Op het internet staan talrijke, meest interessante artikels waarvan ik vermoed dat ze zelden of nooit gelezen worden. Natuurlijk kunnen we niet alles in onszelf opnemen en zijn we dus verplicht om op een selectieve manier tewerk te gaan. Maar, omdat de meeste vaste Spiritualia bezoekers mensen zijn die ietwat filosofisch zijn ingesteld, dacht ik dat de hiernavolgende tekst van de hand van een zekere Niels Cuelenaere hen zou kunnen interesseren.
Tussen haakjes: de term 'vaste bezoeker' moet je niet al te letterlijk opnemen - want, indien men geen wekelijkse nieuwsbrief ontvangt (waarop men dan automatisch en dus uit gewoonte klikken kan), vergeet men meestal het bestaan van deze website. :-)
Tevens kan de titel, zijnde: 'Presentisme in de historische avant-garde. Een reconstructie van Theo van Doesburgs poëtica' mensen afschrikken.
Natuurlijk heeft filosoferen eveneens weinig zin indien we de dingen niet in de praktijk kunnen toepassen of de waarheden ervan niet aan de realiteit kunnen toetsen. Om die reden wordt er - zoals je reeds weet - een onderscheid gemaakt tussen Weetjesmensen en Zijnsmensen.
Om wat hierna volgt beter te kunnen begrijpen - en, indien het thema jou interesseert, raad ik jou aan om de gehele tekst te lezen. Anders gezegd: wat hierna volgt is een uitnodiging daartoe. Zo staat er vanaf pagina 13 het volgende te lezen...
Simultaneïsme
Bijna even populair als Charles H. Hinton was de Russische filosoof Peter D. Ouspensky die achtereenvolgens in zijn werken The Fourth Dimension (1909) en Tertium Organum (1912) de nieuwe geometrische ontdekkingen vulgariseerde. Ouspensky was een leerling van de mysticus George Gurdjieff en heeft naar verluidt hetzelfde voor hem gedaan als Plato voor Socrates. Zo behandelde Ouspensky in zijn studies Gurdjieffs leer van de Vierde Weg. Deze filosofie wekte onder andere de belangstelling van de massa omdat zij een oplossing aanbood voor de eeuwigdurende speurtocht naar de absolute waarheid. De Vierde Weg legde namelijk de verantwoordelijkheid van de zoektocht naar het ware bij de “truth-seeker” zelf. Zo moesten de volgelingen van Gurdjieffs filosofie een prioriteit maken van het zelfstandig begrijpen en achterhalen van de naakte waarheid.
Nota: tof dat Niels Cuelenaere dit allemaal vermeldde, maar weet dat Ouspensky slechts in 1915 Gurdjieff voor het eerst ontmoette. Met andere woorden: Gurdjieff's leer beïnvloedde geenszins de inhoud van die 2 werken.
Dit betekende voor Ouspensky het imperatief om de net ontdekte vierde dimensie op filosofische wijze toe te lichten. In het elfde hoofdstuk van zijn (zelfuitgeroepen) magnum opus Tertium Organum sprak Ouspensky zijn ergernis uit over de nalatigheid van vele wetenschappers om het representatieprobleem van de vierde dimensie te overwinnen. Hij schreef hun plichtsverzuim toe aan “modern science’s myopic commitment to positivism and materialism”. Zijn uitwerking van de vierde dimensie berustte dan ook geheel op het feit dat de bekrompen intellectuele wereld blind was voor de “portentous truths [that] lay just beyond sight and hearing – perhaps hidden up in the fourth dimension”. Het was aan de filosofen om deze veelbetekenende waarheden bloot te leggen.
Ouspensky raakte als lezer van Hintons werk gefascineerd door diens optimistische pogingen om met het blote oog de vierde dimensie waar te nemen. Hinton gebruikte hiervoor veelvoudig gekleurde kubussen die hij tot een hyperkubus in elkaar knutselde. Een proefpersoon werd getraind om de verschillende kleuren te volgen wanneer de hyperkubus op denkbeeldige wijze door de driedimensionale ruimte bewoog. Dit moest de aangeleerde neiging van het brein om associatief te denken tegengaan. De hyperkubus zou zo zijn vierdimensionale totaliteit prijsgeven voor de “mental or inner eye” van de geoefende kijker. Met het proberen waarnemen van de vierde dimensie gaf Hinton vorm aan “Ouspensky’s thinking on the subject” en zijn invloed is dan ook duidelijk merkbaar in Tertium Organum.
Ouspensky vertelde namelijk in het laatstgenoemde boek het verhaal van een “stupid traveller” die van stad A naar stad B gaat. Nog voor de domme reiziger in stad B aankomt, heeft hij geen zicht meer op stad A en denkt hij dat deze niet meer bestaat, behalve dan in zijn geheugen. Maar ook stad B waar hij binnenkort zal aankomen, bestaat dan nog niet en verschijnt op magische wijze wanneer de reiziger haar op aankomst in zijn gezichtsveld krijgt. Het lot van stad A is echter ook stad B beschoren als de domme reiziger er weer vertrekt. Ouspensky meende dat dit de manier was waarop men nadacht over “things in time”. Alles ging zogezegd over in het verleden en bestond niet meer. “But what does exist?” schreef Ouspensky, “the present”.
Zowel stad A als stad B bestaan nog steeds in het heden ook al ziet de domme reiziger ze niet wanneer hij onderweg is. Ouspensky stelde dan ook dat “everything remains extended in time, despite the appearance of retreating into the oblivion of the past”. Hij riep met deze subjectieve waarneming de herinnering op aan de bol die Flatland binnendringt en voor het Vierkant slechts gedeeltelijk als een cirkel zichtbaar is. Voor dit Vierkant is de beweging van de bol in de derde dimensie een overgang van diens cirkels van toekomst naar verleden in de tweede dimensie. De voorgaande en toekomstige cirkels bestaan voor het Vierkant niet. Dit geldt ook voor de mens of domme reiziger die zich in de derde dimensie bevindt. Nietsvermoedend denkt hij dat de grenzen van het bestaan ophouden bij het zichtbare heden en maakt hij een categorisch onderscheid tussen verleden, heden en toekomst. Niets is verder van de waarheid, aldus Ouspensky.
Stel dat de bol het Vierkant in een zwevende beweging boven Flatland brengt. Dan ziet het Vierkant zijn tweedimensionale wereld en “can convince itself that it is really a plane, and not a single line”. Vroeger zag hij zijn leefgenoten (de Cirkel, de Driehoek, enzovoort) bovendien in tweedimensionaal vooraanzicht. Nu hij boven hen zweeft, kan hij via zijn nieuw verworven perspectief in hun lichamen en huizen binnenkijken. Het Vierkant kan vervolgens ook de driedimensionale bol in één oogopslag zien, terwijl hij deze voorheen slechts in afzonderlijke momenten als een oneindig aantal opeenvolgende cirkels kon waarnemen. Zo zegt Ouspensky:
"Then it [the Square] can see the past and the future, lying together and existing simultaneously. [...] We are forced to admit that the past, the present and the future do not differ in anything, one from another; there exists just one present – the Eternal Now [mijn cursief] of Hindu philosophy. But we do not perceive this, because in every given moment we experience just a little bit of that present, and this alone we count as existent, denying a real existence to everything else."
De cirkels waarvan het Vierkant dus dacht dat ze tot het verleden behoorden, bevonden zich blijkbaar gelijktijdig samen in de bol in een hogere dimensie.
De opvatting van wiskundigen en natuurwetenschappers dat driedimensionale voorwerpen zoals de kubus zich slechts ruimtelijk verderzetten in de vierde dimensie (cf. supra) was dus niet volledig juist. Ouspensky was bij de eersten om hierop te wijzen en stelde dat de vierde dimensie “was not another spatial dimension but the apparently ever-flowing stream of time”. Het eeuwige heden bevat dus zowel alle momenten uit het verleden, als deze uit het heden en de toekomst of met de woorden van Ouspensky: “Everything will exist in it always”. Reden genoeg voor Ouspensky om de vierde dimensie in spirituele termen op te vatten. Nadat Nietzsche God had doodverklaard, vond Ouspensky in zijn eigen filosofische uitwerking van de non-euclidische geometrie de legitimatie voor het bedrijven van een herboren spiritualisme. De mens functioneert dan figuurlijk gezien slechts als een atoom in het lichaam van een immense goddelijke entiteit: het Opperwezen waarbinnen alles chaotisch door elkaar loopt en dat enkel vluchtig vorm krijgt in het vergankelijke heden. In ieder geval, mocht de mens zich dus kunnen verheffen tot de vierde dimensie, zoals de gevangene die ontsnapt uit Plato’s grot, zou hij, net als Daneri dat kan in de mysterieuze Aleph van Borges, zijn hele leven en alles dat ooit was en zal zijn er onmiddellijk en simultaan in waarnemen. Borges plaatst hieromtrent volgende opmerking aan het begin van zijn kortverhaal: “ik begreep dat het onophoudelijke, onmetelijke heelal [...] zal veranderen, maar ik niet”. De waarnemer die neerkijkt op de derde dimensie vanuit een vierdimensionaal perspectief staat namelijk op gelijke voet met een onveranderlijke God. Hij ziet de tijdvloed in één oogopslag heen en weer bewegen en is, als Marinetti (cf. supra), zelf onsterfelijk.
Het probleem voor de gewone sterveling is echter, zoals ik reeds aantoonde, dat hij het eeuwige heden slechts kan vatten in “a moving series of distinct moments”. We zien deze momenten overgaan vanuit de onzichtbare toekomst in een vluchtig heden dat onmiddellijk verleden tijd wordt. Daaruit concludeerde Ouspensky:
"The time line that we imagine, then, participates in the illusion of a one-dimensional geometric line – so thin as to have no width, each point real because lines must consist of points, but ultimately unreal because lacking width points lack physical magnitude. For time to be real [...] it must be planar rather than linear, just as any “real” geometric line must be planar or two-dimensional. Extending perpendicularly from the time line, therefore, is the planar expanse of eternity, broadening events and giving them the substance or magnitude to be more than just illusory happenings. Hence, those events are eternally present."
Met andere woorden, we beelden ons de tijd in als een vooruitsnellende ééndimensionale pijl. Maar net als de kubus bestaan echte driedimensionale voorwerpen echter uit tweedimensionale bouwvlakken. In dat geval moet de tijdlijn die we ons als een pijl inbeelden vlak zijn om van “echte” tijd te kunnen spreken. Naar analogie met de voorafgaande geometrische voorstellingen stelt Ouspensky terecht dat men vanop deze echte tijdlijn, dus vanop een punt in het (driedimensionale) heden, via een loodrechte projectie van diezelfde tijdlijn het (vierdimensionale) eeuwige heden kan bereiken. Deze beschrijving blijft natuurlijk vrij vaag en is filosofisch van aard, maar ze steunt zonder meer op de non-euclidische wetenschap “at some fundamental level”.
Ouspensky’s redeneringen vonden later weerklank in Albert Einsteins werk, wiens algemene relativiteitstheorie bevestigde dat alle gebeurtenissen “are ever-present in the space-time continuum”. Einstein vond hierin spirituele troost, meer bepaald in de gedachte dat de vierde dimensie “cancels out physical disintegration and death”. Ouspensky was bovendien ook de grootste inspiratiebron van de Russische avant-garde bewegingen. Zo lag hij aan de basis van de kunstwerken van suprematist Kazimir Malevitsj die in zijn schilderijen zwevende geometrische figuren elkaar liet overlappen binnen een “andere” ruimte. In 1915 gaf Malevitsj aan één van zijn schilderijen op de futuristische expositie “0.10” de naam “Bewegung malerischer Massen in der vierten Dimension”.
Een bekend architecturaal voorbeeld waarin de invloed van Ouspensky duidelijk blijkt, is het “Monument voor de Derde Internationale” van de Rus Vladimir Tatlin die wordt gezien als “the initiator of constructivism”. Dit constructivisme ontstond na de Russische Oktoberrevolutie in 1917. Om de harten van alle Russen voor de socialistische staat te winnen, moest Tatlin in opdracht van Vladimir Lenin de revolutionaire gemoedstoestand in een bouwkundig project weerspiegelen. Tatlin begon hierop vorm te geven aan wat later gekend zou zijn als de “Tatlin-Toren”; een Russische Eiffeltoren. De gelijkenis tussen Ouspensky’s “yearning for a transcendent, timeless reality” en Tatlins verlangen naar de communistische Gouden Tijd is frappant in het uiterlijk van Tatlins “Monument voor de Derde Internationale” uit 1920 (cf. Fig. 7 – 8).
Tatlins toren knalt zichzelf loodrecht als een raket de vierde dimensie binnen. De tijd raast niet langer als een pijl recht vooruit, maar gaat eerder als een gekromde dynamische spiraal omhoog richting zijn utopisch doel: het oneindige eeuwige heden. De transparantie van de verschillende constructies in het kunstwerk wijzen onder meer op “de behoefte van inwendige en uitwendige ruimten elkander te doen doordringen”, wat overeenstemt met de simultane “extension in time and space” van alle gebeurtenissen en voorwerpen in het collectief van de drie tijdscategorieën. Dit is het simultaneïsme van het eeuwige heden of presentisme.
"Vind mensen, die in zichzelf zowel de motivatie als de aangeboren drijfveer hebben om aan hun Innerlijke Zelf te werken, en we zullen hen gidsen."
- DIMschool vzw, de énige gespecialiseerd in Zelfkennis, zijnde: het kennen van het Zelf -
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
En, voel jij je geroepen om Spiritualia te sponsoren?
Klik dan op deze link. Alvast bedankt!
Overschrijven kan ook via: IBAN: BE22 7795 9845 2547 - BIC: GKCCBEBB
- Indien je zo'n (bak)steentje bijdraagt, ook eventueel via een aankoop of een Zoek&Vind abonnement, mogen we jouw naam hieronder publiceren? Laat het ons weten! -
- Ook kan je dus in onze webshop iets aankopen, waaronder:
Archetypen vragenlijst
Kristallen schedels
Pendels
Purperen plaatjes
Wierook & Benodigdheden
Voor de 'Zoekers naar hun Innerlijke Waarheid' is er...: Eclecticus!
En, dan heb je nog ...
DIMschool biedt 10 interessante privé-sessies aan waaruit jij kan kiezen!
Dossier Zelfkennis: Over de Handleiding Pendelen van A tot Z
'Eclecticus': een korte introductie…
Meteorieten zijn hoogstwaarschijnlijk zo oud als onze planeet: eentje kopen?
Prachtige geode amethist schedel van 4 kg 340 gram zoekt een warme thuis.
Wat is jouw Archetype ? En, ken je ook die van jouw partner?
Een Cursus in Wonderen - A Course in Miracles: een introductie.
Interesse in Kabbala en de Boom des Levens?
Pssst! Jij, ja jij! Leren werken met Runen?… De handleiding is beschikbaar!