In zeer veel van mijn teksten verwijs ik naar het feit dat mensen permanent in hun verbeeldingswereld vertoeven; een wereld, die het verlengde is van de droomwereld en we het beste kennen via onze nachtelijke slaap. Ook de kunstmatige gecreëerde staat van bewustzijn, die dankzij hypnose wordt verkregen, kunnen we hierbij aanhalen.
Anders gezegd: verbeeldingswereld wordt soms dan ook op een pejoratieve manier vertaald; als een iets dat best vermeden wordt. En, omdat iemand me er deze week opmerkzaam voor maakte, daarbij het 'verwijtende' karakter benadrukte, besloot ik deze tekst samen te stellen, en te publiceren.
Ten eerste, schrijf ik niet voor iedereen, omdat ik me vooral tot hen richt die zich in het thema Zelfkennis wensen te verdiepen, zijnde: het kennen van het Zelf. Ten tweede: net zoals elk woord een zevental vertalingen kent, is de interpretatie van het woordje 'verbeelding' eveneens afhankelijk van het menstype. Anders gezegd: de verbeelding waarover een menstype-4 spreekt, is totaal onvergelijkbaar met die van menstypen-1, -2 en -3, waarin meestal een Zelf ontbreekt.
Zoals je misschien weet, moet je de inhoud van de Bijbel, de Mahabharata, of dat van eender wel boek uit de Oudheid, betrek er zelfs de mythen en de sagen bij, niet al té letterlijk nemen, en dan toch weer wél.
Ook de muurschilderingen in de Egyptische piramiden, bekeken door de ogen van een menstype-4 of -5, verkrijgen een totaal andere betekenis dan indien ze door een gewone sterveling worden aanschouwd.
Menstype-4, bijvoorbeeld, zal de woorden: 'En de geest van God zweefde over de wateren' op een totaal andere manier vertalen dan een lager menstype. Ook een architect, bijvoorbeeld, moet in zijn geest reeds een idee vormen van datgene wat hij op papier gaat uittekenen. Of dat nu een huis wordt, een fabriek of een kerk, maakt in dit geval weinig uit. Zolang je maar beseft dat het 'toekomstige' via de verbeeldingswereld tot stand kan worden gebracht.
Toch heeft 'de geest van God' een totaal andere betekenis dan 'de geest van een architect'.
Werken met verschillen
"Hoe verschillend zijn de vertalingen van de woorden 'verbeelding' en 'verbeeldingswereld' tussen de verschillende menstypen?", is een vraag waarvoor er geen antwoord bestaat. En, zelfs indien er een antwoord voor was, dan kunnen de woorden nooit worden begrepen.
Ter verduidelijking: enerzijds bestaan er wel woorden voor, teneinde erover te kunnen filosoferen - maar, zolang men ze niet voor zichzelf in de praktijk kan brengen, is al dat gefilosofeer tijdverlies, energieverlies en in wezen waardeloos.
Het voorbeeld van het gesprek tussen een aardbewoner en een marsmannetje heb ik reeds eerder aangehaald. Ter herhaling: zelfs in de veronderstelling dat je vloeiend Martiaans spreekt, is het totaal onmogelijk om aan zo'n marsmannetje uit te leggen wat een paardenstal of een hondenhok is. Om daartoe in staat te zijn moet je aan hem in de eerste plaats kunnen uitleggen wat een paard of een hond is. Hoe begin je daaraan?
Stel, dat je een inboorling uit het Amazonewoud tegenkomt, die nog nooit een blanke heeft ontmoet, en zelfs in de veronderstelling dat je zijn taal spreekt, hem tracht uit te leggen hoe een schotel biefstuk friet met mayonaise eruitziet en smaakt. Hoe doe je dat?
Hetzelfde geldt voor de woordjes 'verbeelding' en 'verbeeldingswereld'. De ene mens associeert ze met het onwerkelijke en met iets dat te schuwen valt, voor de ander houden ze scheppende krachten in. Zelfs indien een mens er een beeld van zou kunnen maken, zal de smaak ervan ontbreken.
Ook moet een mens rekening houden met het feit, dat al wat uit de zogenaamde 'hogere werelden' het brein binnentreedt op een vervormde manier zal worden vertaald, net zoals je jezelf in een lachspiegel zou bekijken. Het is alsof we de rollen omdraaien, en de Marsman beelden aan ons doorgeeft, die we met de taal trachten te vertalen waarmee we alle aardse dingen beschrijven.
Zelfs indien we de taal van de bewoner van Mars aanleren, zouden we de wereld waarin hij vertoeft niet kunnen kennen, zolang we er zelf niet gaan wonen. In die andere dimensie, bedoel ik. Gurdjieff zou het Wereld-24 noemen.
Tot besluit: desondanks het feit dat ik mezelf niet goed heb kunnen uitdrukken, kunnen we de woorden 'creatieve verbeelding' gebruiken om een brug te slaan tussen de ene vorm van verbeeldingswereld en de vele anderen.
Heb ik nu - volgens jou - de vraag: "Wat is het verschil tussen de verbeeldingswereld van de ene mens en die van een ander?" voldoende beantwoord?