ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

Dé marketingslogan van deze eeuw: 'Elk kind zijn eigen ADHD of ADD !'

Voor de vele onwetenden onder ons zijn ADHD, ADD en aanverwanten ziekten die met psychostimulantia moeten worden behandeld.
door Tsenne Kikke - maandag 28 februari 2011 5:05

Veel na-oorlogse kinderen waren 'moeilijke' kinderen. Ik bedoel: de kinderen, die zowel tijdens als na de oorlogsjaren van 1940-1945 zijn geboren. Ikzelf kan er over meespreken en er dus ook over schrijven. Het enige geluk dat wij hadden was dat we niet met een ADHD- of ADD-stempel werden gebrandmerkt en dus geen Ritalin of andere rotzooi hoefden te slikken. En geloof me, of niet: ook toen hadden ouders geen tijd voor hun kinderen. Toch hebben we het 'overleefd' en er sterker door geworden.

Indertijd kregen we dus geen amfetamine-achtige middelen toegediend. Niet, omdat de volwassenen het niet wilden, maar gewoonweg omdat die rommel nog niet bestond. Gelukkiglijk! Want, tijden veranderen, mensen niet: de mens van vandaag is nog even beïnvloedbaar als de mens van duizenden jaren geleden. En om die reden heeft de volgzame en onwetende massamens bepaalde gedragspatronen als een ziekte aanvaard. Dit heeft tot gevolg, dat er een gehele industrie rond werd geweven opdat de farmaceutica, psychiaters en andere ADHD-supporters weelderig hun zakken kunnen vullen.

Leven en laten leven... Iedereen mag van mij goed zijn geld verdienen, maar niet op de kap van onze weerloze kinderen, vind ik.

Uit een rapport, samengesteld door het NCRM (Nederlands Comité voor de Rechten v/d Mens) konden we enkele interessante gegevens bijeenschrapen. Hieronder lees je het resultaat ...

De vraag of ADHD en ADD werkelijk bestaande ziekten zijn, wordt steeds vaker gesteld. Een recent onderzoek van Michigan State University leert dat een miljoen kinderen waarschijnlijk onterecht deze diagnose kregen, simpelweg omdat ze jong waren, de jongsten van de klas.

De jongsten van de groep hebben 60% meer kans om ADHD-gediagnosticeerd te worden dan oudere kinderen. Dit wordt veroorzaakt door de gebrekkige diagnostische procedure, waarbij de arts rekening zou moeten houden met dat leeftijdsverschil tussen kinderen. Vaak is de diagnose gebaseerd op vragenlijstjes die door de ouders of de onderwijzer zijn ingevuld.

Een heldere discussie over ADHD wordt bemoeilijkt door diverse omstandigheden. Het gebrek aan volledige informatie over gedragsproblemen en de oorzaken daarvan en de invloed van voeding en specifieke tekorten daarin spelen een belangrijke rol.

Medische en onderwijskundige oorzaken kunnen aan ADHD-achtig gedrag ten grondslag liggen. Westerse landen worden nu eenmaal geconfronteerd met verschijnselen en ziekten die te maken hebben met onder andere levensgewoonten, voedingsgewoonten, een gebrek aan lichaamsbeweging, en een gebrek aan aandacht en warmte voor elkaar.

Een al jarenlang stijgend aantal kinderen krijgt de ADHD-diagnose. Zij krijgen vaak niet de behandeling die nodig is, maar hen worden amfetamine-achtige middelen voorgeschreven met het doel om hun problemen handelbaar te houden, zonder dat de route naar een goede oplossing wordt aangeboden. In onze gewesten gaat het vooral om de methylfenidaat bevattende middelen: Ritalin, Concerta en Medikinet.

Een belangrijk aspect in deze kwestie betreft de bijwerkingen van deze medicatie. Deze psychostimulantia vallen onder de Opiumwet en van deze middelen is een lange lijst bijwerkingen bekend. Als pepmiddel is populair onder jongeren. Het toenemend gebruik van Ritalin als straatdrug (kiddies cocaine) is alarmerend.

In 2009, tijdens het opnieuw goedkeuren van de handelsvergunning van Methylfenidaat, werd door de European Medicines Agency (EMA) verklaard dat Methylfenidaat pas mag worden gebruikt indien andere, niet-medicamenteuze, maatregelen onvoldoende zijn gebleken.

In dat rapport wordt melding gemaakt van alle bijwerkingen en risico's, waaronder agressie, verstoord of gewelddadig gedrag, psychose, manie, visuele hallucinaties, storingen van de groei en seksuele ontwikkeling, prikkelbaarheid, zelfmoordgedachten, ernstige hartkwalen, leverschade en zelfs de dood.

Het rapport adviseert om kinderen jonger dan 6 jaar en volwassenen boven 18 jaar geen Ritalin en dergelijke stimulantia te geven. Dit voorbehoud staat inmiddels in sommige bijsluiters, wat een klein stapje in de goede richting is.

Er bestaat een lange reeks van oorzaken bij ADHD-gedrag die bij de standaardbehandeling te weinig, of niet, ter sprake wordt gebracht: onontdekt alcohol- en drugsgebruik, problemen met de leerstof op school, gepest worden, scheidende ouders of problemen thuis, een ouder die ontbreekt of veel afwezig is, gebrek aan aandacht en liefde, onontdekte lichamelijke kwalen, nutriëntarme voeding, andere bijzondere gevoeligheden die met voeding samenhangen, te weinig slaap, te weinig lichaamsbeweging, enzovoorts, enzovoorts.

De reden waarom bovenstaande oorzaken onderbelicht blijven en waarom medicatie als primaire oplossing wordt gestimuleerd in plaats van passende therapieën, ligt bij de theorievorming over oorzaken van psychische stoornissen binnen de betreffende wetenschappen en bij de toegepaste marketingtechnieken van de betrokken farmaceutische bedrijven.

In afwezigheid van inzicht staat de samenleving ondertussen toe dat een niet verwaarloosbaar deel van de Nederlandse jeugd - momenteel circa 3% en dat percentage is stijgende - slachtoffer is van inadequate behandeling en blootstelling aan psychostimulantia, terwijl oplossingen zonder medicatie voorhanden zijn.

Deze situatie is in strijd met het kinderrechtenverdrag van de VN, artikel 24, sectie 1, dat stelt: "Het kind heeft recht op de best mogelijke gezondheid en op gezondheidszorgvoorzieningen. De overheid waarborgt dat geen enkel kind de toegang tot deze voorzieningen wordt onthouden."

Waar de medische wereld omgaat met 'ziekten', wordt in de psychiatrie het begrip 'stoornis' gehanteerd, waarbij groepen symptomen als 'stoornis' worden aangeduid. Symptomen van ADHD, tegenwoordig waarschijnlijk de meest bekende 'gedragsstoornis' zoals die wordt aangegeven in het psychiatrisch handboek DSM-IV, zijn:

Geen aandacht voor details
Beweegt onrustig met handen of voeten
Moeite de aandacht vast te houden
Staat vaak op in de klas
Lijkt niet te luisteren
Rent vaak rond of klimt
Maakt taken/karweitjes niet af
Heeft moeite met rustig spelen
Kan taken niet organiseren
Is vaak in de weer
Vermijdt langdurige mentale inspanning
Praat aan een stuk door
Raakt dingen vaak kwijt
Gooit antwoorden eruit
Raakt afgeleid door uitwendige prikkels
Kan niet op de beurt wachten
Vergeetachtig

Deze symptomen komen overeen met normaal kindergedrag en de kans dat een kind een ADHD label krijgt opgeplakt, is dan ook groot. Er zijn ook omstandigheden die dit 'labelen' van kinderen in de hand werken. Een belangrijk punt is dat er geld verbonden is met het ADHD label, zoals de Nederlandse Leerling Gebonden Financiering ('Rugzakje') en de medicinale oplossing die via de zorgverzekering wordt vergoed.

Ook opinieleiders onder psychiaters ontvangen direct of indirect financiële middelen van de farmaceutische industrie waardoor ze kwetsbaar worden voor beïnvloeding.

In Nederland zou momenteel 3% à 5% van de kinderen ADHD hebben, waarvan er circa 100.000 medicatie gebruiken (leeftijd tussen 0 en 19 jaar, peildatum eind 2009), vooral psychostimulantia.

Een van de oorzaken van het grootschalig diagnosticeren en drogeren van kinderen voor ADHD, is dat in het psychiatrisch handboek DSM een aantal verschijnselen bijeen zijn gezet die mogelijk geen samenhang hebben. Bij het definiëren van stoornissen, ten behoeve van het psychiatrisch handboek, wordt een democratische procedure gevolgd binnen een groep psychiaters; stoornissen worden letterlijk tot werkelijkheid gestemd. Het probleem ontstaat daarna wanneer de uitkomst van een dergelijke stemming de waarde krijgt die er door de geestelijke gezondheidszorg aan wordt toegedicht.

Er is geen enkele twijfel dat kinderen die in psychische nood verkeren de hulp en behandeling moeten krijgen die nodig is. In het geval van een ADHD-diagnose is het voorschrijven van medicatie echter big business geworden: aan kinderen wordt vaak jarenlang medicatie voorgeschreven, met de nadruk op 'jarenlang'.

Tevens zouden verantwoordelijke instanties verontrust moeten zijn door de verhalen van ouders, die melden dat zij, indien zij niet meewerken aan de medicinale behandeling van hun kind via school voor ADHD, voor het blok worden gezet om of hun kind te verwijderen van school of, via de Jeugdzorg, bedreigd worden uit de ouderlijke macht te worden gezet. Een uitzending van Zembla 'De ADHD-hype' presenteerde hier voorbeelden van.

De invloed van de farmaceutische industrie

Aan de stijgende trend van kinderen die psychiatrisch worden gediagnosticeerd als lijdend aan een leer- of gedragsstoornis wordt bijgedragen door kinderpsychiaters en internationale literatuur, gepubliceerd door psychiaters die gesteund worden door budgetten voor research en andere fondsen, afkomstig van farmaceutische bedrijven. Zelfs indien ze niet worden gesteund, hebben ze er logischerwijze altijd voordeel bij dat hun wachtkamer goed is gevuld.

Naast het feit dat de invloed van het psychiatrisch handboek DSM veel te groot is, is er een bedenkelijke kant aan de totstandkoming ervan. Ruim de helft van de deskundigen die het handboek DSM-IV samenstelden, en die dus psychische verschijnselen groeperen en tot stoornis maken, hebben één of andere relatie met farmaceutische bedrijven. Dit feit, samen met de procedure die gevolgd wordt om een stoornis tot realiteit te maken (door middel van stemming onder psychiaters) zou zorgverleners en ziekteverzekeraars tot nadenken moeten stemmen.

Informatie over ADHD-verschijnselen wordt verspreid door kinderpsychiaters en door ADHD-informatiegroepen, zoals ouderverenigingen. De meeste van deze groepen in Europa worden direct gesponsord door farmaceutische bedrijven. Een decennium lang was Dr. J. Biederman internationaal een invloedrijk promotor van medicinale behandeling van kinderen met gedragsproblemen en was lid van een DSM-IV comité dat ADHD-gerelateerde onderwerpen besprak.

In 2008 is Biederman in opspraak geraakt door het niet opgeven van $ 1.6 miljoen aan Harvard Universiteit, verdiend door consulten en afkomstig van medicijnfabrikanten. Niet alleen in de Verenigde Staten, maar ook in Europa, Nederland, beïnvloeden toppsychiaters het denken over psychofarmaca en zijn betrokken bij het promoten en marketen daarvan.

Helaas is een groot deel van de patiëntenverenigingen deel gaan uitmaken van de marketingmachine van de farmaceutische industrie. Ondanks dat oudervereniging 'Balans' onder druk van critici de financiële banden met de farmaceutische industrie zegt te hebben verbroken, worden elk jaar de patiëntendag-bijeenkomsten van 'Balans' gesponsord door de farmacie. Ook bij patiëntenvereniging Impuls wordt de jaarlijkse lotgenotendag gesponsord door de farmacie.

De farmaceutische industrie bedrijft intensief marketing via het internet. Zo heeft Janssen Cilag het middel Concerta via een ingehuurd reclamebureau op bedekte wijze gepromoot op internet door onder andere spreekbeurten te maken voor kinderen.

Een ander voorbeeld komt van fabrikant Eurocept BV, producent van Medikinet. Eurocept heeft een website voor ADHD-ers die d.m.v. een test hun ADHD-profiel kunnen bepalen. Zelfs indien men het minimaal mogelijke ADHD-achtige verschijnsel invult (of zelfs als men niets invult), krijgt men toch het advies om klachten te behandelen met Methylfenidaat.

In juni 2009 haalde fabrikant Lilly een op kinderen gerichte 'quiz' over ADHD van het web, nadat Kamervragen waren gesteld.

Kortom: Er is veel té weinig overheidssteun voor eerlijk onderzoek naar alternatieve, niet-medicinale therapieën.

Psychostimulantia als therapie voor de ADHD diagnose blijkt in de praktijk een gemakkelijke en acceptabele oplossing voor de ouders. Helaas blijken alternatieve therapieën mede hierdoor onvoldoende aandacht te krijgen, zowel wat onderzoeksbudget betreft, als de verspreiding van kennis over het bestaan van dergelijke alternatieven die de oorzaak van de symptomen aanpakken.

De vraag is en blijft: wat 'doen' we eraan? Indien we niet aan symptoombestrijding wensen mee te doen, dienen problemen aan de bron worden aangepakt. Een klein, mogelijk voorbeeldje: hebben beide ouders in deze 'drukke tijden' de tijd om aan hun kinderen meer aandacht, liefde, warmte en genegenheid te schenken? Het is een feit: zelfs partners hebben zelden tijd voor elkaar, laat staan voor hun kinderen.

Elke pasgeboren baby maakt deel uit van de 'Toekomst van Morgen'. Anders gezegd: het kan uitgroeien tot een positieve meerwaarde, maar ook tot een crimineel. En, tussen dit zwart-witte bestaan er miljoenen tinten van grijs.

Maar, het originele rapport gaat verder. Indien je alles wenst te lezen, ga naar: ... Stichting Nederlands Comité voor de Rechten van de Mens. Men zegge het voort!

Nabericht: Toevallig lazen we vandaag het volgende in de krant... "Helft kinderen van gescheiden ouders heeft leerproblemen."

Ongeveer een op de twee kinderen van gescheiden ouders moet minstens een schooljaar blijven zitten of zakt af naar een makkelijkere studierichting. Dat blijkt uit nieuwe cijfers. En heeft bijna de helft van de jongeren uit intacte gezinnen een diploma hoger onderwijs, dan is dat bij gescheiden ouders amper 22 procent. Dat schrijft 'De Morgen'.

Gescheiden ouders maken jongeren niet alleen agressiever, ze hebben ook een grote impact op de schoolse resultaten. Dat blijkt uit een studie van professor Koen Matthijs van het Centrum voor bevolkings- en gezinsonderzoek aan de KU Leuven. Het rapport maakt deel uit van een grootschalig onderzoek naar echtscheidingen in Vlaanderen. Voor het luik over de relatie tussen school en scheiden bekeek het team van Matthijs de schoolsituatie van 1.256 tieners.

Al vanaf de start van het secundair onderwijs blijkt er een verschil te zijn. Zo'n 64 procent van de jongens wier mama en papa nog samen zijn, start in het aso. Bij eenoudergezinnen is dat 10 procent minder.
Ook de verdere schoolcarrière is problematischer. Bijna dubbel zoveel dochters van gescheiden ouders moeten minstens een jaar overdoen. Bij jongens ligt dat percentage eveneens hoger. Tegelijkertijd zakken de kinderen vaker af naar makkelijkere studierichtingen.

Opvallend: een mama of papa die opnieuw gaat samenwonen beperkt de schade niet, integendeel. Nog niet eens een vijfde van de kinderen uit nieuw samengestelde gezinnen rondt uiteindelijk de hogeschool of universiteit succesvol af. Bij eenoudergezinnen bedraagt dat aantal 24 procent, bij standaardgezinnen 45,6 procent.

Commentaar


Wees de eerste om te reageren!

Reageer


Opgelet: momenteel ben je niet ingelogd. Om onder jouw eigen naam te posten kun je hier inloggen.

Mijn naam:
Mijn e-mail adres:
Mijn commentaar:
Verificatie:
Typ de code hierboven in:


School voor ontwikkeling van De Innerlijke Mens


Adverteer op Spiritualia
Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht