Tijdens de vakantieperiode gaan veel mensen op reis, en één van de dingen dat ze met zich meebrengen, zijn souvenirs. Je hebt er aangename en minder aangename, en één van deze laatste is de larve van de horzel. We hebben het hier dus over een parasitaire huidaandoening. In dit geval cutane myiasis, waarbij een horzellarve opgroeit in de huid van een reiziger.
Via onderstaand filmpje uit 2009, bijvoorbeeld, maakten we reeds eerder kennis met Vanessa die, samen met haar man, naar Belize was geweest. Toen ze terugkwamen, voelde ze een klein gezwel op haar schedel. De rest van het verhaal laten we aan haar over ... De beelden zijn misschien niet mooi om te zien, maar indien je ooit iemand het nodige advies wil geven, of helpen zelfs, zijn ze zeer leerrijk.
Horzels (Oestridae) zijn een familie van insecten behorende tot de orde van de tweevleugeligen, de Diptera. De bloedzuigende dazen, of steekvliegen, en de stekende hoornaars, de grootste Nederlandse wespensoort, worden in de volksmond ook vaak - maar verkeerdelijk - horzels genoemd. Horzels kunnen niet bijten of steken, ze hebben geen bewegende monddelen, en geen angel. Horzels zijn schadelijk doordat de larven parasiteren in levende dieren. Paardrijden in die landen waar de horzelsoort Dermatobia hominis voorkomt, is niet altijd aangewezen omdat de vlieg eieren legt op het paard, die dan op de mens kunnen worden getransporteerd en waarvan Vanessa getuige is geweest.
Wereldwijd bestaan er meer dan 150 verschillende soorten horzels. Maar waar het hier over gaat is de Dermatobia hominis: 'bot fly' in het Engels en 'torsalo' in het Spaans Een volwassen horzel van dat type is gemiddeld 10 à 15 mm groot en heeft een blauw-zwartachtige kleur met gele vlekken getekend op kop en poten. Deze niet-stekende horzel parasiteert in wezen van kadavers.
Terwijl het vliegt maakt het, net als een bromvlieg, zeer veel lawaai. Dit is iets ongewoons voor een parasiet - want, parasieten zou je niet mogen zien, noch horen aankomen. Maar de Dermatobia heeft daar een meer dan snuggere oplossing op gevonden, namelijk: foresie, oftewel 'gratis transport'. Foresie, het meeliften met andere dieren, is een opvallend gedrag bij bepaalde dieren en insecten. Zeg nu nog maar eens dat er in de wereld van Moeder Natuur geen bewustzijn, of intelligentie, bestaat.
Hoe en waarom maakt de horzel gebruik van foresie? Wel, de vrouwelijke Dermatobia vangt tijdens haar vlucht een mug, of een kleinere vlieg, houdt die stevig met haar poten vast, en legt twaalf tot twintig eieren op de buik van het slachtoffer. Na die kleine operatie wordt de gevangene ongedeerd terug vrijgelaten. De kleverige eitjes blijven daar hangen totdat het insect mens of dier ontmoet...
Van zodra die mug, of kleinere vlieg, op een warmbloedige gastheer landt, smelt de lijm en wordt het eitje automatisch losgelaten. Tezelfdertijd broedt dezelfde lichaamshitte het eitje tamelijk razendsnel uit. De kleine larven dringen dan zeer snel de huid binnen - ze gaan zelfs los door kledij - en beginnen aan hun bestaan van 'inwendige parasieten'. Een net uitgekomen larve heeft minder dan een half uur nodig om zich met zijn forse kaken door de huid te boren. In zeer vele gevallen gebruikt hij, logischerwijze, de muggensteekopening als toegangspoort tot het lichaam van de gastheer.
Met doornachtige uitsteeksels, zoals duidelijk te zien is op één van de allerlaatste foto's, verankert de larve zich in de huid, waardoor hij lastig te verwijderen is. Het voedt zich onderwijl met bloedelementen en necrotisch weefsel.
Het binnendringen wordt niet gevoeld en in de eerste week wordt de gastheer niets gewaar. Hooguit wat (nachtelijke) jeuk op die plaats. Als de larve niet wordt lastiggevallen, verblijft hij vijf tot tien weken in de huid. Tijdens die gehele periode zorgt het wel voor een pijnlijk onderhuids gezwel.
In zijn spitse staart zitten ademspleten. Om te ademen steekt hij dus zijn staart in de richting van de ingang van zijn verblijfplaats.
Van zodra ze volwassen zijn en ongeveer 18 à 25 mm groot, kruipen ze uit het lichaam van de gastheer, laten zich op de grond vallen, om zich aldaar verder te verpoppen. Een drietal weken later verschijnt dan de volwassen, kleurrijke horzel.
Zolang de larve in het lichaam van de gastheer blijft zitten, groeit de wonde sterker en sterker aan, totdat het zelfs pijnlijk wordt. Het begint op een furonkel te gaan lijken: er is lokale zwelling én weefseldestructie. Kenmerkend zijn de uitvloed van bloederig vocht en de ervaring dat er iets in de wond beweegt. Elke beweging kan zelfs een pijnscheut geven. Wanneer de omgevende huid rood wordt of warm aanvoelt, is er sprake van secundaire infectie, meestal met een stafylokok of streptokok crysipelas. Als er geen secundaire infectie optreedt, geneest de wonde vrij snel nadat de larve de huid heeft verlaten.
Dermatobia hominis-larven bevinden zich veelal op niet door kleding bedekte huiddelen, zoals het hoofd en extremiteiten. De therapie van myiasis bestaat uit het verwijderen van de larven uit het geparasiteerde weefsel. In het algemeen kan dit handmatig gebeuren. Het afsluiten van de ademhalingsmogelijkheid in de huid kan bijvoorbeeld met vaseline gebeuren waardoor de larve, op zoek naar zuurstof, vanzelf naar buiten kan kruipen - of, je kunt de larve ook naar buiten lokken met een stukje vlees of spek, waardoor verwijdering eenvoudiger wordt. Indien echter de larve niet gedood wordt, zal chirurgisch excisie noodzakelijk zijn.
Myiasis, of huidmadenziekte, is een ziekte die wordt veroorzaakt door de larven van een aantal soorten diptera. Myiasis is dus een ziekte veroorzaakt door bijvoorbeeld de aanwezigheid van vliegenlarven in het lichaam. Maar de eigenschap van de larven om rottend vlees op te eten, wordt anderzijds gebruikt in de zogenaamde madentherapie, een geneeskundige behandeling voor wonden die maar niet willen genezen.
Humane myiasis komt met name, maar niet uitsluitend, voor in een tropisch klimaat. Myiasis bij vee is echter een wereldwijd probleem. Er zijn er 3 vormen van myiasis te onderscheiden: (1) cutane invasie, (2) myiasis van bestaande lichaamsholten, zoals mond, oor, oogkas, anus, et cetera, en (3) darmmyiasis.
Cutane myiasis is verreweg de meest voorkomende vorm van myiasis. Vanessa kan er nog van meespreken. De volgende casus geeft ons een idee van een andere vorm van myiasis:
Verdenking bestond op urogenitale myiasis: invasie via een lichaamsholte. Meestal is er sprake van een gecontamineerd urinoir waarin vliegeneieren aanwezig zijn en is de larve ná het urineren in het toilet terecht gekomen. Er bestaan echter gevallen waarbij de larve vanuit de blaas voelbaar de urethra passeert. In het algemeen gaat het hierbij om vrouwen waarbij de urethra, of vagina, geïnfesteerd is met larven, die van daaruit de blaas in kunnen kruipen.
Voorbeeld: Een huisarts belt over een 40-jarige patiënt, die sinds enige tijd vage buikklachten heeft. Deze heeft na toiletbezoek een worm met een staartje aangetroffen in de toilet. De vraag is of men kan determineren wat voor soort worm dit is en welke therapie moet worden gegeven. Volgens afspraak wordt de 'worm' naar het laboratorium gestuurd voor determinatie (zie foto's onderaan).
De worm blijkt geen worm te zijn, maar de larve van een vlieg: niet die van de Dermatobia hominis, maar van de Eristalis tenax - zie onderstaande videoclip. In verband met de vorm heeft deze larve de naam 'rattenstaartlarve' verkregen. De genoemde rattenstaart is een adembuis die tot wel 15 cm lang kan worden. Hierdoor is leven in water mogelijk. Deze larven worden dan ook veel in verontreinigd water aangetroffen. Volgroeide larven kruipen naar een droge plek om te verpoppen tot een zweefvlieg, die in dit geval niet kan steken. Hij wordt dan ook wel 'blinde bij' genoemd. Aan de huisarts wordt de uitslag doorgegeven en gemeld dat deze larve het meest waarschijnlijk uit de omgeving komt en niet uit het lichaam van de patiënt.
Zo zie je weeral dat een mens toch hier en daar moet oppassen, nietwaar ? Men zegge het voort. O ja, zoals beloofd: de videoclips en enkele fotografische afbeeldingen - en, naast foresie bestaan er ook prachtige voorbeelden van symbiotische samenlevingen, waarvan onderaan een voorbeeldje ...