In oktober 2008 dook asteroïde 2008 TC3 aan een snelheid van 12,8 km/sec. in de atmosfeer van onze planeet, om daar op een hoogte van 37 kilometer in vurige fragmenten te desintegreren. De steenklomp had, volgens het Russische persbureau Ria Novosti, een diameter van minstens twee meter. De NASA zei toen voor het eerst zo'n object tijdens de laatste fase van zijn nadering te hebben kunnen volgen. Dat er brokstukken van een asteroïde op de grond terechtkwamen, gebeurt bovendien hoogst zelden, aangezien ze normaal hoog in de atmosfeer desintegreren en opbranden.
Nochtans werden brokstukken ervan in het noordelijke Aboe Hamad gevonden en wel door twee 'toeristen': één uit Frankrijk en één uit België. Zij zijn gearresteerd, omdat zij fragmenten hadden verzameld zonder daartoe toestemming te hebben verkregen van de bevoegde Soedanese autoriteiten. Hoe de aanklacht zal luiden, is op dit ogenblik nog onduidelijk. Ook de namen werden nog niet vrijgegeven. Andere berichten spreken zelfs over twee Fransen en een Belg.
Ondertussen zijn plaatselijke wetenschappers die nieuwe brokstukken aan het onderzoeken. Anderzijds zullen de Soedanese autoriteiten natuurlijk ook liever hebben dat de brokstukken in eigen handen en museum blijven.
Brokstukken uit de ruimte kunnen waardevol zijn en ze mogen in geen enkel geval in handen van toeristen terechtkomen en dus zeker en vast niet Soedan verlaten, tenzij verkocht door de leden van de plaatselijke bevolking - want, daar kan men weinig aan doen. Die brokstukken worden dan ook veel duurder dan goud verkocht.
Eerder had aldaar men reeds zo'n 250-tal fragmenten met een totaal gewichtwaarde van 3,9 kg van die asteroïde gevonden door professor Lucy A. McFadden en zijn team, verbonden aan de Universiteit van Maryland.
Met andere woorden: die Belg en Fransman waren geen gewone toeristen en wisten zeer goed waarnaar ze op zoek waren... diep in de woestijn.