Het Leven is een mysterie en velen denken dat het zomaar uit het niets is ontstaan. Toevallig dus, en alle levensvormen die er sinds het begin der tijden - zo’n 4 ½ miljard geleden - tot op de dag van vandaag is ontstaan, is het product van dat Toeval.
Ik wil deze veronderstelling graag geloven indien er niet duizenden voorbeelden bestaan die deze hypothese - of noem het ‘overtuiging’ - op de meest logische manieren tegenspreken.
Neem bloed, bijvoorbeeld. Iets eenvoudigers kan ik men niet indenken. Elk levend wezen waarin rood bloed doorheen de aderen stroomt, heeft in zijn bloedcellen een substantie dat ’hemoglobine’ wordt genoemd. Op Wikipedie lezen we er, onder andere, het volgende over: "Hemoglobine is een gespecialiseerd eiwit dat het transport van zuurstof (O2) en koolstofdioxide (CO2) door het bloed van veel dieren verzorgt. Rode bloedcellen zijn voor 1/3 deel gevuld met hemoglobine. IJzer in het hemoglobine geeft bloed zijn rode kleur.
In elke rode bloedcel bevinden zich circa 270 miljoen hemoglobinemoleculen (elke hemoglobinemolecuul kan maximaal 4 zuurstof (O2) of 4 koolstofdioxide (CO2) moleculen binden). Dit is ongeveer 34% van de inhoud van een normale rode bloedcel. Elke dag wordt 1% van de hemoglobine vernieuwd. Een volwassene heeft 600–800 gram hemoglobine, dat ongeveer 2,5 gram ijzer bevat (ca. 0,3%)."
Nu moet één hemoglobine molecule de volgende atomen bezitten en dan nog wel in de juiste proporties, namelijk: 1.130 waterstofatomen, 712 koolstofatomen, 214 stikstofatomen, 245 zuurstofatomen, 2 zwavelatomen en 1 ijzeratoom, oftewel: juist geteld 2.304 atomen in totaal.
Anders gezegd: Indien, bijvoorbeeld, die ene ijzeratoom zou ontbreken, zou het dier noch zuurstof in zich kunnen opnemen, noch koolzuur uitscheiden. Nog beter gezegd: het zou niet kunnen ademen. En, hoe komen al die 2.304 atomen in die éne molecule hemoglobine terecht? Dankzij Zuiver Toeval?...
Indien je de biologisch-chemische complexiteit van de mens onder de loep neemt, kan je misschien beseffen dat we met een wonder te maken hebben.
En, nu dat we het toch over bloed hebben gehad... weinige mensen - zelfs wetenschappers - beseffen in welke mate bloed genetische elementen in zich inhouden, meevoeren en overdragen. Om die reden is het – mijns inziens - belangrijk te weten wat de kwaliteit van het bloed is tijdens een bloedtransfusie. Voor de mens, die aan Zelfkennis doet, verwijs ik naar de Kracht die er doorheen gaat.
Bovendien is het alsof bloed een geheugen in zich meedraagt. Als voorbeeld neem ik immuniteit. Het menselijk mechanisme kan door een ziekte worden geplaagd, maar na die aanval is de mens er immuun tegen geworden en zal dus een tweede aanval kunnen weerstaan omdat het bloed ditmaal anti-stoffen met zich vervoert.
Tegenwoordig is men al zover dat men door een druppel bloed te ontleden, weet met welk dier men te maken heeft. Het leven is complexer dan we kunnen vermoeden en de kans is groot dat we slechts een antwoord op de vraag ‘Wat is Leven?’ kunnen geven, van zodra we weten wat Dood is.
Een steen kan slijtage ondervinden, maar een bloem, insect, dier of mens sterft maar voor één reden, namelijk: omdat het heeft geleefd. Andere redenen zijn er niet.
De Dood verschijnt in vele vormen. Ik bedoel: een mens kan op talrijke manieren sterven, maar geen één van de manieren waarin Dood zijn intrede doet, verklaart wat de Dood precies is. Tenzij we zeggen dat Dood het ontbreken is van Leven.
We kunnen onszelf vergelijken met een mens die nog nooit een woord over elektriciteit heeft gehoord en het dus ook niet kent. Indien we dan plots geconfronteerd worden met een rijtuig dat op elektriciteit rijdt en nu ineens is gestopt, snappen we niet wat er gaande is. We zien het stilstaand voertuig en - omdat we ons hadden voorgenomen niets af te weten over elektriciteit - begrijpen we niet waarom dat voertuig zomaar ineens ‘de geest gaf’.
Bovendien is het voorbeeld niet slecht gekozen – want, ondanks het feit dat we elektriciteit kunnen opwekken, ermee kunnen werken, weten we nog altijd niet wat elektriciteit in wezen is. Het is een mysterie, net zoals het Leven, en het ontbreken ervan: de Dood.
Het enige wat we over Leven kunnen vertellen, is het feit dat het een soort van onzichtbaar energieveld is dat ons voedt en waarin we baden. Dankzij Leven kunnen dingen, zoals groei, auto-organisatie en reproductie, zich voordoen, maar van zodra we van het Leven worden ontkoppeld, sterven we, met als gevolg: desintegratie. Het stoffelijke keert tot het stoffelijke weer, tenzij er ‘iets’ anders in ons lichaam tijdens dit leven werd gecultiveerd.
Maar nu lopen we het risico om in het thema Zelfkennis verzeild te geraken, inclusief de opbouw van de zogenaamde ‘extra lichamen’; een proces waaraan – spijtig genoeg - geen enkele homo kan deelnemen. Dat is een Wet, waaraan ikzelf niets kan verhelpen. De Eva is uit de Adam genomen, en ook in het Engels spreekt men nadrukkelijk over: ‘Eve, not Steve’.
Op een vorig nieuwsberichtje verkreeg ik felle, negatieve reacties. Indien je het artikel niet hebt gelezen, is dit de link ernaar toe.
Toch is het begrijpelijk dat sommige homo’s dit aan hun laars lappen. Vele dingen hangen af van het niveau van bewustzijn evenals van het religieus gevoel in de mens. Een kannibaal, die geen respect heeft voor andermans leven, hoef je niet te vertellen dat hij geen medemensen mag doden om hen daarna op te eten met hart en ziel. Je loopt zelfs de kans om door dat primitief wezen te worden gedood.
Is die mens ‘slecht’? Natuurlijk niet: vanuit de onwetendheid weet hij niet beter. Maar, mijden is vermijden, net zoals voorkomen beter is dan genezen.
Waarom homobloed vermijden, losstaand van de eventuele potentiële micro-organismen, energieën, en de levenskrachten die erin aanwezig zijn?
Bijvoorbeeld: vanuit oeroude gebruik wordt er in Joodse hedendaagse gewoonten nog altijd voor gezorgd geen bloed te verorberen. Hierna geef ik enkele voorbeelden uit de Tora evenals uit de Bijbel.
Weet nu al dat ik noch Jood ben, noch een Bijbelfreak..., maar mensen van duizenden jaren geleden, die dichter bij hun zielswezen leefden, konden er iets meer over afweten. Tenslotte weet elke mens, dat van zodra het bloed uit het lichaam sijpelt, het Leven stilaan verdwijnt en de mist ingaat.
Iets over het Joodse kasjeren van vlees:
Kasjeren is het proces waarbij het bloed uit het vlees verwijderd wordt, voordat men het klaar maakt om te eten. Alleen vlees van kosjere dieren, die naar behoren geslacht werden en waarvan de verboden delen al verwijderd zijn, mogen gekasjerd worden. Het kasjer-proces, ook bekend onder de naam 'melicha', dat ‘zouten’ betekent, houdt de volgende stappen in:
1. afwassen of afspoelen van het vlees;
2. het weken van het vlees;
3. het zouten;
4. driemaal heel goed afspoelen
Kosjer betekent letterlijk ‘geschikt’. Er wordt mee bedoeld dat het eten aan de drie voorwaarden voldoet.
1) Het vlees moet van een rein dier zijn. Dit zijn dieren die herkauwen en gespleten hoeven hebben. Vissen zijn als voedsel ook kosjer maar dan moeten ze wel vinnen en schubben hebben.
De regel uit de Tora of Bjjbel: “Gij zult niets eten wat een gruwel is. Alle herkauwende dieren met gespleten hoeven moogt gij eten.”(Deuteronomium 14:6)
2) Er mag niks gegeten worden waar bloed op zit. Daarom moeten de dieren goed geslacht worden zodat er geen bloed meer in, noch op zit.
“Jullie zult generlei bloed eten in al jullie woonplaatsen, hetzij van vogels of van landdieren. Iedereen die bloed nuttigt wordt uit zijn volk verwijderd” (Leviticus 7:26-27)
“Alles wat leeft en beweegt zal u tot voedsel dienen. Alleen vlees met de ziel – vlees met het bloed er nog in – moogt gij niet eten.” (Genesis 9:4 )
Leviticus 17:11: "Want de ziel van het vlees is in het bloed ; daarom heb Ik het u op het altaar gegeven, om over uw zielen verzoening te doen ; want het is het bloed, dat voor de ziel verzoening zal doen."
3) De derde en laatste regel is dat er geen zuivelproducten en vlees samen gegeten mogen worden. Kook een geitenbokje niet in de melk van zijn moeder. (Exodus 23:19) Voorbeeld: Een maaltijd met vlees of een zuivel product. Het mag - volgens Joods gebruik - dus niet samen gegeten worden.
Tot besluit: Alles is begonnen met de uitspraak van de 27-jarige radiopresentator Tom De Cock van MNM, die bloed bij het Rode Kruis gaf. Als homo mag hij dat nochtans niet. "Ik lieg gewoon altijd." En De Cock is lang niet de enige homofiel die zijn geaardheid verzwijgt om toch donor te kunnen zijn... Het Rode Kruis noemde dat onaanvaardbaar. Sommige homo's vinden van wel en rebelleren tegen deze reglementering.
Ik heb niets tegen homo's, integendeel. Daarvoor respecteer ik teveel de Wetten van Moeder Natuur. Als het aan mij lag, mag een homo gerust bloed afstaan aan een andere homo, en ook aan anderen... indien die personen daarvoor openstaan. Maar, sorry, neem het me dus niet al té kwalijk: uit mijn lichaam blijven ze weg.
Tenslotte trachtte ik met dit nieuwsberichtje - in derde instantie - jonge mensen te bereiken, die vermoeden/denken dat ze de homofiele kant kunnen opgaan. Een bewuste mens kan nu eenmaal geen twee meesters dienen. Ofwel kies je voor de ontwikkeling van het innerlijke Zijn, dat losstaat van het fysieke; oftewel kies je voor het lichamelijke en het instinctieve dat erbij hoort. Anders gezegd: indien men Zelf geen controle over het lichaam verkrijgt, zullen de hersenen jouw lichaam controleren, omdat het er een verlegde van is.
Kortom: naast het fsyieke heeft de mens nog een onzichtbare, spirituele kant. Het stoffelijke lichaam is - als voertuig ervan - slechts een tijdelijke verpakking. Houd vooral rekening met het feit - dat, omdat een blinde geen kleuren ziet, die dan ook niet zouden bestaan.
In elk geval is het altijd zeer moeilijk om een boodschap over te dragen zonder de mensen met een zeer laag bewustzijnsniveau - hoe hoog hun intelligentiequotiënt ook is - te kwetsen, teneinde de anderen - zij met een hoger niveau van bewust-zijn - proberen te bereiken. Anderzijds moet een chirurg die, bijvoorbeeld, een kankergezwel bij iemand wegneemt, de patiënt eventjes pijn doen, nietwaar?
_________________________________________________________________________________________________________
Nabericht - 1/10/2011: Hoe belangrijk is de kwaliteit van donorbloed?
Niets met homofilie te maken, maar jongens, die tot hun 6de levensjaar veel in chloorwater hebben gezwommen, hebben een aanzienlijk groter risico om op latere leeftijd vruchtbaarheidsproblemen te ontwikkelen. Dat blijkt uit een onderzoek van toxicoloog Alfred Bernard van het UCL, de katholieke universiteit van Louvain-La-Neuve.
Tijdens het onderzoek werden de bloedstalen van 361 Waalse jongens vergeleken. Een kwart van de jongeren die in chloorwater zwommen als klein kind bleek tot 3 keer meer kans te hebben op vruchtbaarheidsproblemen. De mannen leden vooral aan een verminderd testosteronniveau in het bloed, waardoor hun sperma minder vruchtbaar was.