De voedingsleer is de kennis van de voedingswaarde van voeding en fysiologische, biologische en chemische processen die in de menselijke stofwisseling plaatsvinden indien het voedsel wordt opgegeten.
Stofwisseling, of metabolisme, is het geheel van biochemische processen die plaatsvinden in cellen en organismen. Er wordt gewoonlijk onderscheid gemaakt tussen de opbouw van stoffen met gebruik van energie (anabolisme) en de afbraak van complexere stoffen waarbij energie weer vrijkomt (katabolisme).
De voedingsleer onderscheidt verschillende elementaire voedingsstoffen afkomstig van dierlijke of plantaardige oorsprong: eiwitten - koolhydraten (langzame of snelle koolhydraten) - vetten (verzadigd of onverzadigd) - vitaminen - mineralen en water.
Bij voedingsleer let men niet alleen op de volledigheid van de voeding maar ook op de totale hoeveelheid energie die men in zich opneemt. Diëtisten en gewichtsconsulenten zijn speciaal opgeleid om iemands voedingspatroon onder de loep te nemen en kunnen, daar waar nodig, deskundig advies geven. In de praktijk blijkt dat deze advisering voornamelijk plaatsvindt, wanneer er sprake is van overgewicht, diabetes, of (voedsel)allergieën. Ook apothekers en artsen hebben meestal enige kennis van gezonde voeding.
Wat volledige, gezonde voeding is, hangt onder andere af van de volgende factoren: geslacht - leeftijd - dagbestedingheid (iemand in de bouw heeft meer energie nodig dan iemand op kantoor) - allergieën en gezondheidsstatus.
In Nederland kent men het hulpmiddel 'De Schijf van vijf' in de voorlichting over goede en gezonde voeding, gericht op het grote publiek. Het idee is dat uit elk van de 5 groepen van voedingsmiddelen iedere dag een keuze wordt gemaakt, en die keuzen in de maaltijd van die dag te verwerken.
De schijf van vijf
De schijf van vijf werd in 1953 geïntroduceerd door het Voorlichtingsbureau voor de voeding in Nederland - een overheidsorgaan, dat in 2000 opging in het Voedingscentrum - en was decennialang een begrip. In de loop der jaren is het evenwel in onbruik geraakt en werd in 1981 vervangen door de maaltijdschijf, en daarna in 1991 door de voedingswijzer. Deze laatste twee voorlichtingshulpmiddelen haalden het qua populariteit en nationale bekendheid echter bij lange na niet bij de aloude schijf van vijf.
Eind 2004 werd die schijf van vijf echter volledig in ere hersteld, zij het nu in een andere vorm onder de oude naam. De nieuwe schijf van vijf geeft behalve vijf groepen voedingsmiddelen, evenals vijf regels, of aanbevelingen, zijnde: Eet niet te veel en beweeg - Eet gevarieerd - Gebruik minder verzadigd vet - Eet veel groente, fruit en brood - Ga veilig met voedsel om.
Toch aanschouwen velen deze schijf van vijf als ouderwets, omdat het vooral gericht is op de Nederlander uit de jaren '50, die twee keer per dag brood at. Maar, naar het schijnt is er een nieuw model in de maak, gebaseerd op de vernieuwde richtlijnen van de Gezondheidsraad.
De maaltijdschijf
Dan hebben we nog de 'aaltijdschijf', die wereldwijd het bekendste hulpmiddel is en gebruikt wordt om ervoor te zorgen dat mensen (a) op hun dieet letten, en (b) een gezonde maaltijd eten. Het is daarbij de bedoeling dat iedere dag iets uit elke groep van de schijf gegeten wordt. De maaltijdschijf is ook erg belangrijk voor patiënten met, bijvoorbeeld, diabetes en andere soortgelijke ziekten. Diëtisten maken vaak gebruik van deze maaltijdschijf - alhoewel elke diëtist er nog eigen opinies op kan nahouden. In Nederland wordt schijf van vijf vaker als indicatiemethode gebruikt van een gezond eetpatroon. In Vlaanderen is de voedingsdriehoek gebruikelijker.
De 5 groepen van de maaltijdschijf zijn: Groenten en fruit - Graan en graanproducten - Zuivel - Vetten en oliën - Vlees en vegetatieve variaties.
De voedingsdriehoek
De voedingsdriehoek is een vooral in Vlaanderen veel gebruikt hulpmiddel voor diëtisten, gezondheidsvoorlichters, scholen, enzovoorts, om een evenwichtig samengestelde voeding uit te leggen.
De driehoek is opgebouwd als een piramide met vijf verschillende lagen. De onderste laag is de grootste in oppervlakte, dus: het belangrijkste, de top is slechts smal en daar moet men dus minder van eten, al is het een essentieel bestanddeel. De lagen zijn (van top naar basis): olie/vet - eiwitten: vlees, vis, eieren, melkproducten, vleesvervangers - groenten en fruit - zetmeel of koolhydraten: (brood, aardappels, rijst, pasta, et cetera) en drank.
In 2005 werd er (eerder symbolisch) een laag onderaan toegevoegd, namelijk: sporten en beweging nemen. Dit is geen voedsel, maar wel een essentiële voorwaarde voor gezonde voeding en levenswijze. Met lichaamsbeweging worden inspanningen bedoeld met een matige intensiteit of inspanningen waarbij je hartfrequentie stijgt, je ademhaling iets sneller gaat dan normaal en waarbij je lichtjes zweet.
De voorlichtingdiensten hanteren dus nu de 'actieve' voedingsdriehoek. Ook werden er enkele varianten gemaakt, voor specifieke doelgroepen. Voor allochtonen staan bij groenten en fruit bijvoorbeeld ook dadels en vijgen, en bij zetmeel ook couscous.
Hou er tevens mee, dat je in elke boekenwinkel tientallen diverse boeken over diëten en voedingsleer in het algemeen kunt weervinden, hetgeen jou de mogelijkheid geeft om de voeding aan jouw lichaam aan te passen.
Organisaties gespecialiseerd in voedingsleer
- Vind nog meer organisaties gespecialiseerd in voedingsleer op Zoek&Vind.
- Jouw organisatie er nog niet tussen? Voeg ze toe op Zoek&Vind!
Blogposts over voedingsleer
|