Vooraleer je aan jezelf de vraag "Wie ben ik?" stelt, doe je er goed aan om voorafgaand met enkele zaken rekening te houden, beginnende met het besef dat je het product bent van jouw eigen gedachten. Gautama Boeddha zei: "De mens is wat hij denkt, omdat hij is geworden wat hij heeft gedacht".
Jouw leven begon in de moederschoot en tijdens dat verblijf van 9 maanden deelde je totaal onbewust, laten we zeggen: de emotionele gedachten van jouw moeder. Dus, buiten de genetische factoren, kreeg je bij de geboorte zoveel extra zaken mee, dat je in wezen geen tabula rasa was, integendeel.
Elk woord dat je nu kent, vind je in iedere woordenboek terug, en vanaf jouw prille kinderjaren heb je in wezen niets anders gedaan dan woordjes kopiëren, en heb je de gedachtegangen evenals geloofsovertuigingen van anderen overgenomen. Het zijn dus allemaal 'geleende zaken' waarvan jij nu denkt - of, vast van overtuigd bent - dat ze van jou zijn.
Gedachten staan niet op zichzelf. Een gedachtentros kunt je gemakkelijk vergelijken met een druiventros. Elke gedachte leidt altijd tot een andere, die op zijn beurt weer tot een andere leidt. Na verloop van tijd blijkt dat het leven van elke mens onvermijdelijk het product is van alles wat hij ooit heeft gedacht.
De mens stelt zichzelf altijd de vraag wie of wat hij is. In feite is datgene wat hij is - of denkt te zijn - voortdurend aan verandering onderhevig. Anders gezegd: indien een mens is wat hij denkt, dan is hij nonstop aan verandering onderhevig; dit, als gevolg van zijn fluctuerende gedachten. Nu is hij deze, enkele momenten later een totaal ander iemand.
Bovendien is hij dermate met zijn gedachten, maar ook met zijn gevoelens vergroeid, dat hij die gedachte of gevoel is. Indien hij zegt "ik heb dorst, ik ben boos, jaloers, of wat dan ook", dan is dat hetgene wat hij op dat ogenblik is. En, als hij een bepaalde overtuiging, of gedachtepatroon, jarenlang blijft aanhouden, dan wordt hij in wezen datgene wat hij denkt te zijn.
"Zolang een mens geen duurzame en enkelvoudige 'Ik' heeft, kan hij zichzelf nooit kennen; een kennen, in de ware betekenis van het woord. Zijn huidige 'ik' verandert dus even snel als zijn gedachten, zijn gevoelens en zijn stemmingen, en de mens maakt de kapitale fout wanneer hij zichzelf altijd als één en dezelfde persoon beschouwt. In werkelijkheid is hij altijd iemand anders, nooit degene die hij een ogenblik tevoren was," beweerde Gurdjieff in 1916, en vervolgde met:
"De mens heeft geen duurzaam en onveranderlijk 'Ik'. Iedere gedachte, iedere stemming, iedere wens, iedere gewaarwording zegt 'Ik'. En in elk van deze gevallen schijnt het als vanzelfsprekend te worden aangenomen dat dit 'ik' het Geheel, de ganse mens, toebehoort en dat een gedachte, een wens of een afkeer de uitdrukking is van dit Geheel. In werkelijkheid bestaat er niet de minste grond voor deze veronderstelling.
Iedere gedachte en iedere wens van de mens verschijnt en leeft geheel los en onafhankelijk van het Geheel. Het Geheel drukt zichzelf nooit uit, om de eenvoudige reden dat het als zodanig niet bestaat, behalve stoffelijk als een ding en abstract als een begrip. De mens heeft geen individueel 'Ik'.
In plaats daarvan zijn er honderden en duizenden op zichzelf staande kleine 'ikken' die elkaar meestal in het geheel niet kennen, nooit met elkaar in contact komen, of integendeel elkaar vijandig gezind zijn, elkaar wederkerig uitsluiten en onverenigbaar zijn. Iedere minuut, ieder ogenblik zegt of denkt de mens 'Ik'. En iedere keer is zijn 'ik' iets anders. Nu eens is het een gedachte, dan een wens, vervolgens een gewaarwording, opnieuw een gedachte, enzovoorts, tot in het oneindige. De mens is een veelheid. Zijn naam is legio.
De afwisseling van 'ikken', hun voortdurende klaarblijkelijke strijd om de oppermacht, wordt beheerst door toevallige uiterlijke invloeden. Warmte, zonneschijn, mooi weer, roepen onmiddellijk een hele groep van 'ikken' op; koude, mist, regen, een andere groep 'ikken', andere associaties, andere gevoelens en andere handelingen. Niets in de mens is bij machte deze verandering van 'ikken' te beheersen, voornamelijk omdat de mens er zich geen rekenschap van geeft of er geen idee van heeft; hij leeft altijd in het laatste 'ik'.
Sommige 'ikken' zijn natuurlijk sterker dan andere. Maar dit komt niet door hun eigen bewuste kracht; zij zijn geschapen door de kracht van toevalligheden of door mechanische uiterlijke prikkels. Opvoeding, nabootsing, lectuur, de hypnose van godsdienst, kaste en tradities, of de magische aantrekkingskracht van de nieuwste leuzen scheppen heel krachtige 'ikken' in de persoonlijkheid van de mens die hele reeksen van andere zwakkere 'ikken' beheersen. Maar hun kracht is enkel de kracht van de 'rollen' in de centra. En alle 'ikken' waaruit iemands persoonlijkheid is opgebouwd hebben dezelfde oorsprong als deze 'rollen': zij zijn beide het resultaat van invloeden van buitenaf; en beide worden in beweging gezet en beheerst door nieuwe invloeden van buitenaf.
De mens heeft geen individualiteit. Hij heeft geen enkelvoudig, groot 'Ik'. Hij is verdeeld in een veelheid van kleine 'ikken'.
En elke afzonderlijke kleine 'ik' kan zichzelf bij de naam van het Geheel noemen, handelen in naam van het Geheel, instemmen of afwijzen, beloften doen en besluiten nemen waarmee een ander 'ik' of het Geheel te maken zal krijgen.
Dat verklaart waarom mensen zo vaak besluiten nemen en ze zo zelden uitvoeren. Iemand besluit vanaf de volgende dag vroeg op te staan. Een 'ik' of een groep 'ikken' neemt dit besluit. Maar opstaan behoort tot het domein van een ander 'ik' dat het er volslagen oneens mee is en misschien zelfs helemaal niets van het besluit af weet. Natuurlijk blijft de man de volgende morgen doorslapen en 's avonds zal hij opnieuw besluiten vroeg op te staan.
In sommige gevallen kan dit heel onaangename gevolgen voor iemand hebben. Een klein toevallig 'ik' kan op een gegeven ogenblik iets beloven, niet aan zichzelf, maar aan iemand anders, louter uit ijdelheid of voor de grap. Dan verdwijnt het. Maar de mens, dat wil zeggen het hele samenstel van andere 'ikken' die er volkomen onschuldig aan zijn, moet misschien zijn ganse leven voor deze grap betalen. Het is de tragedie van de mens dat ieder klein 'ik' het recht heeft cheques te tekenen en wissels te trekken, en dat de mens, dat wil zeggen het Geheel, ze moet honoreren. 's Mensen hele leven bestaat soms uit het inlossen van de schuldbekentenissen van kleine, toevallige 'ikken'."
Tot besluit: indien je de kernwoorden, die in jouw horoscoop geheel onderaan staan, overleest, verkrijg je een idee van de talrijke 'ikjes', die zo nu en dan eens over jouw lichaam regeren; dit, afhankelijk van de omgeving waarin je je bevindt - en, van de prikkels die je op dat moment verkrijgt, waarop je dan onvermijdelijk geheel spontaan op een automatische manier reageert. Maar vergeet niet jouw geboorte-uur in te vullen - en, indien je het niet weet, vul dan op z'n minst 12:00 uur in.
Je bent dus degene die je denkt dat je bent. Breng heilzame wijzigingen aan jouw denken aan en je wordt degene die je graag wenst te worden. Maar, indien je rekening houdt met de gegevens die je uit jouw horoscoop haalt, kunt je werk maken van jouw essentiële Zelf. 'Bijschaven', kan het worden genoemd. Plan je leven, en beleef dan jouw plan.