Gabriel Bertrand (1867-1962), een Franse chemist en bacterioloog, creëerde in 1937 de naam 'oligo elementen'. Dit waren 18 sporenelementen, die - volgens hem - belangrijk zijn voor de goede werking van cellen.
Een sporenelement, of spoorelement, is een element dat in de voeding van een organisme aanwezig moet zijn voor een goede groei en functie, maar dat slechts in zeer kleine hoeveelheden nodig is. We spreken dus over microgrammen tot milligrammen. Grote hoeveelheden kunnen zelfs toxisch zijn. Voorbeelden van sporenelementen bij mensen zijn, bijvoorbeeld: zink, koper, seleen, kobalt en jodium. Sporenelementen bij planten zijn de metalen ijzer, zink, koper, molybdeen, borium, mangaan en magnesium. Vaak vormt een atoom van het sporenelement een essentieel onderdeel van een bepaald enzym.
De oligotherapie beoogt het lichaam weer in balans te brengen door toediening van natuurlijke mineralen en metalen, die in zeer kleine hoeveelheden aanwezig zijn in het lichaam en onmisbaar zijn voor het functioneren ervan: aluminium, zilver, arsenicum, mangaan, kobalt, zwavel, zink, en zo meer.
De menselijke biologie wordt bepaald door talloze biochemische synthese- of afbraakmechanismen die veelal een katalysator - ook wel 'enzym' genoemd - nodig hebben. Deze bevordert de reactie tussen twee stoffen die anders niet of te traag zouden reageren.
Enzymen zijn complexe organische moleculen. Om actief te zijn hebben ze een co-factor nodig, dat wil zeggen: één of meer atomen van een metaal. Gabriel Bertrand noemde er 18, zijnde: fluor, broom, jodium, borium, arsenicum, silicium, ijzer, zink, koper, nikkel, kobalt, mangaan, aluminium, lood, tin, molybdeen, vanadium en titaan.
Zo worden het transport van zuurstof uit de lucht in de longen naar de cellen, en de afbraak van koolstofdioxide (CO2), verzorgd door hemoglobine, de kleurstof in de rode bloedlichaampjes. Hemoglobine is alleen actief samen met de ijzeratomen die de rol van co-factor spelen.
De oligo- of sporenelementen (van het Griekse 'oligos', 'klein') fungeren als co-factoren. Ze spelen een rol in de biologische uitwisselingen en functies: het opnemen en omzetten van voeding, het energietransport, de celademhaling, het opruimen van afvalstoffen, het versterken van het afweersysteem en de vernieuwing van weefsels.
Om goed te kunnen functioneren zou het menselijk lichaam voldoende sporenelementen moeten bevatten (circa 7g voor iemand van 70kg). Deze worden normaal gesproken vernieuwd door gevarieerde en uitgebalanceerde voeding. Ontbreekt die echter, dan kan er een disbalans ontstaan en kan het lichaam afzwakken.
Sommige therapeuten, die zich in de oligotherapie hebben verdiept, hebben zich ook in gemmotherapie gespecialiseerd.
Nota: We zijn volop onze Encyclopedia Spiritualia aan het aanvullen... Heb je ooit zélf op de één of andere manier persoonlijke ervaringen opgedaan met oligotherapie? Of, weet je er iets meer over te vertellen? Laat het ons weten via 'Mijn Commentaar' hier onderaan.
Interessante, reclameloze bijdragen, met een encyclopedische inhoud, en bijgevolg: een meerwaarde voor onze lezers, komen in onze rubriek Encyclopedia Spiritualia terecht, waarvan hier de link!
Eender wat op reclame lijkt, wordt automatisch verwijderd. Hopelijk kun je hier enig begrip voor opbrengen. Want, indien jij het doet, zullen de duizenden anderen het ook doen, nietwaar?
Stel je interesse in doelgerichte reclame, en/of streef je naar meer naambekendheid? Klik dan even op deze Zoek&Vind link.