Dyslexie is een erfelijke neurologische stoornis, schreven we in de vorige blog. Maar ook bepaalde angsten, trauma's en fobieën kunnen erfelijk opgeslagen worden en worden doorgegeven aan volgende generaties.
Daar bedoel ik mee, dat mensen die in een vorig leven geloven, en dus ook in reïncarnatie of in wedergeboorte, geen rekening houden met het feit dat alle ervaringen van onze voorvaderen ergens in onszelf - in de genen, misschien - opgesloten kunnen zitten.
De mens is zichzelf weinig bewust van hoe zijn instinctcentrum functioneert. Van dieren kunnen we het beter begrijpen en op een logische manier aanvaarden. Zo zijn spinnen nooit naar een spinnenschool geweest om te leren hoe ze een web moeten maken, noch vogels naar een vogelschool, om aan te leren hoe een nest moet worden vervaardigd. De ene generatie ontvangt informatie van al de vorige generaties. Een spin hoeft dus niet gereïncarneerd te zijn om zich dingen 'uit het verre verleden' te 'herinneren'.
Zelfs tijdens ons verblijf in de moederschoot doen we zeer veel zaken van de moeder op, vooral op emotioneel gebied; zaken, die we pas veel later, op een persoonlijke manier, onbewust trachten te vertalen en waarvan veel mensen denken dat ze iets met een vorig leven te maken hebben.
Epigenetica, bijvoorbeeld, is het vakgebied binnen de genetica dat de invloed bestudeert van de omkeerbare erfelijke veranderingen in de genfunctie.
Het is wel degelijk wetenschappelijk bewezen dat stressgevoeligheid bij kinderen, van wie de moeder tijdens de zwangerschap aan sterke stressprikkels werd blootgesteld, ook in verhouding veel hoger ligt. Bij posttraumatische stressstoornis (PTSD) in het derde trimester van de zwangerschapscyclus is deze overdracht het grootst. Verhoogde cortisolniveaus als indicatoren van stress werden dan ook in de baby waargenomen.
Een nadenker dus, voor al degenen die durven nadenken en over een open geest beschikken. In elk geval: of er nu ja dan neen een leven voor of na dit leven zou kunnen zijn, is niet zo belangrijk, zolang we dit leven maar ten volle beleven en niet - in afwachting van ons overlijden - als mensmachines worden geleefd, nietwaar?
Angsten zijn wel degelijk erfelijk
Kerry Ressler en zijn collega Brian Dias, twee Amerikaanse onderzoekers, trainden mannelijke muizen om vanzelfsprekend angstig te worden bij het opsnuiven van de geur van acetofenon.
Acetofenon, een chemische stof, wordt namelijk gebruikt om geuren samen te stellen, die lijken op amandel, kers, kamperfoelie, jasmijn, en aardbei. Daarnaast wordt het in kauwgom toegepast. Natuurlijke bronnen van acetofenon zijn appel, kaas, abrikoos, banaan, vlees en bloemkool. Het is tevens één van de 599 additieven die in sigaretten voor kunnen komen.
De onderzoekers verspreidden de geur ervan in een kooitje, terwijl ze aan mannelijke muizen lichte elektrische schokken toedienden. Vrij snel leerden de diertjes om pijn met die geur te associëren: na een tijdje begonnen ze reeds te sidderen van zodra ze de acetofenon roken, zonder dat de schokken werden toegediend.
Vervolgens onderzochten ze het sperma van de getraumatiseerde muizen en ontdekten ze dat het stukje DNA, dat verantwoordelijk is voor de gevoeligheid voor acetofenon, actiever was dan gewoonlijk.
Vervolgens lieten ze de muizen paren, en stelden ze hun jongen en 'kleinkinderen' eveneens een tijdlang bloot aan de geur van acetofenon. Ook deze beestjes reageerden er ontwijkend op, ook al hadden ze die nooit eerder waargenomen. Uit onderzoek bleek dat hun hersenstructuur was veranderd. Men stelde vast dat de breinen veel meer neuronen bevatten die proteïne receptoren aanmaakten die gekend zijn voor het detecteren van die specifieke geur.
Volgens de onderzoekers betekent dit, dat de ervaringen van ouders zowel de structuur als de functie beïnvloeden van het zenuwstelsel van hun nakomelingen, zelfs voordat die werden verwekt.
Maar sommige onderzoekers staan nogal sceptisch tegenover deze bevindingen, omdat een biologsch mechanisme, dat het fenomeen verklaart, niet werd gevonden.
Ressler is zich daarvan bewust en weet dat het scepticisme zal blijven bestaan totdat men het fenomeen op een moleculaire manier zal kunnen verklaren. Ten eerste, voegde hij eraan toe, is het proces gecompliceerd en bovendien zal het heel veel tijd in beslag nemen. Tientallen jaren, naar het schijnt.
Nochtans kunnen de resultaten van nut zijn bij de behandeling van fobieën, angsten en posttraumatisch stresssyndroom. Niet bij muizen, maar bij de mens, natuurlijk.
Ondertussen doen de onderzoekers dapper voort en vragen zich af hoeveel generaties lang de gevoeligheid voor acetofenon zal blijven voortduren.
Terug naar een vorig leven... Wist je dat zeer veel mensen geloof hechten aan de veronderstelling dat ze, bijvoorbeeld, in dat vorige leven op een brandstapel zijn gestorven, of in een kerker aan hongersnood zijn overleden, en zo meer? En, dat ze in dit leven de pijnlijke gevolgen daarvan nog immer in zich meedragen en moeten verwerken, wist je dat?
De vraag is: is de kans niet groot dat hun verbeelding parten met hen speelt? Ik weet het niet... Daarom werp ik het onderwerp hier te grabbel. Tussen haakjes: Jij weet het wel?