik dat je me zult kunnen afbetalen, omdat de zaak goed draait. Bijna alle dagen heb ik vergaderingen, en de taverne zelf doet het ook niet slecht. Je hebt de schakersclub die elke week komt, twee politieke partijen, de ouderlingen op maandagnamiddagen, enzovoorts. Ik bedoel: je hebt jouw vast cliënteel. Deze zaak bestaat al meer dan honderd jaar, weet je, en al die tijd draagt het al dezelfde naam. Iedereen in Antwerpen kent ‘De Oude Worstenpan’.”
‘De Oude Worstenpan’… wat een naam! Maar, what’s in a name, dacht ik op dat moment. Plus, een naam is snel gewijzigd. Nochtans heb ik die naam altijd behouden – en, als ik er vandaag de dag voorbij loop, zie ik dat die taverne nog altijd zo noemt.
Ja!... Spiritualia is er speciaal voor jou; dit, dankzij enkele sponsors!
Maar, er is nog immer nood aan meerdere: niet enkel en alleen om de zware kosten van deze website te helpen dragen, maar vooral om met-ter-tijd een budget te vergaren waardoor de website naar buiten toe beter kan worden gepromoot, en dus nog een véél groter publiek zal kunnen aantrekken, inclusief meerdere interessante vrijwillige bloggers, misschien. En, sponsoren kan al vanaf 1 euro. Meer info, of interesse?.... Klik op deze link.
Indien je een zelfstandige bent, kan je jezelf via Zoek&Vind aanmelden. En jawel: als je geen behoefte hebt aan klandezie of naambekendheid kan het natuurlijk ook volledig gratis, zolang deze website blijft bestaan. Denk daarbij: "Dankzij die enkele sponsors..." :-)