Zen, of Shin, is een onderdeel van het Mahayana boeddhisme - en, volgens de overlevering, ontstaan in India. Het zou in de 5e eeuw door Bodhidharma, een Indiase monnik zijn geïntroduceerd. Van China verpreidde het zich naar Vietnam, dan verder naar Korea en Japan, dat tegenwoordig gezien wordt als het centrum van het zenboeddhisme. De huidige Japanse scholen zijn de Soto, de Rinzai en de Obaku.
Zen legt de nadruk op zazen: een zittende meditatie als middel tot verlichting. Bij deze vorm van meditatie wordt veel aandacht aan de ademhaling besteed. Men is zich daarvan sterk bewust, men kan naar het in- en uitademen kijken, er kan ondertussen worden geteld, of men kan via de buikademhaling alle energie enkele centimeters onder de navel samenbrengen.
Tijdens het beoefenen van de meditatie zit men meestal op een speciaal daarvoor bestemd houten bankje, of op een rond, stevig kussen, ‘safu’ genoemd. De benen zijn gekruist, knieën op de grond, de rug recht en de kin lichtjes ingetrokken. Het evenwicht en de stabiliteit van het lichaam worden op een natuurlijke manier door een rustige, diepe ademhaling begeleid. De juiste houding maakt deze ademhaling mogelijk. Zonder zich te hechten aan gedachten concentreert men zich op het lichaam en de ademhaling en men is volledig aanwezig in het hier-en-nu moment. De geest is vrij en zoekt niet naar iets bijzonders.
Ook in andere disciplines, waaronder Qigong en in de oefeningen met betrekking van ‘behoud van energie’die G.I. Gurdjieff ons naliet, wordt dit op ongeveer eenzelfde manier toegepast.
Een ander belangrijk element van zen is de koan, vooral beoefend door de Japanse Rinzai school, maar anderen gebruiken het ook. Het is een soort van verhaal of dialoog, dat niet altijd via het gewone denken kan worden begrepen, omdat sommige dingen op het eerste zicht zo paradoxaal lijken. Indien de koan een vraag bevat, kan die dan ook niet met een logisch denken worden opgelost. Voor de Zen boeddhist is de koan ‘de plaats en het tijdstip en de gebeurtenis waarin waarheid zichzelf openbaart’.
Naast zazen is er een manier van mediteren waarin met zeer veel aandacht wordt gewandeld namelijk: de kinhin. Een leider-monnik loopt voorop en slaat op een gong en achter hem lopen de andere monniken, of zenbeoefenaars.
Bewustzijn, hoofd, schouders, rug, ogen en ademhaling zijn gelijk aan de zitmeditatie. De houding van de handen wijkt echter af: de linker hand wordt tot een vuist gemaakt, waarbij de duim wordt ingesloten en in het kuiltje onder het borstbeen, de plexus solaris, geplaatst. De rechter hand wordt op de linker hand geplaatst, waarbij de onderarmen parallel aan de grond blijven. Langzaam en in een voortgaande beweging loopt men met kleine stapjes. Bij iedere uitademing zet men een stap en verplaatsen het gewicht op het voorste been, waarbij de heup licht kantelt.
Organisaties gespecialiseerd in zen
- Vind nog meer organisaties gespecialiseerd in zen op Zoek&Vind.
- Jouw organisatie er nog niet tussen? Voeg ze toe op Zoek&Vind!
|