Anderhalf jaar geleden hadden speleologen in het Waalse Sprimont, nabij Luik, een immens en uniek grottencomplex ontdekt. De ontdekking werd geheim gehouden om eerst alle administratieve verwikkelingen af te handelen, vooral met de uitbaters van de steengroeve. Tot nu hebben ze al meer dan 3.000 meter aan galerijen blootgelegd, met prachtige en grote zalen. De grootste is 30 meter lang, 20 meter breed en 15 meter hoog. Er loopt ook een rivier van ruim zes kilometer lang door.
De ontdekkers, Albert Dubois en Albert Briffoz, twee speleologen van respectievelijk 70 en 73 jaar oud, gaven de grot de naam 'Noû Bleû'. Op een bepaald moment stootten ze op een put van ruim 8 meter diep. Ze namen het besluit om daarin af te dalen, en zo kwamen ze oog in oog te staan met die ondergrondse rivier en met dat gigantische grottencomplex.
Volgens de speleologen en onderzoekers van de Universiteit van Luik gaat het om een 'erg belangrijke ontdekking'. “De zalen en galerijen bevatten veel en waardevolle informatie, uniek voor die streek. Bovendien zijn ze doorheen de tijd ook erg goed bewaard gebleven,” luidde het. Maar het huidige probleem is de toegankelijkheid. Volgens de burgemeester van Sprimont is een toeristische exploitatie “mogelijk, maar niet gemakkelijk op om poten te zetten”. Bovendien ligt de grot op privéterrein, wat een eventuele exploitatie nog complexer maakt.