Op Wikipedia lezen we dat een spook, fantoom of geestverschijning een vermeend verschijnsel is dat in het volksgeloof doorgaans in verband wordt gebracht met de ziel of geest van een overleden persoon die niet tot rust kan komen. Zij, die wel tot rust zijn gekomen, verblijven - volgens de katholieke godsdienst - in de hel, vagevuur, of hemel. Andere, spreken over een 'hiernamaals', of van iets in dien aard.
Geloof in spoken is gebaseerd op de oude gedachte dat een menselijke geest kan worden gescheiden van het lichaam en kan voortbestaan na de dood van het lichaam. De plaats waar de geest van de overledene rondspookt, associeert deze met een sterke emotie die hij in het verleden onderging, zoals wroeging, angst, of de verschrikking van een gewelddadige dood.
Hoe spoken eruitzien en zich gedragen varieert sterk per verhaal of cultuur. Een spook wordt meestal voorgesteld als een kleurloze schim. In films, al naar gelang het genre, zijn spoken doorzichtige wezens die door gesloten deuren kunnen zweven of lopen, waarbij ze vaak weeklagen, of figuren die met een soort laken zijn overdekt en een holle lach kunnen produceren.
In elk geval: geesten, zoals wij ze kennen, zijn verschijningsvormen van overleden personen. Enerzijds zijn deze verschijningsvormen geen daadwerkelijk bewijs dat er leven na dit leven bestaat, maar anderzijds kunnen we zé - indien we dit wensen - dan toch wel als bewijs aanschouwen. Wat zal het zijn? Doch, is ons uitgangspunt wel juist? Anders gezegd: bestaan geesten wel degelijk? Of zijn ze producten van een verwarde menselijke geest?
Spookverhalen bestaan al eeuwenlang, en een studie in de Verenigde Staten leidde tot het resultaat dat bijna de helft van de Amerikanen in het bestaan van geesten en spoken geloven en dat 22% beweert hun aanwezigheid te hebben gezien of te hebben aangevoeld. Ikzelf vermoed dat deze cijfers ook voor Nederland en België gelden; dit, ondanks het feit dat er tot op heden geen enkel wetenschappelijk bewijs voor bestaat.
Maar verbeelding doet 'wonderen'. Ooit eens gans alleen midden in de nacht in een donker bos gelopen? Indien ja: was je ervan bewust in welke mate je een speelbal was van je eigen verbeelding bij het minste gekraak?
Mensen kunnen hallucineren. Iemand die aan delirium tremens lijdt, ziet overal in zijn kamer ongedierte rondlopen, zoals spinnen, schorpioenen, slangen, hagedissen, en zo meer. Voor die persoon kruipen ze daadwerkelijk in die kamer en over zijn bed rond.
Ook literatuur en films beïnvloeden het brein van gevoelige personen en zeer veel mensen zijn - zonder dat ze er zélf van bewust zijn - geestelijk gestoord.
Anders gezegd: de psychologische toestand van een persoon bepaalt of hij/zij ja dan neen in het bestaan van geesten en spoken geloof hecht. Daadwerkelijke bewijzen hoeven niet te bestaan - en, indien men ietwat fanatieker is ingesteld, zal men de verschijningen verbeelden.
Maar in sommige gevallen resulteren legitieme natuurverschijnselen, of een combinatie van verschillende verschijnselen, in een zogenaamde 'waarneming van spoken of geesten'.
Bijvoorbeeld: uit een onderzoek, daterend uit de jaren 1970, bleek dat extreem laag frequente elektromagnetische velden bepaalde delen van de hersenen kunnen stimuleren en effecten produceren die vaak worden geassocieerd met spoken en geesten. Zo verhuisde een familie naar een huis waarin een kamer was die bepaalde verschijnselen opriep. Indien men erin verbleef, kreeg men hoofdpijn, of werd men duizelig, met als gevolg, dat men vanuit de ooghoeken schaduwen zag.
Na onderzoek kwam men tot de vaststelling dat het huis direct gelegen was onder hoogspanningskabels die een elektromagnetisch veld uitzonden en een laagfrequent gebrom. Het was die frequentie die de oogbollen lichtjes deden trillen en ertoe leidde om dingen te zien vanuit de hoeken van de ogen. Er bestaat dus een verband tussen hersengolven en geomagnetische golven.
Laagfrequent gebrom, ook wel eens infrageluid genoemd, kan ook gevoelens van angst en bezorgdheid uitlokken. Hollywood kent dit fenomeen reeds sinds de jaren 1950 en de reden waarom die laagfrequente tonen in griezelfilms worden aangewend.
Naast infrageluid en elektromagnetische golven kunnen andere oorzaken 'paranormale fenomenen' veroorzaken. Zo was er een familie, die niet enkel en alleen last had van hoofdpijnen en duizelingen, maar ook van een sterke zwavelreuk én van kleine uitbarstingen van vuur uit de muren. Na onderzoek stelde men vast dat het huis aan een vuilnisbelt aanleunde en dat er voortdurend methaangas uit de grond naar boven sijpelde. Dat was dan ook de reden waarom ze die stank roken en de statische elektriciteit zorgde voor de kleine vuuruitbarstingen.
In zeer veel gevallen zijn geestenverschijningen het gevolg van optische illusies en meestal het gevolg van licht dat op een venster of op een reflecterend voorwerp stuitert en weerkaatst wordt.
Zo is ook het psychologische fenomeen 'pareidolie' alom bekend, waarbij de hersenen betekenis geven aan eender welke willekeurige afbeeldingen of patronen, bijvoorbeeld: het zien van gezichten in wolken, of zeggen dat je de geest van je oma in de schaduw van een kleerkast hebt gezien.
Kortom: we zijn erg 'foutgevoelig' in termen van waarneming en perceptie. We hebben een aanleg om bepaalde visuele leegten met een culturele context op te vullen; met beelden, waarmee we allemaal gebombardeerd worden. In het donkere bos zien we een slang op de weg liggen, maar bij nader inzien was het gewoonweg een dode tak. We zien iets dat logischerwijze niet klopt, en onze gedachten geven ons de 'logische conclusie': 'Het is een geest, of spook!".
En, natuurlijk zijn er mensen bereid om zelfs foto's te trukeren teneinde hun bijgeloof aan anderen op te dringen. Wist je dat sommige mensen hun eigen leugens als waarheid geloven? Vertel een leugen lang genoeg en het is zover. Zo zijn er moordenaars, die bij hoog en laag beweren dat ze geen misdaad hebben gepleegd en zichzelf daarvan hebben kunnen overtuigen. Zo sterk zelfs: dat ze voor de buitenwereld geloofwaardig overkomen...
Een andere aanpak is psychometrie, waarbij bij het aanvoelen van foto’s of voorwerpen, die aan overleden personen toebehoorden, in zeer vele gevallen de geest van die persoon op het toneel doet verschijnen. Sommige psychometristen beweren dan ook dat ze die overledenen zien en ermee kunnen communiceren. Maken ze in hun verbeeldingswereld een beeld van die persoon? Of ‘zien’ ze hen effectief? Hetgeen ons dan bij de traditionele spiritistische seances doet belanden.
Bij zulke seances kan men bij het opdoemen van geesten de vraag stellen: "Is dit de geest van een dode, of is het het onderbewustzijn van het medium, dat, als gevolg van een (zelf)suggestie zich voor een geest uitgeeft?".
Spiritisten, die menen dat elke tafelbeweging, kruishoutbeweging, klopping, trancetoespraak, elke uiting van automatisch schrift, kortom al de paranormale verschijnselen aan de geest van een dode moeten worden toegeschreven, dwalen.
Volgens Kant, bijvoorbeeld, was alles wat rondom geesten draaide een nutteloos onderzoeksveld. Nogmaals: het feit dat geestenverhalen de ronde doen, bewijst nog altijd niet dat er een geestenwereld bestaat. Hetzelfde geldt met betrekking tot verhalen over paashazen, Kerstmannen, Sinterklazen, weerwolven en vampiers. Wie aan zulke dingen geloof hecht, dwaalt.
Toch mogen we het kind niet met het badwater wegwerpen. Zo zijn er gevallen bekend van mensen die een persoon in hun geest zagen verschijnen om daarna te horen dat hij/zij op dat tijdstip was overleden. Ofwel logen ze, ofwel was het de waarheid, maar dit heeft nog altijd niets met geestenverschijningen te maken.
Meer studie en onderzoek is nodig, doch de kans is groot dat we hier te maken hebben met mensen wiens intuïtie overmatig is ontwikkeld en extra gevoelig zijn voor hersengolven, of voor bepaalde emotionele toestanden, die mensen over lange afstanden naar elkaar kunnen uitzenden, net als laagfrequente golflengten: dezelfde golflengten, die worden bespeurd in de geomagnetische velden van onze planeet Aarde.
Het is een feit dat we de inhoudelijke kennis van een geestenwereld moeten ontkennen, maar dat sluit niet uit dat informatie uit die wereld (indien die bestaat) misschien tot ons - op de één of andere manier - kan doordringen. Anders gezegd: we blijven op kritische wijze open staan voor bepaalde mogelijkheden. Dus, totdat we ‘bewijzen’ voor onszelf ervaren, moeten we blijven afwachten.
Nog anders uitgedrukt: indien we erin slagen ons te ontdoen van de 95% rommel, blijft er misschien nog 5% over dat de moeite waard is om er enige tijd, energie en aandacht aan te besteden.
Tot besluit: Over dit thema schreef ik reeds iets, waarvan hier de link. Bekijk en aanhoor vooral het kort filmpje dat ik eraan toevoegde.
Ikzelf hou me reeds sedert de beginjaren '70 van de vorige eeuw met het paranormale bezig. In 1979 maakte ik zelfs deel uit van de lijst van studenten van de 'Internationale Academie van Manternach' in Luxemburg, onder leiding van, onder andere, Dr. Henri Van Praag (1916 - 1988) en Wilhelm Tenhaeff (1894 - 1981). Het collegegeld bedroeg 60.000 Belgische Franken, oftewel 4.000 Nederlandse Gulden.
Nu ik het daarover heb, vraag ik me af wie van al de oorspronkelijke deelnemers nog in leven zijn. Maar, bij nader inzicht is de lijst véél te lang, en om die reden besteed ik er een andere pagina aan. Bent jij één van hen, of kent je iemand van hen? Doorloop de namenlijst op de volgende bladzijde en laat iets weten in de sectie 'Commentaar', geheel onderaan.