Zowel honden als katten kunnen niet zuigen, omdat hun kaakspieren dat niet toelaten, en nemen vloeistoffen op met hun tong. Het zijn vooral de grotere en zwaardere honden, die meer morsen en flinke spatten op de grond achterlaten, dan hun kleinere soortgenoten.
Lange tijd werd gedacht dat honden en katten op eenzelfde manier drinken. Niets is minder waar ...
Honden smijten als het ware hun tong in de drank en de zwaardere honden nemen water op met hun ganse tong. Op het moment dat ze die tong uit het water wegtrekken, verhogen ze de snelheid op een aanzienlijke manier, waardoor er een waterkolom ontstaat, die tegelijkertijd de gehele mondholte opvult. Vandaar al dat gemors.
Katten, anderzijds, en dan ook alle katachtigen, drinken op een veel elegantere manier, door hun tong slechts in het oppervlak van de vloeistof te laten neerkomen, om die tong vervolgens snel terug naar binnen te trekken.
Camera's maken duidelijker wat de woorden trachten te omschrijven.