Elke mens wordt met de gave geboren om tot meer mens uit te groeien. Indien er veel teveel uitzonderingen zouden bestaan, dan zou dat niet al te eerlijk zijn. Wel spreek ik hier over mogelijkheden, niet over garanties. Daarom zijn zelfs de mensen, die zich 'geroepen' voelen, meestal niet in staat zichzelf te verkiezen, hoe graag ze ook zouden wensen.
Zoals je reeds weet, bestaan er diverse menstypen, en de ene mens bevindt zich in een diepere slaap dan die van een ander. Maar, indien we de woorden van Jezus "Ontslaap!", "Word wakker!" en "Ontwaak!" op een letterlijke manier zouden moeten toepassen, dan is de vraag: "Wie of wat in de mens kan ontslapen, wakker worden, en ontwaken?".
Eén van zijn vele persoonlijkheden? Of, één van de duizend-en-één ikjes? Want, nu is het ikje in een mens het verlengde van een gedachte, een ogenblik later is er een ikje vanuit een gevoel aan het woord, dan treedt er een ikje naar voren, dat via een indruk van buitenaf werd opgeroepen, om de mens ietwat daarna in het verlengde van een stukje van zijn verbeelding te doen belanden, en zo meer. Kortom: de mens, zoals hij nu is, is nooit of te nimmer één en dezelfde. Hijzelf verandert voortdurend.
Met dat soort van menstype kan men dan ook geen echte verbintenis aangaan. Vandaag tekent iets in hem een bankcheque, en de velen anderen willen er achteraf niet voor opdraaien. Zelfs een land als Griekenland is daarvan momenteel een prachtig voorbeeld.
Losstaande van het wakker worden, moet je maar eens aan een mens, die in reïncarnatie geloof hecht, of aan wedergeboorte, of aan een leven na dit leven - in een soort van hiernamaals, hel, vagevuur, hemel, of eeuwige jachtvelden, of in wat dan ook, eens vragen wie of wat er van hem overblijft na zijn overlijden. Welke van die talrijke persoonlijkheden - of, welke van die 1001 ikjes?
De toestand van de mens, die Plato zeer goed in zijn allegorie van 'De Grot' beschreven heeft, is die van Onwetendheid en Slaap. Maar het hoofdprobleem is, dat geen mens beseft dat hij slaapt, en om die reden de woorden van een Jezus nooit kan begrijpen. Tenslotte: waarom zou hij moeten ontwaken, indien hij in de veronderstelling leeft dat hij reeds wakker 'is'.
Zijn, of niet-zijn
Ook maakte ik reeds melding dat het menselijke lichaam drie voedingsbronnen nodig heeft om in leven te blijven, zijnde: eten en drinken, zuurstof en indrukken, waarvan de laatste de meest belangrijke is. Maak een mens stoned, of dronken, en zijn ware geaardheid komt aan het licht.
Maar ook muziek kan voeding zijn, om die ware geaardheid te openbaren. Een zoveelste bewijs, misschien, om in te zien hoe belangrijk de rol is van de kwaliteit van die muziek. Anderzijds moet ik toegeven, dat bepaalde menstypen nu eenmaal nood hebben aan bepaalde voeding en dus dé muziek verkiezen dat bij hun innerlijk trillingsgetal het beste past. Over geuren, kleuren en smaken valt er dus niet te redetwisten. Toch niet met de mens, die in wezen niet weet wie of wat hij is.
Zeg maar eens tegen een strontvlieg dat uitwerpselen ongezonde voeding zijn. Eentje, of twee en drie misschien wel - maar, tenslotte kunnen miljarden en miljarden van die vliegen toch niet allemaal verkeerd zijn, nietwaar?
To Be, or not to Be
Een mens is, of hij is niet. 'To be or not to be', is geen vraag, maar een antwoord op de vraag: "Wie of wat ben ik - of, zou ik willen of wensen te Zijn?". "Je bent, of je bent niet," is het antwoord.
Zoals gewoonlijk hoef je geen woord aan te nemen van al mijn geschrijf, maar wat heeft dit nu allemaal te maken met katten en honden?
Het antwoord is: veel - vooral, indien je aan de weet wenst te komen welke van beide hoger staat op de Ladder van Evolutie, en daarna jou plaats op die ladder tracht gewaar te worden.
Wat de mens betreft, die je op straat en overal anders tegenkomt, kunnen we gerust zeggen dat hij in slechts twee van de 4 beschikbare bewustzijnstoestanden leeft. Tevens kan het verschil van niveau van 'zijn' tussen de ene en de andere mens even groot zijn als het vergelijk van het bewustzijn van een kat met die van een aardappel. De ene mens is meer dan de ander met het lichaam vergroeid, de ene heeft meer controle heeft het animale deel in zichzelf dan de ander, de ene mens verkrijgt meer flitsen van bewustzijn dan een andere persoon, iets in de ene leeft nog, terwijl de andere reeds dood is, maar het niet weet, en zo meer, en zo meer.
Honden versus katten
Heb je ooit weleens zowel in de ogen van een hond als in die van een kat gekeken? Indien ja: heb je in de ogen van de hond gezien hoe dat beest als het ware hunkert om ook mens te worden? En, wat de ogen van een kat betreft: heb je er zowel de afstandelijkheid evenals de onafhankelijkheid in kunnen aflezen?
Bovendien hoeft geen mens universitaire diploma's te hebben, superintelligent te zijn, noch over een hogere vorm van bewustzijn te beschikken om alles wat hierna komt te kunnen begrijpen. Iets met die informatie aanvangen, is wél iets totaal anders, maar dat doet weinig ter zake.
- Gurdjieff vermeldde 100 jaar geleden dat, indien een mens zichzelf niet perfectioneert, 'hij als een hond zal sterven'.
- Verder gaf hij ons te kennen dat, indien je zijn meesterwerk 'Beelzebub's verhalen aan zijn kleinzoon' wenst te begrijpen, je je ervan moest bewust zijn dat hij 'de hond heel diep begraven heeft'. Weet, dat indertijd de mensen uit zijn werkgroepen de teksten van dat boek hardop voorlazen - en, van zodra Gurdjieff merkte dat één van hen er iets van begrepen had, begroef hij 'de hond veel dieper' onder de grond, teneinde de tekst nog onbegrijpelijker te maken.
- Omdat Gurdjieff meestal in het Russisch of Aramees sprak, dachten sommigen dat hij zich in het Engels had vergist en het over een 'been' of 'beenderen' had, en dus niet over een 'hond'. Weet, dat Gurdjieff zich niet had vergist.
- Natuurlijk ga ik hier nu niet alles verklappen - en, zelfs indien ik het zou doen, zou je er toch niets aan hebben. Maar een beeld kan ons ook in dit geval veel meer vertellen dan woorden.
- In 'Beelzebub's verhalen aan zijn kleinzoon' is er op bladzijde 34 voor het eerst over een hond sprake. Het is een tamelijk griezelig verhaal over het leven van een zwerfhonden, die in de netten van de hondenvanger verstrikt geraken, naar een slachthuis worden gebracht - en, indien de rechtmatige eigenaars ervan niet binnen een bepaalde tijd opdaagden en 'hun belastingen betaalden', werden de honden in ovens verbrand, waardoor vetten en andere stoffen vrijkwamen, waarvan gemeentebesturen geld konden maken. Om er zepen en meststoffen van te produceren, bijvoorbeeld.
Zo is er één straathond bij, die een teefje tegenkomt en met zijn staart begint te waggelen, totdat hij de kerkklok hoort luiden, die mensen opriep voor het morgengebed. Dit schrikt de hond af, hij loopt weg, en de reden waarom hij even daarna niet door de hondenvanger wordt gevat.
Kortom: een prachtig verhaal voor al degenen die er iets van hebben begrepen, én van de bladzijden daarna, zijnde 35 en 36.
- Hetzelfde geldt voor het voorafgaande verhaal over Karapet van Tiflis op bladzijde 33, en volgende. Hij was een stationsbeambte, en zijn taak bestond er uit om 's morgens de stoomfluit te blazen om de spoorwegarbeiders en de stationsbeamten wakker te maken. Het probleem was, dat hij daarmee ook alle bewoners van de stad uit hun slaap wekte. Het was ook Karapet die aan Gurdjieff dat verhaal vertelde over de zwerfhond.
- Alhoewel 'Beelzebub's verhalen aan zijn kleinzoon' Gurdjieff's Bijbel is, is het geen boek waarvan de inhoud door iedereen kan worden gelezen. De meeste mensen stoppen ermee vooraleer ze de vijftigste bladzijde hebben bereikt. Ook mensen, die al jarenlang aan Zelfkennis doen. Niet omdat ze niet lang school hebben gelopen - want, ik heb universitairen gekend, die niet in staat waren de allereerste hoofdstukken te begrijpen, gewoonweg omdat hun 'zijn' het niet toeliet. Weet je nog: "Zijn, of niet Zijn"? Ook dit moet je voor jezelf ervaren, vooraleer je me be-grijpt.
In ieder geval: voor die ene, die me misschien wél begrepen heeft, zal ooit inzien - dat, indien ik hem, of haar, hardop vervloek, en daarna de stoomfluit hanteer, elke stok zowel uit een wit als uit een zwart gedeelte bestaat.
Oud-Egyptische honden en katten
- Osiris, die uit de dood herrees, is een godheid uit de Egyptische mythologie: de god van de wederopstanding en vruchtbaarheid. Ook stond hij symbool voor de warmte en het licht dat door de Zon worden afgegeven. Daartegenover stond Anubis, afgebeeld als een hondachtige jakhals, een aaseter, die op elke begrafenis aanwezig was en bij de weegschaal stond tijdens 'het wegen van het hart'. Daarnaast bevonden er zich tijdens datzelfde ritueel Toth, die alles neerschreef, Ammit die altijd klaarstond om het hart naar binnen te zwelgen - en Osiris, die vanuit de hoogte het geheel overzag.
- In Hoofdstuk 19 wordt er over de 'Tweede afdaling van Beelzebub op Aarde' geschreven. Daarin wordt in eerste instantie gezegd, dat elk wezen zijn definitieve plaats tussen andere wezensvormen verkreeg. Zo zijn, bijvoorbeeld, bi-cerebrale ezels dom, omdat ze ezels zijn, en weinig verstand hebben. Net zoals vissen niet in bomen kunnen klimmen, omdat ze waterdieren zijn. De mens, daarentegen, is wat hij is - niet, omdat hij niets anders kan zijn, maar omdat hij het niet wenst ze zijn. Ik bedoel: in de ware betekenis van 'ernstig wensen'.
Zo heb ikzelf - beeldspraakkundig - zeer veel mensen gekend, die allemaal wensten om 5.000 euro of meer bij te verdienen, maar er niet voor wensten te werken. Daar bedoelde ik mee: een meerwaarde aan zichzelf gunnen.
Maar, ezels hebben dan weeral vier sterke benen, die zwaardere lasten dan mensen kunnen dragen... "Zou jij, tweebener, diezelfde lasten zover en zolang op jouw rug kunnen dragen?", was de vraag die Beelzebub stelde. "En in gelijke mate zijn alle levensvormen zonder uitzondering, van de kleinste tot de allergrootste, onmisbaar voor de harmonie van het universele bestaan," voegde Beelzebub eraan toe.
- Beelzebub vergelijkt op bladzijde 149 honden op een ongunstige manier met katten, die een geheugen hebben en zich het onrecht en de schade, die hen werd aangedaan, herinneren. Honden vergeten. Hun vergeetachtigheid met betrekking tot diep gekwetst of geslagen te zijn geweest, is gegarandeerd.
Beelzebub: "Wanneer je een hond ook maar een klein beetje verwent en hem dresseert om te doen wat je behaagt, zal hij gehoorzaam en aanhalig worden en zich zelfs voor jou vernederen. Hij zal jou overal volgen en alle mogelijk 'kunstjes' voor je doen, alleen maar om je steeds meer te behagen. Je kunt hem familiair behandelen, hem slaan, hem beledigen, hij zal er nooit kwaad om worden; hij zal zich alleen maar meer en meer voor jou vernederen. Maar probeer datzelfde maar eens te doen met een kat."
Tussen haakjes: wist je dat de krachtdieren van zeer veel mensen hondachtigen zijn?
- Verder lezen we dat katten een geheugen hebben, en vroeg of laat wraak zullen nemen. Er zijn zelfs gevallen gekend, waarbij katten naar iemands nek vlogen tijdens diens slaap. En, het verhaal wordt beëindigd met: "Wat steekt er voor kwaad in dat haar presentie ten gevolge van de verdiensten van haar voorouders deze graad van 'zelf-bewustzijn' heeft?".
Kortom: katten staan op een hoger niveau op de ontwikkelingstrap van 'zelf-bewustzijn' dan honden.
Ook in het Oude Egypte hield de hondachtige Anubis zich bezig met lijken te balsemen en met mensen naar de Onderwereld te leiden, daar waar Bast, de vruchtbaarheidsgodin, voorgesteld als een kat, tevens de godin van vreugde, dans, muziek, feest, leven en warmte was.
Maar, zo kan ik er nog meerdere hoofdstukken aan honden en katten wijden; vooral aan de honden, die in het werk van Gurdjieff door hem heel diep begraven werden. Zo diep, dat bijna niemand ze nog kan weervinden. Ik bedoel: de restanten ervan.