"The body is your temple. Keep it pure and clean for the soul to reside in."
- B.K.S. Iyengar -
Op 20 augustus jongstleden is Bellur Krishnamachar Sundararaja Iyengar, een Indiase goeroe, die in het westen yoga hielp introduceren, op 95-jarige leeftijd gestorven aan een hartfalen in de Zuid-Indiase stad Pune.
Hij schreef verscheidene boeken waarvan 'Light on Yoga', 'Light on Pranayama', 'Light on the Yoga Sutras of Patanjali', de meest bekende zijn, en legde de basis van de huidige Iyengar yogamethoden, die in meer dan 70 landen nog steeds worden onderwezen. Iyengar beweerde dat yoga op jonge leeftijd zijn leven gered heeft na aanvallen van malaria, typhus en tuberculose.
Zijn tienerjaren bracht hij door aan het hof van de maharadja van Mysore waar hij zijn spectaculaire yogaposes demonstreerde. In die dagen rijpte bij hem de idee dat yoga meer kon zijn dan enkel en alleen een medische toepassing. Volgens hem kon yoga ‘voor iedereen iets betekenen’ en was het niet enkel weggelegd voor een intellectuele en spirituele elite.
In 1952 sloeg Iyengar de handen in elkaar met violist Yehudi Menuhin, een yoga-adept van de eerste uren, en trok de wereld rond om op alle continenten yogascholen op te richten. Iyengar gaf les aan, onder andere, schrijver Aldous Huxley, designer Donna Karan en actrice Annette Bening. Ook de Belgische koningin Elisabeth behoorde tot zijn cliënteel. Toen zij 80 jaar was, leerde hij haar op haar hoofd staan. Tot vorig jaar stond hijzelf, naar het schijnt, nog een half uur per dag op zijn hoofd.
In zijn boek 'The tree of yoga' legde hij uit wat yoga eigenlijk betekent, namelijk: eenheid, van de individuele ziel met de universele geest. Maar omdat dit voor de meesten van ons te abstract is, omschrijft hij het ook wel als de eenheid tussen lichaam en geest, en tussen geest en ziel.
Volgens Iyengar is het lichaam de poort naar de ziel. Die poort moet geopend worden, en dit gebeurt niet door iets te forceren, of door in een slappe houding af te wachten, maar door met uiterste aandacht en nauwkeurigheid yoga te beoefenen. Tijdens het uitvoeren van houdingen ontstaat evenwicht, tussen links en rechts, onder en boven, achter en voren, tot in elke vezel, elke spier en elk gewricht. Er ontstaat evenwicht tussen lichaam en geest, tussen ratio en gevoel, tussen de linker- en rechterhersenhelft.
Een bekende uitspraak van Iyengar was: 'The median line is God'. Vanuit het midden, de perfecte balans, wordt het lichaam verlengd en gestrekt. Als er ergens in het lichaam wordt overstrekt, brengt dit automatisch met zich mee dat er op een andere plaats te weinig aandacht is en wordt onderstrekt. Dit is wat Iyengar 'de kunst van de precisie' noemde, het volmaakte evenwicht.
Anders gezegd: wanneer er volledige aandacht is, en dus geen verdeelde, ben je volkomen in het moment, in het midden. Maar dat gaat niet vanzelf, je zult er altijd aan moeten blijven werken. Zoals Iyengar zelf schrijft in Yoga als levenskunst: "Ik ben niet met pensioen gegaan en zal dat ook nooit doen. Ik zorg dat het innerlijke vuur altijd blijft branden."
Volgens mij is hij een duidelijk voorbeeld van menstype 3.1.1, een echte krachtpatser, die volledige controle had over zijn stoffelijke lichaam. Om Gurdjieff's woorden te gebruiken, kan ik schrijven dat een Iyengar, meer dan eender welke menstype-1 of -2, kans maakte om uit te groeien tot een menstype-4, of hoger.
Enerzijds is hij uniek, omdat hij bij de 0,01% van de mensheid behoort en dus niet tot de overige 99,99%, maar anderzijds ben jijzelf eveneens uniek, omdat er geen tweede als jij op deze planeet rondloopt. De gelijkenissen doemen dan weeral op indien we achteraf de overblijfselen met elkaar vergelijken, zijnde: de skeletten.
Geraamten..., allemaal ooit ontstaan uit de versmelting van een mannelijke zaadcel met een vrouwelijke eicel. Wonderbaarlijk, nietwaar? En, het meest wonderbaarlijke is, dat het bovenste deel onze aardkorst grotendeels bestaat uit alles wat ooit heeft geleefd, en we op die manier bijdragen aan het voeden van de Aarde - want, schreef ik reeds eerder: alles wat leeft, voedt zich met al het overige levende.
En, trek het je niet al teveel aan indien je me niet begreep.