ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

Waarom tongzoenen sommige mensen elkaar?

Wanneer tongzoenen ooit bij de mens ingeburgerd geraakte, weet niemand.
door Tsenne Kikke - zaterdag 18 juli 2015 18:26

Voor zover ik weet tongzoenen dieren elkaar niet, behalve bonobo's. Indien we op het witte scherm twee mensen elkaar een tongzoen zien geven, wordt dat gedrag als een romantisch iets beschouwd. Ik heb het nu wel over een man en een vrouw, natuurlijk. Voor velen is er niets romantisch aan bij het aanschouwen hoe twee vrouwen of twee mannen elkaar tongzoenen. Het beeld dat de vrouwen oproept, kan eventueel 'sensueel' of 'prikkelend' worden genoemd, en bij het beeld van de twee mannen leunt het woordje 'vies' heel dicht bij de vertaling van vele meningen.

Aan een prostituee kan men veel dingen vragen en verwachten, behalve één ding, en dat is tongzoenen. Vraag haar naar het waarom, en ze weet het misschien niet. Laten we zeggen dat het iets instinctiefs is.

Aan mensen uitleggen dat het lichaam als het ware uit '3 verdiepingen' bestaat, dat elk 'verdiep' met een eigen 'brandstof' werkt, en dat dus de energie van de bovenverdieping drastisch verschilt van die van het middenverdiep en de benedenverdieping, heb ik reeds enkele malen geprobeerd. Zelfs als mensen zeggen dat ze 'het snappen', doen ze er niets mee. Ik bedoel: ten lijve.

Wat de bovenverdieping aangaat, zijn hoeren dan meestal ook 'veel properder' dan loopse vrouwen, die zich door elke man laten kussen, en daarbij speeksel, plus zo'n 80 miljoen bacteriën met elkaar delen, én bovendien energieën - waarover ik het zonet eventjes heb gehad - uitwisselen.

De rol van speeksel

Reeds in 2010 publiceerde ik het volgende: Mannelijk speeksel bevat namelijk meetbare hoeveelheden testosteron, het sekshormoon dat het libido beïnvloedt. De studie bewees dat romantisch kussen een adaptieve flirtstrategie is die als doelen heeft de partner te taxeren, seksuele opwinding en ontvankelijkheid op gang te brengen en een partnerrelatie te onderhouden.

Speeksel is vooral bekend vanwege zijn rol in de spijsvertering, maar daarnaast is speeksel een onderdeel van de aangeboren afweer. Als zodanig speelt het een belangrijke rol bij de bescherming van de mond tegen microbiële, chemische en mechanische aantasting. De niet-specifieke, aangeboren afweer is de eerste verdedigingslinie die direct in actie komt zodra de bacteriën het lichaam binnendringen. De betekenis van de aangeboren afweer is lange tijd onderschat, maar de laatste jaren is steeds duidelijker geworden dat dit onderdeel van zeer groot belang is voor het bestrijden van binnendringende micro-organismen.

Kussen: geen van universeel gedrag

Lang werd gedacht dat de romantisch-seksueel getinte zoen een haast universele menselijke gedragsvorm was. Eerdere schattingen deden vermoedden dat zowat 90 procent van de mensheid het deed, zo scheef Britse omroep BBC. Maar een nieuwe studie gepubliceerd in de 'American Anthropologist' weerlegde dat idee.

De onderzoekers definieerden romantisch-seksueel kussen als 'lip-aan-lip-contact dat - al dan niet - langdurig kan zijn'. De studie onderzocht romantisch zoenende partners binnen 168 verschillende culturen wereldwijd en kwam tot de vaststelling dat de gedefinieerde kus slechts bij een minderheid van 46 procent voorkwam. Verre van universeel gedrag dus.

Culturen van jagers en verzamelaars vertoonden volgens de BBC niet eens het verlangen om de partner te kussen. Sommigen vonden het zelfs 'weerzinwekkend', zoals bijvoorbeeld de Mehinaku-stam in Brazilië. En aangezien die stammen het dichtst aanleunen bij de levensstijl van onze voorouders, kan het zijn dat zij evengoed niet zoenden.

Volgens hoofdauteur van het onderzoek William Jankowiak van de Universiteit van Nevada lijkt de romantische kus veeleer een product van de westerse samenleving, overgedragen van de ene generatie op de volgende. Ook Rafael Wlodarski van de Universiteit van Oxford beweerde tegenover BBC dat het om een 'vrij recente uitvinding' gaat.

Het oudste bewijs van iets wat op zoenen lijkt, komt voor in Hindoe-teksten in het Vedisch Sanskriet meer dan 3.500 jaar geleden. Toen werd kussen omschreven als 'elkaars ziel inademen'. Maar ook toen moesten - indien het de juiste vertaling van die teksten was - de twee mensen over een persoonlijke ziel beschikken, natuurlijk. Maar, ik kan je garanderen dat die vertaling verkeerd was - of, alleszins onvolledig. Meer daarover in de rubriek 'Eclecticus'.

Daarentegen beelden Oud-Egyptische hiërogliefen dan weer mensen af die dicht bij elkaar staan, zonder dat de lippen elkaar aanraken.

Zoenen om te verzoenen

Om meer inzicht te krijgen in de oorsprong van de romantisch-seksuele kus, kan volgens de Britse omroep beter naar het dierenrijk gekeken worden.

Chimpansees durven de lippen al eens tegen elkaar drukken en knuffelen na een zeker conflict. Bij hen geldt de kus dus als een vorm van verzoening. Het komt bovendien vaker voor bij mannetjes dan bij vrouwtjes. Kortom: geen romantisch gedrag. Volgens mij is het eerder een dominant gedrag, waarbij de winnaar, of de sterkste, de verliezer, of de zwakkere, met de lippen aanraakt als een verzoenend gebaar; dit, in tegenstelling tot het bijtgedrag tijdens een ruzie.

Dan zijn er de bonobo's die nog vaker tongzoenen. Niet verwonderlijk, schreef de BBC, aangezien het erg seksuele wezens zijn: daar waar mensen elkaar begroeten met een stevige handdruk, kiest de bonobo voor seks. Dat doen ze trouwens ook in heel wat andere kennismakingssituaties. Alweer niets romantisch aan.

En dan zijn die apen nog de uitzondering, want zoenen is voorts schaars goed onder dieren. Ze kunnen hun kopjes al eens dichter bij elkaar brengen, maar speeksel delen en de lippen tegen elkaar persen, zal niet gauw gebeuren. Want, dat hoeven ze ook helemaal niet.

Feromonen

Het punt is, dat dieren geuren met feromonen afscheiden om het andere geslacht aan te trekken. Een goed ontwikkeld reukorgaan maakt het daarbij overbodig om de potentiële partner dicht te benaderen.

In vergelijking is het reukorgaan van de mens dan weer ondermaats, dus hebben wij er baat bij toch even dichter bij de ander te gaan staan. Natuurlijk speelt er meer dan geur alleen een rol bij het kiezen van een partner, toch valt het niet te onderschatten.

In 2013 onderzocht Wlodarski de voorkeur van honderden mensen op vlak van zoenen. Blijkbaar achtten velen de geur van de partner belangrijk. Naarmate vrouwen vruchtbaarder worden, is die geur van nog groter belang.

Feromonen spelen dan ook een grote rol bij de partnerkeuze onder zoogdieren, ook onder mensen. "We hebben heel wat biologische kenmerken van zoogdieren geërfd," verklaarde Wlodarski tegenover de BBC. "Wij hebben daar gewoon in de loop der tijd enkele dingen aan toegevoegd."

Cultureel aanvaardbaar snuffelen

Kussen is misschien gewoon een cultureel aanvaardbare manier geworden om uit te zoeken hoe het met die andere persoon zijn feromonen zit. "In sommige culturen evolueerde het snuffelen naar fysiek contact. Maar het is moeilijk te zeggen wanneer dat precies gebeurde. In elk geval hebben beide zaken hetzelfde doel," aldus Wlodarski.

Kortom: geen mens die een antwoord weet op de vraag waarom sommige mensen elkaar tongzoenen.

Maar, het beste antwoord op de vraag waarom mensen elkaar met de lippen zouden aanraken is: hoe dichter twee personen bij elkaar staan, hoe beter ze elkaar kunnen ruiken - of, noem het 'besnuffelen'. Net als honden, die over een veel beter reukorgaan beschikken, moeten mensen elkaar nog immer van dichtbij kunnen ruiken om uit te vinden of ze voor elkaar 'compatibel' zijn. Ik heb het alweer over een reu en een teefje, natuurlijk.

In sommige culturen groeide het besnuffelen over de eeuwen uit tot lippen die elkaar aanraakten. Om elkaar 'te proeven', misschien?

Dus, indien je nog op zoek bent naar de juiste partner kun je al dat tongkussen gewoonweg weglaten, en in de plaats daarvan jezelf specialiseren in beter ruiken. Je zult niet enkel en alleen bespaard blijven van al die oneigene en dus lichaamsvreemde bacteriën, maar je zult er eveneens voor zorgen dat mensen jou op een eigenaardige manier zullen aankijken. Bereid je dus maar al voor voor al de vreemde reacties...

Bron: Melissa Hogenboom en BBC Earth

Commentaar


Gepost op: 19/07/2015 14:26:14
God blies de levensadem in de neus (Genesis 2: 7). En er was Zijn gebod dat ‘de mens’ niet mocht eten van de vruchten van de boom van kennis van goed en kwaad die zich bevond in de tuin van Eden. Hij mocht hen zelfs niet aanraken, want dan zou ‘de mens’ sterven (Genesis 2: 16-17). Maar nergens staat er dat hij er niet mocht aan ruiken of met andere woorden: dat hij Gods levensadem niet mocht gebruiken om kennis te verkrijgen via deze vruchten. Het was de taak van ‘de mens’ om de tuin van Eden te bewerken en te beheren (Genesis 2: 15). Misschien wil dit zeggen dat ‘de mens’ de essentie, de geur of geestelijke potentie in de geschapen dingen in de tuin van Eden, moest vrijmaken en vruchtbaar en niet vergeten de vrucht hiervan terug verwijzen naar de bron, naar God. De verdrijving van ‘de mens’ uit de tuin van Eden heeft betrekking op het vergeten, het zich niet meer herinneren van de bron. Tongzoenen zou je in vele gevallen dus kunnen zien als een dalend zij-octaafje in het kosmische dalende octaaf dat betrekking heeft op ‘het eten en aanraken van de boom van kennis van goed en kwaad’. Het is ‘dàn’ een handeling waarvan Gurdjieff misschien zou zeggen dat een lagere centra werkt met hoge energie van het Sekscentrum en daardoor een verstoorde geïntensifieerde werking vertoont. En laat ons ook niet vergeten dat Gurdjieff stelt, dat het Sekscentrum in wezen de verzoenende kracht is tussen de twee lagere centra en dat deze ook als eerste actieve kracht kan optreden in de vorming van een nieuwe triade met het Emotiecentrum en het Denkcentrum. Dit laatste is gerelateerd aan de uitspraak van Jezus (zie Johannes 2: 19-22): “Jezus gaf hun ten antwoord: ‘Breek deze tempel af, en in drie dagen laat Ik hem herrijzen!’ Daarop zeiden de Joden: ‘Zesenveertig jaar is er aan deze tempel gebouwd, en U wilt hem in drie dagen laten herrijzen?’ Met dit woord doelde Jezus echter op de tempel die Hijzelf was. Toen Hij verrezen was uit de dood beseften zijn leerlingen dat Hij daarop gedoeld had, en ze geloofden in de Schrift en in het woord dat Jezus gesproken had..” Dit gegeven is uiteraard ook verbonden met ‘Het Laatste Avondmaal’. Fysiek bevindt het reukorgaan zich op de plaats waar het derde oog wordt gesitueerd. Als je perspectieflijnen trekt op ‘Het Laatste Avondmaal’ van Da Vinci, dan eindigt het verdwijnpunt in het hoofd van Jezus ter hoogte van de plaats waar het derde oog gesitueerd wordt. Het schilderij stelt een geestelijk gebeuren voor en verbeeld het vergeestelijken van de aarde. Je zou in de geest van Gurdjieff kunnen stellen dat dit vergeestelijken tegen de dalende richting van de scheppingstraal ingaat. Dit kun je ook zien in het onderbewuste gegeven dat de mens graag naar de sterrenhemel kijkt, alsof daar zijn bestemming en oorsprong ligt, en wat door de ruimtevaartwetenschap al te letterlijk (stoffelijk) wordt opgevat. Je zou kunnen stellen dat in dit onderbewuste kijken het verlangen naar het Woord van God ligt verborgen en dat de uitspraak in Johannes 1: 5 (En het licht scheen in de duisternis maar de duisternis nam het niet aan.) o.a. naar dit onderbewuste verlangen verwijst. Op blz. 41 van ‘Dialogen met Gurdjieff’ staan de volgende woorden: “G stond langzaam op en ik ging naast hem staan. Ik keek hem voor het eerst echt aan en kreeg weer tranen in mijn ogen. Ik begon te beven. G legde zijn linkerhand op mijn ‘rug’ en met de rechter gaf hij een slag op mijn ‘hart’. Onmiddellijk kwam er en grote rust over me. Hij kwam heel dichtbij en blies zachtjes zijn adem in mijn half open mond. Ik begreep: ‘Het koninkrijk bestaat. Het leeft in de adem van echte mensen.’” Gurdjieff (zie ‘Op zoek naar het wonderbaarlijke’ blz. 226-27 en ‘Gurdjieff tot zijn leerlingen’ blz. 44): “De mens is de Tritokosmos. De Microkosmos is het atoom of liever – hij hield even stil om het juiste woord te zoeken – de microbe.” “God is microbe: het systeem is hetzelfde. Het verschil ligt alleen in het aantal centra.” En Gurdjieff op blz. 231 van ‘Op zoek naar het wonderbaarlijke’: “Tijd is ademhaling – probeert u dit te begrijpen.” Er zij drie soorten voedsel en om zich hiervan ‘Bewust’ te zijn, zouden we een vorm van vasten moeten hanteren met betrekking tot deze drie soorten voedsel. Zo kunnen ademhalingsoefeningen en meditatie gezien worden als vormen van vasten m.b.t. twee vormen van voedsel. Ondanks de summiere aanwijzingen, bedoeld als aanvullingen met betrekking tot dit ‘Nieuwsbericht’ van Angelus, zitten er volgens mij toch voldoende elementen in om de geïnteresseerde lezer de essentie van dit bericht te laten ‘ruiken’ alvorens tot het proeven en het verteren van de waarheid erin over ter gaan en zo iets meer te begrijpen over het onderwerp ‘tongzoenen’. Jacobus over de macht van de tong. Broeders en zusters, laat niet zovelen onder u leraar zijn. U weet toch dat wij er alleen maar strenger om geoordeeld zullen worden. Want wij allen struikelen vele malen. Wie in zijn spreken nooit misdoet is een volmaakt mens, in staat zichzelf geheel in toom te houden. Wij hoeven een paard slechts een bit in de mond te doen om het hele dier te besturen en in de hand te hebben. Of denk aan een schip: hoe groot het ook is en al wordt het door hevige winden voortgedreven, toch wordt het door een heel klein roer gewend zoals de stuurman het wil. Ook de tong is maar een klein deel van ons lichaam, toch slaat zij een hoge toon aan. Bedenk hoe weinig vuur er nodig is om een groot bos in brand te steken. Ook de tong is een vuur, een wereld van ongerechtigheid; van onze lichaamsdelen kan alleen de tong het hele lichaam bezoedelen en ons levensrad in vlam zetten, zelf in vlam gezet door de hel. Wilde beesten, vogels, reptielen, vissen, elke diersoort wordt getemd of is al getemd door het menselijk geslacht. Maar de tong kan geen mens temmen: dat rusteloos kwaad vol dodelijk vergif. Met haar zegenen wij onze Heer en Vader, en met haar vervloeken wij de mensen, die naar Gods gelijkenis zijn geschapen. Uit dezelfde mond komen zegen en vloek. Dit mag niet zo zijn, broeders en zusters! Laat een bron soms uit dezelfde ader zoet en brak water opwellen? Draagt een vijgenboom olijven of een wijnstok vijgen? Evenmin geeft een zilte bron zoet water.

Tsenne Kikke Gepost op: 20/07/2015 18:47:49
Tsenne Kikke

In eerste instantie wilde ik ditmaal niet reageren, gewoonweg omdat - volgens mij - weinig lezers de relatie tussen jouw commentaar en het thema 'Tongzoenen' zullen inzien. Maar, omdat je er zoveel werk hebt van gemaakt, verdien je een antwoord.

Om te beginnen zou ik je aanraden om jezelf in de plaats van een lezer te stellen, die geen snars afweet van Gurdjieff's leerstellingen, en via een empathische instelling uit te maken welke woorden in relatie met het onderwerp 'Tongzoenen' kunnen worden gebracht.

Ten tweede zou ik je willen durven vragen om jouw tekst te herzien en eventueel te herschrijven, rekening houdende met dingen die jij zult kunnen begrijpen en misschien geen enkele andere lezer. Met andere woorden ...

1) Jij, als geen ander, kunt begrijpen wat met de '3 Krachten' wordt bedoeld. In gewone mensentaal kunnen ze vertaald word als de 3-1-heid, als de Trimurti, als Brahma-Vishnu-Shiva, als Actief-Passief-Neutraliserend, als Opbouwend-Afbrekend-Overbruggend, als Vader-Zoon-Heilige Geest, en zo meer, en zo meer. Allemaal benamingen om het onnoembare trachten te benoemen.

Zo begint het Scheppingsverhaal met de woorden: "In het begin schiep God de hemel en de aarde.  De aarde was woest en leeg; duisternis lag over de diepte, en de geest van God zweefde over de wateren.

Anders gezegd: we bevinden ons in de metaforische half-mechanische Wereld-3, en er is sprake van God, hemel en aarde, en de Geest van God.

En God zei: "Nu gaan Wij de mens maken, als beeld van Ons, op Ons gelijkend." Let dus op de meervoudsvorm en betrek er de 3-1-heid bij.

2) Houd rekening met de twee Adams...: met de geestelijke in het Paradijs, en met de stoffelijke, zijnde: de geestelijke, die uit dat Paradijs werd verjaagd en waarvan er geschreven staat: "En de Heer God maakte kleren van huiden voor de mens en zijn vrouw en kleedde hen ermee."

3) Het sekscentrum werkt bij de gewone mens nooit met haar eigen energie. Geen mens zit in zijn Emotiecentrum en het Formatorisch apparaat heeft geen uitstaan met het Denkcentrum. Vergeet dus: "dat deze ook als eerste actieve kracht kan optreden in de vorming van een nieuwe triade met het Emotiecentrum en het Denkcentrum" - want, geen lezer heeft daar iets aan. Ik bedoel; met betrekking tot 'Tongzoenen'.

Maar, ik ga het hierbij laten en de rest aan jouw overlaten. Doch blijf te allen tijde aan het thema denken, zijnde: 'Tongzoenen'. Of, leg bijvoorbeeld eens aan de lezers uit wat 'de macht van de tong' - oftewel: de kunst van het spreken - ermee te maken heeft...:-)


Tsenne Kikke Gepost op: 20/07/2015 18:50:06
Tsenne Kikke

Sorry; "de rest aan jouw overlaten", moest zijn: "de rest aan jou overlaten".


Gepost op: 5/08/2015 3:21:00
Ik ben mij bewust van het feit dat maar weinig mensen zullen ‘ begrijpen’ wat ik heb geschreven. Maar als ik mijn woorden zodanig moet uitdiepen dat er ‘mogelijk’ meer algemeen begrip uit ontstaat, dan ben ik bezig een artikel te schrijven in plaats van een commentaar die misschien in een werkelijk geïnteresseerde lezer iets wakker maakt waardoor hij zelf op zoek gaat en de nodige inspanning levert om iets met het aangebodene aan te vangen. Het onderwerp verklaren aan de hand van de drie fundamentele krachten, zal de meeste lezers te abstract overkomen. Zo zijn in de Bijbel de drie heilige krachten die aan al het geschapene voorafgaan inderdaad, zoals u terecht opmerkt, op een indirecte wijze voortdurend in de verhalen aanwezig, net zoals de wet van zeven. De verhouding 1:4 staat centraal in de Bijbel. De 1 staat als drie-eenheid voortdurend tegenover de 4 als symbolische uitdrukking voor het geschapene of het gematerialiseerde. We vinden deze 1:4 verhouding zelfs terug in de verhouding van ons lichaam: de duim tegenover de vier andere vingers en het hoofd tegenover de vier ledematen. Maar dit gegeven maakt voor zover ik weet geen deel uit van de wijze waarop ‘priesters’ en ‘schriftgeleerden’ die deel uitmaken van de erkende en gevestigde openbare geloofsinstituten die zich baseren op de Heilige Schrift tegen de inhoud ervan aankijken. Dat is ook de reden dat je in elke nieuwe vertaling van de Bijbel in wezen de diepere betekenis van de krachten die erachter schuilgaan niet meer terugvind omdat de opdrachtgever(s) het zelf niet meer herkent en dus ook niet meer begrijpt, waardoor het wonder dat erin verborgen ligt verloren gaat en dit bijzondere boek uiteindelijk ontaard in een soort antieke avonturenroman die voor iedereen begrijpelijk is en dus waardeloos. Maar dit aantonen in een commentaar op een ‘Nieuwsbericht’ is onbegonnen werk. Je zou dan evengoed kunnen vragen om even uit te leggen in een korte commentaar waarover Gurdjieff het heeft in zijn boek ‘Beëlzebubs verhalen aan zijn kleinzoon’, het boek dat terecht wordt gezien als de bijbel van Gurdjieff. Onbegonnen werk, zelfs voor vele mensen die tot op zekere hoogte vertrouwd zijn met zijn leer. Maar desalniettemin wil ik wel enigszins tegemoet komen aan jou vraag om verheldering voor de eventuele oprechte nieuwsgierige lezers. Maar nog beter zou zijn dat ze les volgen in zelfkennis door middel van de leer van Gurdjieff die door de ‘Dim-school’ wordt aangeboden, want als ik deze leer, die ik meer dan 13 jaar via de Dim-schoool heb gevolgd, niet tot op zekere hoogte had eigengemaakt, zou ik niet kunnen schrijven wat ik nu schrijf en zeker niet met betrekking tot de Bijbel, hoewel hierover in de boeken van Gurdjieff of in ‘op zoek naar het wonderbaarlijke’ nauwelijks ‘direct’ wordt gesproken. Wat zijn krachten? Zonder in abstracte wetenschappelijke termen te vervallen of in het voor de meeste lezers eveneens niets zeggende begrip van de ‘Drie Heilige Fundamentele krachten’ en ‘De Heilige wet zeven’ is het dus beter iets te zeggen over hoe het verborgen wezen van de scheppende krachten in ons mens zijn ervaren worden. Hierbij zal er een link worden gelegd naar het onderwerp ‘tongzoenen’ en ‘de kunst van het spreken’. ‘Kracht’ is een taalbegrip dat is ontstaan om het wezen van verandering aan te duiden. Je zou kunnen zegen dat het de scheppende wil is die achter de veranderingen schuilgaat of is schuil gegaan en in dat geval min of meer mechanisch zijn weg vervolgt. Dit verschilt van hoe de moderne wetenschap krachten definieert, want krachten zijn voor haar uitingen van mechanische atomaire en subatomaire ‘golf-deeltjes-aspecten’ die een soort virtuele kwantummechanische dans met elkaar aangaan. Van ‘wil’ is hier geen sprake. Dat komt omdat zij op dat ogenblik kijken via hun formatorisch apparaat naar wat reeds is geschapen en dit ontleden. Het is alsof je bij een schilderij kijkt naar de chemische samenstelling van de verf en de coördinaten waarop deze moleculaire verfpixels zich op het doek bevinden en zo dus voorbijgaat aan de bewuste of onderbewuste emotionele intenties die achter de materialisatie van dit schilderij schuilgaan. De wereld van dromen brengt ons dichter bij het creatieve vermogen waarop deze onderbewuste krachten in de ziel tot expressie komen via het droommedium. Als je ziet hoeveel type dromen er zijn en hoe deze in wezen allen symbolische vormen zijn van onderbewuste krachten, dan is het maar een kleine stap om tot de vaststelling te komen dat ook onze waakervaringen in wezen symbolische uitdrukkingen zijn van een onderliggend onzichtbaar krachtenspel. De term ‘realiteit’ die wordt gebruikt om ons waakbewustzijn te onderscheiden van onze droomwereld (die een volstrekte illusie zou zijn), zou wel eens heel misleidend kunnen werken. Het is niet onbetekenend dat Gurdjieff ons het volgende verteld (zie ‘Op zoek naar het wonderbaarlijke’ blz. 301): “In het besef van de onvolmaaktheid en onmacht van de gewone taal hebben mensen die objectieve kennis bezaten, getracht de idee der eenheid uit drukken in de vorm van ‘mythen’ en ‘symbolen’ en van bepaalde ‘woordformules’ die onveranderd doorgegeven, de idee van de ene school naar de andere en vaak van het ene tijdperk naar het andere hebben overgebracht. Er is al gezegd dat de hogere psychische centra werkzaam zijn in de hogere bewustzijnstoestanden van de mens – het ‘hogere gevoelscentrum’ en het ‘hogere denkcentrum’. Het doel van ‘mythen’ en ‘symbolen’ was deze hogere centra te bereiken en aan de mens ideeën over te dragen die voor zijn gewone denken ontoegankelijk zijn en deze in een zodanige vorm over te dragen dat elke mogelijkheid van verkeerde interpretatie wordt uitgesloten. ‘Mythen’ waren bestemd voor het hogere gevoelscentrum, ‘symbolen’ voor het hogere denkcentrum. Op grond hiervan zijn alle pogingen bij voorbaat tot mislukking gedoemd die beogen ‘mythen’ en ‘symbolen’ of ‘woordformules’ die de inhoud van deze ideeën samenvatten, verstandelijk te begrijpen of te verklaren.” En hiermee is de door velen gestelde vraag waarom Gurdjieff zo’n ondoorgrondelijk boek als ‘Beëlzebub verhalen aan zijn kleinzoon’ schreef , opgehelderd. In een mythe spreekt ons voornamelijk het verhalende karakter aan, net zoals in sagen en sprookjes. Het raakt onze ziel, maar niet ons verstand. Een symbool is bijvoorbeeld te vergelijken met de beeldmetafoor van ‘de boom van kennis van goed en kwaad’, ‘de toren van Babel’, ‘de ark van Noach’, enz. En in een woordformule bijvoorbeeld met de zin ‘Ik ben die ik ben’ uit Exodus 3: 14 of met de opening uit het evangelie volgens Johannes. Het is zonder meer zo, dat Gurdjieff in de hierboven vermelde uitspraak o.a. verwijst naar de wijze waarop de Hebreeuwse Bijbel is doorgeven als benaderingswijze voor het ‘woord’ van god. Kabbala betekent ‘overlevering’ en deze dient als een soort coderingswaarborg voor het correct doorgeven van de Heilige schrift. Ik haal dit alles aan om aan te tonen dat achter het begrip of het symbool ‘tongzoenen’ een wereld van informatie schuilgaat die ons gedrag bepaald zonder dat we met ons gewone verstand kunnen begrijpen hoe dit gedrag uiteindelijk is ontstaan en vanuit welke dalende functie in de scheppingstraal. De wijze waarop de stoffelijke wereld wordt waargenomen met stoffelijke zintuigen (Wereld 48 in de Gurdjieff-terminologie) schept in ons een heel beperkt wereldbeeld of stoffelijk symbool. Een slang proeft als het ware, doordat haar tong gespleten is, de richting vanuit waar bepaalde informatiemoleculen (specifieke waterstofconcentraties in de terminologie van Gurdjieff) die voor haar nuttig zijn, afkomstig zijn. Onze tong is niet gespleten, maar dit hebben we misschien opgelost doordat we de persoon willen kussen naar waar ons seksuele verlangen uitgaat. Als we als kind onze tong naar iemand uitsteken, komt onze slangaard als het ware naar buiten. Voortplanting dient een kosmisch doel en overstijgt dus de persoonlijke visie die we eventueel aan dit verlangen toekennen. Zo is de tong niet enkel een smaakorgaan voor biologisch bruikbaar voedsel, maar is zij tevens het instrument van een soort poortwachter (denk aan de Kerubs en de vlam van het wentelend zwaard om de weg naar de boom van het leven te bewaken) die erover moeten waken dat wij het juiste ‘Woord’ spreken, het ‘Woord’ dat verbonden is met ons hart, met onze wezenskern, het ‘ik ben’. Maar onze tong is als het ware een soort slang geworden die zich heeft afgewend van het goddelijke (de eenheid der dingen) en zich hierdoor wentelt in het stof der aarde en daardoor fysieke voortplanting ziet als de enige wijze om aan het hierdoor ontstane sterfelijkheidbesef te ontkomen. Het zou dus best wel eens zo kunnen zijn dat tongzoenen een middel is om onze geestelijke slaap te bevorderen en het ontwaken een halt tot te roepen. En we geven onze gespletenheid in onwetendheid door aan ons nageslacht en houden zo de erfzonde in stand. De tong werkt in dit geval als een soort zwaard dat de dualiteit woordelijk in stand houd, in tegenstelling tot het vuur van het wentelende zwaard dat dualiteit vernietigd. Er zijn drie soorten voeding, stelt Gurdjieff. Dit is in algemene termen eveneens een uitdrukking voor de wet van drie die in ons wezen actief is. Ook de tong is een instrument dat op haar eigen unieke wijze uitdrukking geeft aan de transformatie van deze drie soorten voedsel. Daarom zijn taal (wat een vorm van denken is in bepaalde symbolen), emoties en gewaarwordingen verbonden met de tong die bij de mens het middel tot expressie bij uitstek is. De gezegdes ‘dat het hart op de tong ligt’, ‘dat het is alsof er een engeltje op je tong pist’, ‘dat je over de tong bent gegaan’, ‘goed van de tongriem bent gesneden’, ‘het op het puntje van je tong ligt’, ‘je tong verloren hebt’, ‘het achterste van je tong laat zien’, ‘op je tong bijt’, ‘het venijn in je tong zit’, ‘een fluwelen tong hebt’, ‘een goede smaak bezit’, enz., zijn allen verwijzingen naar datgene dat iemands tong stuurt. Velen zullen het beeld kennen van de paus die de grond kust als hij voet zet op een ‘vreemde’ bodem. In wezen is dit een fysieke metafoor voor de heilige grond of de eenheid waaraan alle verscheidenheid ontspringt. Kussen is dus een intieme fysieke variant van het gevoel dat men één wil zijn met het andere omdat alles voortkomt uit één bron. Het duid eigenlijk op een gedegenereerde vorm die een vervormde afspiegeling is van het vergeestelijken van het aardse, van het terugverwijzen van het stoffelijke naar haar geestelijke bron. De judaskus kan dus gezien worden als een symbool voor het feit dat men het geestelijke element in zich verraad omdat men het fysieke, het stoffelijke lichaam met haar bijhorende psychische elementen, blijft zien als de bron van al het bestaande. Tongzoenen kan dus haar oorsprong vinden in een seksueel geladen droombeeld waarin deze handeling tot het smaken van de eenheid tot expressie kwam, maar waarvan de geestelijke krachten die achter deze beeldmetafoor of symbool schuilgingen niet werden begrepen en uiteindelijk in een fysieke handeling werd omgezet. Hierdoor geraakte de geestelijke mens of de verborgen wil (het ‘Ik Ben’) nog dieper in slaap en werd de tong een soort verlengde van de slang die de mens via het gesproken woord nog verder uit de tuin van eden verdreef en nog dieper in de stof deed bijten. In Genesis 3: 14-19 wordt dit als volgt verwoord: “Jahwe* God zei toen tegen de slang: omdat gij dit gedaan hebt, zijt gij vervloekt, onder alle tamme dieren en onder alle wilde beesten! Op uw buik zult ge kruipen en stof zult ge vreten, alle dagen van uw leven. Vijandschap sticht ik tussen u en de vrouw, tussen uw kroost en het hare. Het zal uw kop bedreigen en gij zijn hiel. En tot de vrouw heeft Hij gezegd: ‘zeer zwaar zal ik maken de lasten van uw zwangerschap: met pijn zult gij kinderen baren. Naar uw man zal uw begeerte uitgaan, hoewel hij over u heerst.’ En tot de man heeft Hij gezegd: omdat gij hebt geluisterd naar uw vrouw en hebt gegeten van de boom die Ik u had verboden, zal de grond vervloekt zijn omwille van u! zwoegend zult gij van hem eten, alle dagen van uw leven. Distels en doornen zal hij voortbrengen, met veldgewassen moet gij u voeden. In het zweed zult gij werken voor uw brood tot gij terugkeert naar de grond waaruit gij zijt genomen: gij zijt stof en tot stof keert gij terug.” * Dat het woord Jawhe in Genesis 2: 4b (het tweede, stoffelijke scheppingsverhaal!) wordt toegevoegd aan het woord God uit Genesis 1 (het eerste, geestelijke scheppingverhaal!) is niet zonder betekenis. Zo is ‘de mens’ in Genesis 1 een geestelijk wezen en in Genesis 2: 4b een stoffelijk wezen. Dit laatste is een symbool voor de slaap waarin Jawhe God de geestelijke mens heeft gebracht (Genesis 2: 21).

Tsenne Kikke Gepost op: 9/08/2015 19:08:55
Tsenne Kikke

Eagle

Beste Eagle, ik ben volkomen akkoord met jouw woorden: "Maar als ik mijn woorden zodanig moet uitdiepen dat er ‘mogelijk’ meer algemeen begrip uit ontstaat, dan ben ik bezig een artikel te schrijven in plaats van een commentaar die misschien in een werkelijk geïnteresseerde lezer iets wakker maakt waardoor hij zelf op zoek gaat en de nodige inspanning levert om iets met het aangebodene aan te vangen," - en, eveneens met al de rest.

- Ook kan ik jouw zinnen: "Maar dit gegeven maakt voor zover ik weet geen deel uit van de wijze waarop ‘priesters’ en ‘schriftgeleerden’ die deel uitmaken van de erkende en gevestigde openbare geloofsinstituten die zich baseren op de Heilige Schrift tegen de inhoud ervan aankijken. Dat is ook de reden dat je in elke nieuwe vertaling van de Bijbel in wezen de diepere betekenis van de krachten die erachter schuilgaan niet meer terugvind omdat de opdrachtgever(s) het zelf niet meer herkent en dus ook niet meer begrijpt, waardoor het wonder dat erin verborgen ligt verloren gaat en dit bijzondere boek uiteindelijk ontaard in een soort antieke avonturenroman die voor iedereen begrijpelijk is en dus waardeloos..."

... aanvullen met het feit dat de inhoud van zeer veel zogenaamde 'Heilige Schriften' eveneens niet voor de gewone mens zijn bestemd. Zelfs ten tijde van de Oude Egyptenaren waren het vooral de farao's en diens getrouwen, die door priesters werden opgeleid en niet de 'piramidebouwers', noch het voetvolk. Een godsdienst is in wezen enkel en alleen bestemd voor godsdienstige mensen, zijnde: mensen die het goddelijke in zichzelf dienen. Tussen haakjes: ken jij zo iemand? Akkoord: het kan ook niet, omdat mensen zelfs niet begrijpen wat het betekent. Zelfs niet als een Jezus beweerde 'dat de tempel zich in elke mens bevindt'. De woorden kennen mensen wél, maar niet de daden. Anders gezegd: mensen houden van napraten en van filosoferen, maar als ze het in de praktijk moeten brengen, geven ze meestal verstek.

Het probleem vandaag de dag is, dat mensen alles en nog wat op het internet kunnen vinden, en - omdat ze kunnen lezen en schrijven - in de veronderstelling leven dat het voor hun is bestemd, en tevens denken dat ze het kunnen 'begrijpen' en toepassen... Ook auteurs van boeken kopiëren elkaar en roepen zichzelf Eénogen uit in het Land der Blinden. Ikzelf heb dat ondertussen allemaal reeds aanvaard en ermee leren leven. Een beetje zoals een Nikola Tesla: in afzondering. :) Eigenlijk zou ik me, net als hij, met met duiven moeten bezighouden - want, waar je ze ook afzet, weten ze altijd de weg naar hun thuis terug te vinden, daar waar zeer veel mensen reeds vanaf hun beginjaren zijn ontspoort en zelfs het begin van hun weg niet kunnen vinden. :)

- Wat het thema 'tongzoenen' betreft, is al hetgeen hierna volgt enkel en alleen voor jouw ogen bestemd. Hopelijk heeft jouw brein iets aan die voeding. Maar, beloof me om er geen commentaar op te geven via deze website. Anders gezegd: indien je er iets uithaalt, hou het voor jezelf bij en geef het dus niet weg. :)

... (Oeps! Weg!?)

Nota: Beste Eagle, je hebt genoeg de tijd gehad om het te lezen. Daarom heb ik de woorden verwijderd, en ben ik nu bezig om de gehele tekst - aangevuld met extra verklaringen - in een artikel in de rubriek 'Eclecticus' over te dragen. Zeer veel dingen zijn niet voor iedereens breinen bestemd.

Grapje: indien Jezus dat ooit had gedaan, dan zou hij niet door zijn eigen Joods volk ter dood veroordeeld zijn geweest. Zelfs vandaag de dag is het als het ware gevaarlijk indien je niet aan de geloofsovertuigingen van medemensen beantwoordt.

Anders gezegd: zolang je naar 's mensens monden spreekt, hoef je niets te vrezen. Maar, o wee, indien ...

Reageer


Opgelet: momenteel ben je niet ingelogd. Om onder jouw eigen naam te posten kun je hier inloggen.

Mijn naam:
Mijn e-mail adres:
Mijn commentaar:
Verificatie:
Typ de code hierboven in:


School voor ontwikkeling van De Innerlijke Mens


Adverteer op Spiritualia
Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht