We horen, noch lezen we het niet graag, maar ook onze dokter is maar een doodgewone mens. Jazeker, zelfs artsen kunnen zowel ziek als verslaafd worden aan drank. Het klinkt logisch, maar de meeste artsen realiseren zich dat pas echt als het zover is - en, zelfs dan nog niet altijd....
Bovendien bracht onderzoek eind vorig jaar aan het licht dat vijf procent van de ziekenhuisartsen met een burnout te kampen heeft. Meer nog: maar liefst één arts op vijf is goed op weg er één te krijgen - en, op de lijst met de belangrijkste risicogroepen voor zelfdoding staat slechts één beroepscategorie: de (huis)artsen.
"We zien onze dokter als een of andere alleswetende God, maar achter de schermen zijn ook zij vaak slachtoffer van psychische problemen en verslavingen. Vooral oudere artsen en vrouwelijke chirurgen blijken enorm vatbaar voor verslavingen te zijn," zo meent dokter Geert Dom, professor in de verslavingspsychiatrie aan de Universiteit Antwerpen.
‘De kanariepietjes van de maatschappij,’ noemt psychiater Andy De Witte het dokterscohort waartoe hij zelf behoort. ‘De toenemende druk is een breed maatschappelijk fenomeen, maar als wij, artsen, van ons stokje vallen, is er echt iets aan de hand – ook al denken we zelf vaak dat we immuun zijn.’ Samen met een aantal andere hulpverleners richtte De Witte daarom Doctors4doctors op: een aanspreekpunt voor artsen in nood.
"We merkten in ons onderzoek een duidelijk leeftijdseffect: vanaf 55 jaar is er een opmerkelijk verschil met de jongere dokters, die kennelijk bewuster omgaan met alcohol dan hun oudere collega's. Verder viel vooral op dat het drinkgedrag van de vrouwelijke artsen richting de mannelijke cijfers opschuift: 15 procent van de ondervraagde vrouwelijke specialisten vertoont risicovol drinkgedrag. Dat cijfer ligt veel hoger dan bij de algemene bevolking: we schatten dat 6% van de Belgische vrouwen risicovol drinkt. En ook daar zien we weer dat leeftijd een rol speelt: bij de vrouwen was de stijging groter in de oudere leeftijdscategorie dan bij de mannen", aldus Dom in het weekblad 'Humo'.
"We zagen ook opvallende verschillen tussen de specialisaties. Vooral de vrouwelijke artsen in de urgentiegeneeskunde-anesthesie en in de gynaecologie-verloskunde drinken overmatig veel. Bij de anesthesisten ligt het cijfer van de vrouwelijke artsen die risicovoldrinken zelfs veel hoger dan bij hun mannelijke collega's. Ook vrouwelijke chirurgen drinken overmatig: het komt bij hen dubbel zoveel voor dan bij vrouwelijke pediaters. De onregelmatige uren en hoge stressbelasting zullen die vrouwen wellicht sneller naar de fles doen grijpen. Ik kan me voorstellen dat ook de moeilijke combinatie van werk en gezin meespeelt."
"We mogen niet dramatiseren, de meerderheid van de verslaafde artsen blijft zijn job behoorlijk doen. Problematisch gebruik blijft ook langer verborgen. Dokter is een vrij beroep en dus is het gemakkelijk om je problemen wat te camoufleren. Je hebt een kater en je laat je secretaresse je consultaties verzetten: is dat een beroepsfout? Het is in elk geval slechte patiëntenzorg."
Dokter W is één van de artsen die zich, tot haar eigen grote verbazing, plots in nood bevond. In haar getuigenis vertelt ze aan Humo hoe ze na een traumatische operatie met ernstige verwikkelingen begon te voelen dat het niet meer ging: ‘Met die patiënt is het gelukkig goed afgelopen. En toch heeft hij nadien nog een claim tegen mij ingediend. Niet dat ik eeuwige dankbaarheid van mijn patiënten verwacht, maar mijn zelfvertrouwen was danig aangetast. Zelfs maanden later stond het angstzweet me nog bij elke operatie op de rug.’
Dat voorval met die patiënt was niet de enige oorzaak van haar burnout. Naast werk- en privéproblemen speelden ook persoonlijkheidskenmerken mee: vroeger vond ze het maar normaal dat ze op elk moment haar uiterste best deed – als dokter draag je per slot de eindverantwoordelijkheid voor je patiënten – maar nu weet ze dat haar perfectionisme haar parten speelde. ‘De nice guys en nice girls,’ noemt stresscoach Luc Swinnen hen. ‘Té vriendelijk zijn is als een strop rond je nek. Als arts hoor je je patiënt eigenlijk een beetje op te voeden, maar in plaats van assertief te zijn tegenover patiënten en collega’s nemen de nice girls en guys er altijd maar taken bij.’
Na allerlei lichamelijke klachten – moeheid, slecht slapen, hoofdpijn, maagpijn – en evenveel bezoeken aan allerlei specialisten, kreeg dokter W uiteindelijk de diagnose: burnout. ‘Ik viel bijna van mijn stoel,’ vertelt ze. ‘Tijdens mijn opleiding hadden ze met geen woord over burnout gerept. Toen die dokter daarna zei dat ik twee maanden zou moeten thuisblijven, viel ik helemáál van mijn stoel.’
Drankverslaving
Ook al is slechts 1 procent van hen zwaar alcoholverslaafd, onze dokters kunnen behoorlijk wat verzetten: 18 procent van de artsen vertoont risicovol drinkgedrag – tegenover 10 procent van de rest van de bevolking. Twee dokters die zelf verslaafd waren getuigen.
Bij dokter X begon zijn drankverslaving al vroeg: zijn hele studie lang – dertien jaar om chirurg te worden – heeft hij geen enkele dag níét gedronken. En toch verliep alles perfect, zonder herexamens of bisjaren: ‘Net als de meeste specialisten ben ik een harde werker en enorm gedreven. Het was alsof ik mijn verslaving wilde compenseren door een hele goeie dokter te worden.’
Dokter X moest steeds meer drinken om zich goed te voelen. Maar omdat de hele dag door drinken geen optie was – zijn patiënten zouden het al snel ruiken – ontwikkelde hij, zoals wel meer dokters, een polytoxicomanie: om de dag door te komen zonder te drinken of te beven, slikte hij tranquillizers: ‘Uiteraard schreef ik me die middelen zelf voor.’
HUMO: "Zelfmedicatie is één van de redenen waarom verslavingen bij artsen doorgaans langer onder de radar blijven."
Dokter X «Klopt. Maar dokter of niet, zoals elke verslaafde begon ik op den duur afwijkend gedrag te vertonen. Er zijn nooit grote calamiteiten gebeurd – het had gekund, dat besef ik – maar ik kreeg wel klachten van patiënten. Als de dokter je drie keer dezelfde vraag stelt of in slaap valt achter z’n bureau, dan weet je dat er iets niet klopt. Er werden klachtenbrieven gestuurd naar de directie van het ziekenhuis, waarna ik op het matje werd geroepen. Eerst bleef ik alles ontkennen. Zolang een arts nog veel opbrengt voor een ziekenhuis, is de directie ook geneigd om een oogje dicht te knijpen. Ook collega-artsen dekken de problemen toe. Alsof we niet graag geconfronteerd worden met het falen van een andere arts, omdat we goed genoeg weten dat het bij ons ook fout kan lopen. Zo krijg je een conspiracy of silence.»
HUMO: "Stond u dan dronken aan de operatietafel?"
Dokter X (gedecideerd) «Ik heb nooit dronken geopereerd. Ik was wel geïntoxiceerd. Als ze toen bloed hadden getrokken, dan was ik daar niet clean uitgekomen. Als je de avond voordien zeven Duvels naar binnen hebt gegoten, dan zijn die de volgende ochtend nog niet uit je bloedbaan. Eigenlijk was ik zonder drank gevaarlijker dan met een paar glazen op.»
Na drie keer op het matje te zijn geroepen werd dokter X geschorst door het ziekenhuis. Eerst zakte hij volledig weg in de drank – ‘de gedachte aan zelfmoord kwam dagelijks in me op: het heeft maar een haar gescheeld’ – maar op aanraden van een bevriende collega zocht en vond hij hulp bij dokter Ansoms in Tienen, die nog steeds een unieke praatgroep voor verslaafde artsen leidt. Meer over de strijd van dokters tegen alcohol – en de strijd van dokter Y tegen morfine – lees je verder in 'Humo'.