ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

Hooggevoeligheid is een psychologische term, daterend uit 1996

Tsenne Kikke Auteur
Tsenne Kikke

Geplaatst op
dinsdag 16 oktober 2012 23:44

Hooggevoeligheid is een term uit de psychologie, die in 1996 werd geïntroduceerd door de Amerikaanse psychologe dr. Elaine N. Aron. Baserend op de onderzoeken van de psychiater Carl Gustav Jung, en psycholoog dr. Jerome Kagan, kwam zij tot de conclusie dat hoogsensitiviteit sterk aangeboren en genetisch bepaald is. Een hooggevoelige persoon gaf ze de naam ‘Highly Sensitive Person’, HSP afgekort. In het Nederlands wordt ‘highly sensitive person’ vertaald als 'hoogsensitief persoon' of 'hooggevoelig persoon'.

Aron concludeert dat uit meerdere onderzoeken blijkt dat mensen met een gevoeliger zenuwstelsel zowel intern als extern sterker geprikkeld worden dan gemiddeld. In interne zin zijn HSP's gevoeliger voor emoties, pijn, genot en andere lichamelijke en geestelijke ervaringen. In externe zin zijn HSP's niet alleen gevoeliger voor geluiden en geuren en voor visuele en tactiele stimulatie, maar blijken zij ook meer indrukken op te nemen, waardoor zij zich eerder en meer bewust zijn van details en het aantal mogelijke scenario's die een omgeving in zich bergt. HSP's zijn daardoor meer alert op mogelijke gevaren en zijn eerder geneigd tot het overdenken en inschatten van situaties wat volgens Aron door collega's vaak ten onrechte als verlegenheid en geremdheid wordt beschouwd.

Ook zijn HSP's geneigd tot minder sociale omgang en assertiviteit, volgens Aron wederom niet omdat ze verlegen of weinig sociaal zijn, maar als gevolg van noodzakelijke aanpassing aan hun aangeboren eigenschap die hen noopt voorzichtiger met zichzelf en hun omgeving om te gaan. Tevens zijn HSP's vanwege hun aangeboren opmerkingsvermogen meer geneigd tot empathie en blijken zij in met name een rustige omgeving in staat te zijn informatie beter dan gemiddeld in zich op te nemen en tot in alle details en nuances uit te werken.

Voor Aron vormen deze onderzoeksresultaten aanleiding voor een andere, positievere benadering en waardering van hooggevoeligheid.

In praktische zin is het volgens Aron belangrijk dat HSP's zich bewust worden van die aangeboren eigenschap en dat ze hun levenswijze daaraan aanpassen: Meer rust nemen, vaker alleen zijn of de natuur opzoeken en overprikkeling beperken; zoals drukke, competitieve omgevingen. Ook dienen zij schuld- of minderwaardigheidsgevoelens over hun inherente beperkingen los te laten en doen HSP's er beter aan niet te trachten zich te conformeren aan het gedrag van niet-HSP's, zoals vaak door hedendaagse reguliere therapeuten verlangd wordt.

Anderzijds besteedt ze veel aandacht aan het waken voor overdrijven, dramatiseren en slachtoffergedrag (beseffen dat hooggevoeligheid sterkere emoties kan oproepen dan reëel gerechtvaardigd is: het bewaken van de interne sensitiviteit), evenals aan enige assertiviteit waaraan het veel HSP's vaak ontbreekt. Ook stimuleert ze HSP's vooral aan het maatschappelijke leven te blijven deelnemen. Omdat hun hooggevoeligheid hen in staat stelt informatie onder de juiste omstandigheden (een rustige werkomgeving zonder een overmaat aan druk en kritiek en overdreven toezicht) beter en uitgebreider te verwerken kunnen zij aanzienlijk aan de samenleving bijdragen. Door deze positieve waardering van en betere omgang met de aangeboren kwaliteiten zullen veel HSP's volgens Aron een gelukkiger geestelijk leven leiden.

Aron wijst dus ook op een sociaal-psychologische context. Hooggevoeligheid brengt volgens haar veel waardevolle eigenschappen met zich mee waardoor HSP's bijvoorbeeld vaak de 'ideale werknemer' zijn: consciëntieus, loyaal, gericht op kwaliteit en met een hoog inzicht in mensen en processen.

Daarnaast constateert Aron uit onderzoek dat HSP's zich meer dan gemiddeld aangetrokken voelen tot kunst en wetenschappen en adviserende en verzorgende taken, en minder tot leidinggevende functies en competitieve beroepen. Aangezien deze beroepsgroepen, net als alle andere, menig beroemdheid hebben voortgebracht die van algemeen erkend belang voor mens en samenleving is geweest, wordt dit als ondersteuning van Arons argument gezien dat hooggevoeligheid beslist maatschappelijk positief te waarderen valt in plaats van dat het gecorrigeerd moet worden. Ze stelt dan ook dat de therapeutische psychologie niet moet zwichten voor de eisen van een cultuur of tijdgeest die macht, winst en insensiviteit hoger lijken te waarderen en pleit ook in maatschappelijke zin voor een positieve herwaardering van hooggevoeligheid.

Volgens Elaine Aron is 15 tot 20 procent van de mensen hooggevoelig en zij is fel tegen opname van de term in het DSM-IV omdat het een aangeboren karaktereigenschap betreft. Tot op heden is dat ook niet het geval.

Aron wijst ook op studies uit de evolutionaire psychologie, waar steeds meer aanwijzingen worden gevonden dat (hoog-)gevoeligheid, empathie en altruïsme een onmisbare functie bezetten in evolutionaire processen.

Hooggevoelige kuddedieren zullen hun groep eerder waarschuwen voor dreigend gevaar en de sensitiviteit van ouderdieren voor de behoeften van hun jongen stelt ze meer in staat hen succesvol groot te brengen (een succesvolle groepsleider kan nooit opgroeien als diens ouders niet succesvol in diens eerste levensbehoeften hadden voorzien: zorg, voeding en bescherming). Tevens bestaan er onderzoeken die wijzen op het bestaan van verlegen en brutale varianten binnen één soort, en zijn er aanwijzingen voor een gemeenschappelijke biologische basis voor verlegen en brutaal gedrag bij zowel mensen als dieren.

- Behalve door Aron zijn ook door psycholoog Ted Zeff twee boeken over hooggevoeligheid gepubliceerd.

- Naar het onderwerp zintuigstimulatie en gevoeligheid is eerder onderzoek gedaan door Eysenck over introversie en stimulatie, terwijl Pavlov onderzoek deed naar zintuiglijke reacties. Hij noemde het verschijnsel ‘fysieke en mentale overstimulatie’. Jung maakte in zijn typologie onderscheid tussen introverte en extraverte types en sprak in dit verband ook over hooggevoeligheid. Recenter zijn onder andere onderzoeken door Kagan en Belsky.

- De grondlegger van de schemagerichte therapie, dr. Jeffrey E. Young, bevestigt het bestaan van hooggevoeligheid, maar legt een verband met het zelfopofferingsschema en in verder verloop met het schema van emotionele verwaarlozing, waardoor naar zijn mening hooggevoelige personen altijd moeten leren hun eigen behoeften te onderkennen en daarin te voorzien. Hij duidt hooggevoeligheid in klinisch psychologische zin dan ook wel degelijk als een psychopathologische conditie die cognitief en gedragmatig behandeld dient te worden.

Bron: Wikipedia

Nota: We zijn volop onze Encyclopedia Spiritualia aan het aanvullen... Heb je ooit zélf op de één of andere manier ervaringen opgedaan met het thema 'hooggevoeligheid'? Of, weet je er iets meer over te vertellen? Laat het ons weten via 'Mijn Commentaar' hier onderaan.

Interessante, reclameloze bijdragen, met een meerwaarde voor onze lezers, komen in onze rubriek Encyclopedia Spiritualia terecht, waarvan hier de link!

Stel je interesse in reclame en naar meer naambekendheid? Klik dan even op deze Zoek&Vind link

Commentaar


Wees de eerste om te reageren!

Reageer


Opgelet: momenteel ben je niet ingelogd. Om onder jouw eigen naam te posten kun je hier inloggen.

Mijn naam:
Mijn e-mail adres:
Mijn commentaar:
Verificatie:
Typ de code hierboven in:


School voor ontwikkeling van De Innerlijke Mens


Adverteer op Spiritualia
Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht