Kleuren zijn alomtegenwoordig. We stoppen wanneer het licht rood is en vertrekken wanneer het op groen springt. 's Morgens staan we voor de kleerkast om te kijken welke broek bij welke trui past. En als een pas samenwonend koppel moet bepalen welke verf er aan de muur in de slaapkamer komt, dan laaien de emoties vaak hard op.
Maar... kleuren bestaan niet. Kleuren zijn percepties in onze hersenen voor bepaalde golflengtes in het lichtspectrum die interageren met receptoren in ons oog. Het zijn geen natuurfenomenen zoals, bijvoorbeeld, zwaartekracht en protonen.
Nu, als kleuren dus niet "echt" zijn, zien we dan allemaal wel dezelfde kleuren? Als we alletwee naar een rode aarbei kijken, percipiëren we dan allebei net dezelfde kleur? Het kan best zijn dat jij de aardbei als (mijn) groen ziet, maar dat je groen altijd als rood benoemd hebt.... In het onderstaande filmpje gaat een zekere Michael Stevens er dieper op in.
Wat nog aan bod komt, is wat de mens mens maakt tegenover een dier. Wij beschikken namelijk over de spectaculaire capaciteit om over vragen zoals bovenstaande na te denken. Meer zelfs: wij beschikken als énige diersoort over de mogelijkheid om vragen te stellen!
Ook komt het begrip 'qualia' aan bod, zijnde: kwalitatieve eigenschappen van de waarneming, zoals smaak en kleur.
Er zijn verschillende gedachte-experimenten opgezet om het bestaan van qualia duidelijk te maken. Frank Jackson beschreef er enkele van in zijn artikel 'Epiphenomenal Qualia' uit 1982.
1) De wetenschapster Mary leeft ondergronds, waar alles in zwart-wit is. Zij weet alles van de waarneming van de kleur rood, maar heeft zelf nog nooit rood gezien. Wanneer zij uiteindelijk boven komt, en de kleur rood waarneemt, dan leert zij iets bij: de ervaring van wat het is om rood te zien.
2) Fred heeft een extra vermogen om verschillende kleuren rood te onderscheiden. Tomaten kan hij precies opdelen in twee verschillende kleuren, waar anderen dat niet kunnen. Wetenschappers weten alles van zijn neurofysiologische processen, maar weten niet wat het is om Fred te zijn. Anders gezegd: wetenschappers kunnen weliswaar Fred's mentale processen neurologisch beschrijven, maar zélf kunnen zij deze niet ervaren.
Ook Thomas Nagel heeft in 1974 zijn 'What's it like to be a bat' trachten aan te tonen dat - hoewel we een hoop te weten kunnen komen over de waarneming van een vleermuis - we nooit zullen weten wat het is om er daadwerkelijk één te zijn. Er lijkt hier een duidelijke scheiding te zijn tussen het objectieve derdepersoons-perspectief van een wetenschapper en het subjectieve zelfbeeld.
In de zienswijze van het dualisme zijn bewustzijn en hersenen gescheiden entiteiten. Ook qualia, zoals de waarneming van de kleur rood, of jouw persoonlijke herinnering aan een vroegere vakantie, zouden niet tot hersenfuncties te herleiden zijn. Dualisme is derhalve niet verenigbaar met een neurofysiologische verklaring van het bewustzijn.
Veel neurowetenschappers menen echter dat de voortschrijdende kennis van hersenfuncties op den duur zal leiden tot een scherper inzicht in de aard van bewustzijnsverschijnselen.
Een extra na-denkertje: Hoe zou je de wereld, en de wereld van kleur vertalen indien je, bijvoorbeeld, de ogen zou hebben van een vogel, kikvors, vis, vlieg, spin of bij?