Enkele dagen geleden heb ik voor de zoveelste maal een sterveling gelukkig gemaakt. Met stickers. Nadat ik aan de kassa van Carrefour had betaald, bood men mij de Panini-stickers aan van de Rode Duivels. "Geef ze maar aan iemand anders," zei ik, waarop de man, die achter mij stond, onmiddellijk reageerde met: "Geef ze maar aan mij!". Hij zag er rond de 45 jaar uit, roodharig, struis gebouwd, maar in het moment dat men hem die stickers overhandigde, geleek hij eerder op een jongetje die zopas zijn Eerste Communie had gedaan.
De Panini-stickers zijn al enkele maanden erg hot bij zowel jong én oud. Voor de start in april hoopte Panini België op een verkoop van zo'n 15 miljoen pakjes, maar onlangs zat men al tegen de 25 miljoen verkochte stickerzakjes...
Over de verschillende niveaus van bewustzijn heb ik het reeds meermaals gehad. Gurdjieff zei honderd jaar geleden al dat het zijnsniveau van een mens, onder andere, kan bepaald worden door te observeren aan wat hij zijn tijd en vrije tijd spendeert.
Geloof me, of niet: mensen met een hoog niveau van bewustzijn kom je - bijvoorbeeld, om maar iets te noemen - hoogstwaarschijnlijk niet op, noch rondom, een voetbalveld tegen. Hier gaat het niet enkel en alleen over wat er op dat grasveld plaatsgrijpt, maar eveneens over het aanwezige publiek dat het stadion opvult. Welke mens met een gezonde geest en lichaam gaat zich voeden met al die energieën die er tijdens zo'n match vrijkomen? Oké: soort trekt eigen soort aan - en, het merendeel van al die supporters zijn - godzijdank - lieve, brave mensen. Maar, dat lief en braaf zijn, heeft niets te maken met bewust-zijn.
Op een schaal van 0 tot 100...: heb je enig idee van het zijnsniveau van de gemiddelde voetbalspeler? 'Hoe dicht leunt hij bij het dierlijke niveau - of, hoe veraf staat hij verwijderd van 'volwaardig mens-zijn'?', is een vraag waarin het antwoord zélf besloten ligt.
Voetbalsupporters, anderzijds, identificeren zichzelf dermate heftig met het schouwspel, dat het soms lijkt alsof ze zélf in de arena staan. Vergelijk het zo'n beetje met het Oud-Romeinse gladiatorentijdperk, dat toen ook diende om het volkske te vermaken. Sterker zelfs: als hun ploeg wint, is het alsof zijzelf hebben gewonnen. Een reden temeer om te vieren dus, uit de bol te gaan, en zich te bezuipen, misschien.
Zelfs zij, die zich 'flamingant' noemen, een splitsing van België op prijs stellen, staan met toeters en bellen te supporteren voor een Belgische ploeg, waarin men met veel moeite één Vlaming kan weervinden, laat staan een Belg. Om te weten wat men met 'Belg' bedoeld, moet je wel in staat zijn om Belgisch te spreken. Anders gezegd: een onbestaande taal.
In elk geval verliezen in zo'n voetbalstadion velen zowel het hoofd als een hoop energieën. Mensen ontlasten zich aldaar als het ware - en, zoals je misschien weet, al was het maar van horen zeggen of van ergens te hebben gelezen zonder het echt te kunnen begrijpen, voedt mest al het overige levende. Je zou schatrijk worden indien je al die verspilde energieën zou kunnen opslagen, veredelen - net als de rauwe aardappel koken - en aan mensen met een hoger zijnsniveau doorverkopen. Indien je het verkocht krijgt, natuurlijk.
Tussen haakjes: In extreme termen gesproken, is zelfs het 'intellectueel zijnsniveau' van een gekookte aardappel veel, veel hoger dan die van een rauwe, of van dat van een mens.
Voetballer is al jarenlang een erkend 'beroep'. De meeste lederen voetbalstampers verdienen meer dan de chirurg die iemands leven op de operatietafel redt.
Over het stupide van die kijksport, evenals over het niveau van de menstypen die er hun brein mee voeden, en soms zelfs op een dierlijk agressieve manier tekeer gaan, heb ik het reeds meermaals gehad. Niet dat het me stoort, integendeel, en door er vanop een afstand naar te kijken, doe ik mezelf geen kwaad aan.
Sporten, zoals voetbal, boksen en vele andere, kweken nu eenmaal agressieve menstypen. Welke woorden men ook gebruikt om die dingen goed te praten, of zichzelf erdoor te rechtvaardigen, ze ontkrachten de bittere waarheid. Uiterlijk zien die mensen er menselijk uit, maar achter de vele maskers schuilt het veel diepere instinctieve animale, eigen aan hun essentie. Het ongetemde, dat zo nu en dan eens naar boven komt.
O ja, ook deze menstypen spreken weleens over een bewustzijn, over een ziel en over een geest, enzovoorts, maar als men hen vraagt wat het verschil tussen deze drie is," dan verkrijgen we honderden verschillende antwoorden. Antwoorden, gebaseerd op hun overtuigingen, die ze ooit ergens van iemand hebben opgedaan. Uit boeken misschien, of ooit ergens gehoord, en dan nog daterend uit de tijd toen ze nog heel klein waren. Om eerlijk te zijn: niemand kent het antwoord op de zonet gestelde vraag, al denkt men van wel. De kennis waarover mensen beschikken, is 'geleende kennis' en de ene zijn waarheid is even goed als de andere zijn waarheid. En ieder op zich weet het veel beter dan al de anderen.
Waarheden zijn in wezen vergelijkbaar met godsdiensten - of, in dit geval: met voetbalploegen, bijvoorbeeld. En elke voetbalploeg heeft zo zijn eigen aanhangers, zijn eigen fans. Natuurlijk zijn er ook mensen die geen interesse stellen in voetbal, of in sport in het algemeen. Om die reden kunnen we aannemen dat er mensen zijn die geen enkel geloof, of bijgeloof, willen aanhangen.
Oriana Fallaci, bijvoorbeeld, schreef in haar boek ‘De kracht van de rede’ het volgende:
"Plato beweert dat er altijd oorlog zal blijven bestaan, omdat oorlog voortkomt uit menselijke emoties. Dat men zich er niet aan kan onttrekken, omdat het diep in de menselijke aard geworteld zit, in onze neiging tot woede en arrogantie, in onze wil om aanzien te hebben, te overheersen en zelfs oppermachtig te zijn. En hij heeft zonder twijfel gelijk. Als je er goed over nadenkt, bestaat alles wat we doen uit oorlogsdaden. Iedere dagelijkse handeling is een vorm van oorlog die we tegen iets of iemand voeren. Rivaliteit op het werk en in de politiek is een vorm van oorlog. De verkiezingsstrijd is een vorm van oorlog. Competitie in al haar facetten is een vorm van oorlog.
Sportwedstrijden zijn een vorm van oorlog. En sommige sporten zijn ook echt een oorlog. Met inbegrip van voetbal, dat ik nooit leuk gevonden heb, omdat de aanblik van die 22 jongens, die de bal van elkaar afpikken en zich daarbij pijn doen met ellebogen, trappen en schoppen tegen hun scheenbeen, me echt tegen de borst stuit. En praat me niet van boksen, of nog erger, worstelen. Het schouwspel van twee mannen die elkaar aftuigen, elkaars neus en mond tot moes slaan, die elkaar armen en benen ontwrichten en elkaar de nek omdraaien, vervult me met afschuw."
Het enige wat we kunnen 'doen' is: ofwel er niet naar kijken - oftewel naar kijken, maar dan afstandelijk. Anders gezegd: zonder ons ermee te identificeren. Maar, is dat wel mogelijk?