Met tijdreizen duidt men, bijvoorbeeld, op het terugreizen in de tijd, of het sneller of langzamer vooruit reizen dan een andere snelheid van vooruit reizen in de tijd. Bij de huidige stand van kennis van de wetenschap is niet gebleken dat dit mogelijk is. Wel wordt gemeend dat reizen naar de toekomst in principe mogelijk is. Albert Einstein stelt in zijn algemene relativiteitstheorie dat tijd relatief is. Dit houdt in dat de tijd langzamer gaat naarmate een persoon zich steeds sneller voortbeweegt door het universum.
Maar met 'tijdreizen' kan men het ook hebben over mentaal tijdreizen. Indien men iemand, bijvoorbeeld, onder hypnose terug naar de jeugdjaren brengt, of zelfs tot in de moederschoot, kan er over een vorm van tijdreizen sprake zijn. Ook bestaan er technieken die hetzelfde resultaat opleveren zonder gebruikmaking van hypnose. Met sommige van deze technieken kan men, naar het schijnt, zelfs naar vorige levens tijdreizen.
Tot op heden zijn geen personen, noch objecten, waargenomen waarvan kon worden vastgesteld dat zij door middel van tijdreizen uit een andere tijd of dimensie naar het heden zijn gereisd. Sommige mensen menen echter dat UFO's in werkelijkheid tijdmachines zijn waarmee onze verre nakomelingen uitstapjes naar het verleden - anders gezegd: ons heden - maken. Sommige ervan beweren zelfs dat er vaak opvallend veel meldingen van UFO's zijn op plaatsen waar even later een grootschalige ramp plaatsvindt, zoals natuurcatastrofen, of door mensenhand veroorzaakte rampen, zoals grote veldslagen of terreurdaden.
Tijdreizen naar het verleden zou in theorie mogelijk zijn met behulp van de volgende methoden:
• Reizen met een snelheid, die de snelheid van het licht overtreft.
• Het gebruik van kosmische snaren.
• Wormgaten en warp Alcubierre aandrijving.
In de moderne natuurkunde worden vaak gedachte-experimenten uitgevoerd over tijdreizen. Er bestaan modellen waarmee tijdreizen mogelijk zouden zijn, maar volledig ontwikkeld zijn deze momenteel nog niet. Er bestaat bovendien geen experimenteel bewijs dat deze modellen juist zouden zijn, terwijl een experimenteel bewijs de enige manier is in de natuurkunde om de juistheid van een theorie vast te stellen.
Om deze modellen te testen zou men een zwart gat, of een wormgat, moeten manipuleren om de tijd-ruimtestructuur te vervormen. Het praktische bezwaar hiertegen is dat men hier astronomische hoeveelheden energie voor nodig heeft en wel in de grootteorde van de jaarlijkse energieproductie van de zon, althans volgens de huidige stand van kennis. Wellicht zijn er nog andere methoden om dit te testen maar vandaag de dag is hierover nog niets bekend. Natuurkundigen, als Paul Davies en Kip Thorne, denken dat - ondanks deze moeilijkheden - tijdreizen toch mogelijk is. Andere geleerden vinden van niet omdat het strijdig zou zijn met het belangrijke causaliteitsprincipe.
Voorwaarts reizen in de tijd is dan weer wel mogelijk volgens de relativiteitstheorie. De tijd tikt immers trager voor een bewegende waarnemer; een feit, dat ook experimenteel bevestigd is. Van dit fenomeen merken we in het dagelijks leven niets, doordat het alleen meetbaar is voor objecten die zich verplaatsen met een snelheid nabij die van het licht. Op die manier kan - in theorie - een waarnemer zijn tijd 'bevriezen' en zo op een later tijdstip terugkeren. Praktisch gesproken is dit soort tijdreizen echter nog veraf: geen van de huidige ruimteschepen haalt immers een snelheid die vergelijkbaar is met die van het licht. Het snelste voertuig dat ooit door mensen vervaardigd is, de Voyager 1, haalt een snelheid van 17,07 km/s, slechts een fractie dus van de 300.000 km/s.
Kan een reis in de tijd plaatsvinden binnen hetzelfde parallelle universum waarin het object zich voor de tijdreis bevindt? Een reis is in dit geval niets meer dan het verplaatsen van atomen. Dit reizen gebeurt met als variabelen de tijd en plaats. In theorie is het aantal atomen waaruit het heelal of een parallel universum op een gefixeerd punt in de tijd is opgebouwd, een vaststaand getal.
Zou men binnen hetzelfde parallelle universum bijvoorbeeld één duizendste seconde terugreizen in de tijd naar dezelfde plaats, dan zou men zichzelf kunnen ontmoeten. Echter de twee lichamen zouden bestaan uit exact dezelfde atomen, met als overeenkomst dat ze afkomstig zijn uit hetzelfde parallelle universum, maar met als verschil dat ze afkomstig zijn van twee verschillende tijdstippen. Bij een reis naar een ander parallel universum doet zich hetzelfde voor, maar bestaan drie mogelijke overeenkomsten, of de objecten bestaan uit dezelfde atomen, of uit andere, of ze hebben gemeenschappelijk voorkomende atomen.
Feit blijft wel dat er binnen één parallel universum dan twee dezelfde atomen aanwezig zullen zijn. De vraag rijst dan ook of het mogelijk is dat een atoom op één punt in de tijd op twee plaatsen binnen één parallel universum kan voorkomen? Als dit onmogelijk is, lijkt ook het maken van een tijdreis onmogelijk. Stel dat tijdreizen wel mogelijk is, en zou een atoom daadwerkelijk in stoffelijke zin een tijdreis kunnen maken, dan zou volgens de relativiteitstheorie het heelal van het parallel universum waarheen het atoom reisde, een stijging geven in de hoeveelheid massa en energie. Of nu één, alle of substantiële hoeveelheden aan atomen van één parallel universum een tijdreis zouden maken, naar allemaal een tweede parallel universum, zouden in beide universa de fundamentele natuurkundige principes veranderen. Het is dan ook mogelijk dat tijdreizigers zelf, en eventuele objecten die ze meenemen op hun reis, in theorie in twee parallelle universa, hoe miniem of desastreus dan ook, de natuurkundige wetten zouden beïnvloeden.
Wil men als in bovenstaand verhaal als ruimtereiziger een ramp uit het verleden exact aanschouwen, en daarvoor terugreizen in de tijd, dan moet de reis bij voorkeur binnen hetzelfde parallel universum gebeuren. In een willekeurig parallel universum kan die ramp namelijk of exact hetzelfde, of anders, of helemaal niet hebben plaatsgevonden. De kans dat de ramp eveneens heeft plaatsgevonden in een willekeurig parallel universum is aanwezig, maar kan dus ook op nul worden gesteld. De meest recente schatting van het aantal bestaande parallelle universa binnen het multiversum ligt op 10 tot de macht 500. De tijdreiziger moet bij zijn reis dan ook de beschikking hebben over een methode om niet gedurende de reis in een ongewenst parallel universum te komen, en hij moet waarschijnlijk later ook weer terug naar zijn eigen tijd en plaats.
Bij het denken over tijdreizen ontstaan vaak paradoxen zoals de 'grootvaderparadox'. Deze kan als volgt geformuleerd worden: "Als ik terugga in de tijd en ik dood mijn grootvader, hoe is het dan mogelijk dat ik besta?". De mogelijkheid van tijdreizen zet dan ook het hele begrip van causaliteit op zijn kop. Een mogelijke oplossing volgens sommige kosmologen is dat bij iedere ingreep in een tijdlijn in het verleden een nieuwe parallelle tijdlijn ontstaat zodat er geen paradox meer is. Vanaf de ingreep bestaan er nu twee takken naast elkaar: de oorspronkelijke ongewijzigde en de nieuwe met een gewijzigd verder verloop naar de toekomst.
In het bovenstaande geval van de grootvaderparadox zou dan het volgende zijn gebeurd: Ik ga terug in de tijd. Op het moment dat ik arriveer in het verleden is er een ingreep in de tijdlijn en ontstaat er op hetzelfde moment een nieuwe parallelle tijdlijn. Zo zijn er vanaf dat moment twee tijdlijnen of parallelle universums die 'naast elkaar' bestaan in het multiversum: Een lijn waar ik in het verleden teruggereisd ben en eventueel mijn grootvader vermoord. En de 'originele' tijdlijn waar er in het verleden niets ernstigs met mijn grootvader gebeurd is, zodat ik gewoon geboren ben om later naar het verleden te kunnen reizen.
Een verschijnsel bij tijdreizen is het zogenaamde 'rimpeleffect', 'ripple effect' in het Engels. Dat houdt in, dat wanneer een tijdreiziger iets verandert in het verleden, het heden en de toekomst automatisch mee veranderen. Ook veranderen de geheugens van mensen zodat ze zich alleen de nieuwe, veranderde, gebeurtenis herinneren. Dit rimpeleffect hoeft niet altijd meteen op te treden, maar kan ook vertraagd plaatsvinden of in verschillende stappen. Doorgaans is alleen de tijdreiziger immuun voor dit effect, waardoor hij zich nog wel de originele gebeurtenis herinnert.
Een gerelateerd verschijnsel is het zogenaamde 'vlindereffect'wat inhoudt dat een kleine, ogenschijnlijk onbelangrijke ingreep in het verleden, op lange termijn toch grote gevolgen kan hebben voor de toekomst.
Een tijdlus is een effect verbonden met tijdreizen, waarbij gesteld wordt dat het verleden niet veranderd kan worden daar alles al vaststaat. Als een tijdreiziger teruggaat in de tijd staat vooraf al vast wat voor effect zijn aanwezigheid zal hebben op het verleden, daar het feitelijk al een keer gebeurd is. Een voorbeeld: een tijdreiziger leest in een geschiedenisboek over een ernstig ongeluk dat in een ver verleden heeft plaatsgevonden en besluit terug in de tijd te gaan om dit te voorkomen, maar eenmaal in het verleden blijkt hij - door een samenloop van omstandigheden - zélf de veroorzaker te zijn van dit ongeluk.
Zo'n tijdlus kan leiden tot een kip-en-eiprobleem. Voorbeeld: als een tijdreiziger naar de toekomst gaat, daar een apparaat bemachtigd dat in zijn eigen tijd nog niet bestaat, dit mee terugneemt naar het verleden, en dan in het verleden het apparaat in productie neemt, wie is dan uitvinder?
Tijdreizen speelt dus een zeer grote rol in fictie. Hierin gebeurt dit vaak met behulp van een tijdmachine, maar of tijdreizen ooit werkelijkheid wordt, is nog altijd de grote vraag.
Bron: Wikipedia
Organisaties gespecialiseerd in tijdreizen
- Vind nog meer organisaties gespecialiseerd in tijdreizen op Zoek&Vind.
- Jouw organisatie er nog niet tussen? Voeg ze toe op Zoek&Vind!
Blogposts over tijdreizen
|