Mimas is de zevende van de Saturnus manen met een diameter van slechts 392 km en in 1789 door de Britse astronoom William Herschel ontdekt. De lage dichtheid van 1,17 van deze maan toont aan dat ze voornamelijk bestaat uit ijswater en slecht een klein gedeelte uit rotsachtige gesteenten. Door getijdenkrachten is de maan niet bolvormig, maar eerder een ellipsoïde.
Het oppervlak van de ijsachtige Mimas wordt gedomineerd door een inslagkrater van 130 km diameter, gekend als de Herschelkrater. Deze krater beslaat ongeveer 1/3de van de totale diameter van de maan. De kraterwallen zijn ongeveer 5 km hoog, op sommige plaatsen is hij 10 km diep, de centrale piek torent 6 km boven de kraterbodem uit. Het scheelde dus niet veel of Mimas was vernietigd door de inslag die deze krater veroorzaakt heeft. Aan de oppositiezijde van de inslag zijn breuken zichtbaar die veroorzaakt zijn door deze inslag.
Het gehele oppervlak van Mimas is evenwel bezaaid met kraters. Maar al de andere kraters zijn heel wat kleiner dan de Herschelkrater en niet groter dan 30 km. Hieruit kan men veronderstellen dat tijdens de vorming van ons zonnestelsel Mimas bekogeld is door grotere objecten dan de inslag die verantwoordelijk is voor de Herschelkrater. De 'Herschelinslag' vernietigde de maan voor een groot stuk en de vroegere grotere kraters werden weggeveegd, de brokstukken die hierdoor los kwamen vielen terug op Mimas en bezorgden de maan het uitzicht dat zij nu heeft.
Tijdens een recente scheervlucht langs de 400 kilometer grote Saturnusmaan Mimas heeft de Amerikaanse ruimtesonde Cassini nauwkeurige temperatuurmetingen aan het ijzige oppervlak verricht. De resulterende 'warmtekaart' toont een opmerkelijk Pac-Man-achtig patroon: een pacman die gereed staat om een grote ronde bol op te eten.
De grote inslagkrater Herschel is ietwat warmer dan de omgeving (-189 graden Celsius in plaats van -196), wat veroorzaakt wordt doordat de hoge kraterwanden warmte vasthouden. Maar de oorzaak van het scherp begrensde, V-vormige gebied links op de warmtekaart, met een temperatuur van -181 graden Celsius, wordt in het geheel niet goed begrepen. Sterker nog: het plaatst wetenschappers voor een nieuw raadsel.
Het gaat om het 'ochtendhalfrond' van Mimas, terwijl je zou verwachten dat het 'middaghalfrond', dat al langere tijd door de zon wordt beschenen, warmer is. Planeetonderzoekers denken dat er sprake is van een verschil in oppervlakte-eigenschappen: poederachtige 'sneeuw', bijvoorbeeld, houdt zonnewarmte veel beter vast dan compact ijs. Daarmee is de scherpe begrenzing van de 'Pac-Man-mond' natuurlijk nog niet verklaard, hetgeen een nieuwe uitdaging is voor zowel astronomen als wetenschappers.