ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

Frédéric Lenoir: Over het godsbegrip, ziel, en leven na dit leven

De tekst is een extract uit: 'God - Voor zoekers, twijfelaars, gelovigen en atheïsten' van de Franse filosoof Frédéric Lenoir.
door Tsenne Kikke - zaterdag 27 juni 2015 20:08

Theologische argumenten kunnen op  holle woorden lijken, wanneer we met de verschrikkingen van het lijden worden geconfronteerd.

Het argument van de vrije wil overtuigt niet, aangezien er heel wat kwaden zijn die niet door de mens maar door de natuur worden veroorzaakt, zoals ziekten en aardbevingen. Net als bepaalde Griekse denkers zouden we eventueel kunnen overwegen dat er een onpersoonlijke goddelijke wereld bestaat die niet om de mens geeft. Maar hoe valt de bijbelse idee van een almachtige, volkomen goede God die zich bekommert om de mensheid te rijmen met de dood van een kind dat na een ondraaglijk lijden sterft - of, met die van honderdduizenden mensen, die ondanks het feit dat ze zeer verschillende levens hebben geleid allemaal tegelijk omkomen bij een ramp? Waar zijn dan de barmhartigheid en rechtvaardigheid, die wezenlijke attributen van de geopenbaarde God?

Epicurus heeft dit probleem goed verwoord: óf God is bereid het kwaad uit te roeien, maar er niet toe in staat, wat betekent dat Hij machteloos is; óf Hij is er wel toe in staat, maar niet toe bereid, wat betekent dat Hij van kwade wil is; óf Hij is er niet toe in staat en niet toe bereid, en dus zowel machteloos als van kwade wil. En dit leidde tot zijn conclusie: 'Als Hij ertoe in staat en bereid is, zoals alleen God betaamt, waar komt dan het kwaad vandaan en waarom heft God dat dan niet op?' (Essais de théodicée).

Het grote antwoord van de godsdiensten op deze bedenkingen is het hiernamaals. Uiteindelijk zit er niets anders voor ze op dan uit te gaan van een ander leven aan gene zijde van deze wereld, waar Gods barmhartigheid en rechtvaardigheid volledig tot uitdrukking zullen komen en zullen herstellen wat de natuur of de menselijke wil kapot heeft gemaakt. Anders gezegd: we kunnen het aardse leven slechts doorgronden in het licht van een hoger bestaan dat ons wacht na de dood. Deze overtuiging is niet voorbehouden aan de monotheïstische religies. Net als andere Griekse denkers geloofde Socrates in de onsterfelijkheid van de ziel en in een gelukzalig leven na de dood. Zoals ik al zei, verzekerde hij zijn leerlingen zelfs dat hij met kalm en onverstoorbaar gemoed het onrecht van zijn terdoodveroordeling verdroeg omdat hij verwachtte na zijn dood in het gezelschap van de goden en de deugdzame zielen terecht te komen.

Met zijn beroemde 'Mythe van Er' (Staat, hoofdstuk 10) oppert Plato op zijn beurt de mogelijkheid van reïncarnatie. Dit geloof in een reeks opeenvolgende levens wordt niet alleen door boeddhisten en hindoes gedeeld, maar ook door veel volkeren met een sjamanistische religie.

Het geloof in zielsverhuizing heeft als voordeel dat ermee kan worden verklaard waarom de ene mens geluk heeft en de andere door onheil wordt achtervolgd: dit is het positieve of negatieve effect van daden die in vorige levens zijn begaan. Een abrupt levenseinde (zoals de dood van een jong kind) is volgens deze visie al evenmin een punt, omdat de overledene in een volgend leven een nieuwe kans krijgt. De monotheïstische godsdiensten, die betogen dat ieder mens slechts eenmaal leeft en daarna herrijst in het hiernamaals, hebben daarentegen geen bevredigend antwoord op de vraag waar het goed voor kan zijn dat een kind op jonge leeftijd sterft, nog voordat het gestalte heeft kunnen geven aan zijn persoonlijkheid en zich van zijn vrije wil heeft kunnen bedienen; of waarom sommige mensen gebukt gaan onder rampspoed en andere door het leven in de watten worden gelegd.

Uit: 'God - Voor zoekers, twijfelaars, gelovigen en atheïsten' - Frédéric Lenoir.

Involutie versus Evolutie

Van natuurgeesten - tot goden - tot één godheid - tot spiritualiteit, zijnde: het goddelijke in onszelf? Of, van de 21ste eeuwse spiritualiteit - tot één godheid - tot goden - tot natuurgeesten? Zoals, bijvoorbeeld, het druïdisme, het sjamanisme, het voodooisme, het shintoïsme, en zo meer.

Note: Plato has a similar account of the afterlife in the 'Phaedo'. He explains that true philosophers who have lived a holy life are eventually released from this cycle of reincarnation and entirely as souls inhabit beautiful dwellings.

Anders gezegd: veel mensen lezen iets, en denken dat het eveneens op henzelf betrekking heeft. Besef bovendien dat het over een mythe gaat, eigen aan die Grieks-Mythologische tijdsperiode; een periode, waarin zelfs een Plato overtuigd was dat de Aarde een platte schijf was.

Commentaar


Wees de eerste om te reageren!

Reageer


Opgelet: momenteel ben je niet ingelogd. Om onder jouw eigen naam te posten kun je hier inloggen.

Mijn naam:
Mijn e-mail adres:
Mijn commentaar:
Verificatie:
Typ de code hierboven in:


School voor ontwikkeling van De Innerlijke Mens


Adverteer op Spiritualia
Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht