Een mens prent zich dingen in. Inprenten..., een beter en mooier woord om een klein deel van de werkelijkheid te beschrijven, bestaat er in wezen niet. Je herkent er het woordje 'prent' in. Net zoals 'image in het Engelse 'imagination' heeft het iets met een beeld, verbeelden, of verbeelding te maken.
Dingen inprenten, voedt het menselijke brein - en, net als een spiegel dingen weerkaatst, hanteert ons brein onze droom-, gedachten-, gevoels- en verbeeldingswereld.
De mens heeft drie vormen van voeding nodig, zijnde: eten en drinken, zuurstof en indrukken. Ons brein heeft dus permanent indrukken nodig: ofwel, die komende van buitenaf - of, indien we, bijvoorbeeld, tijdens de slaap de ogen sluiten, van binnenuit.
Het menselijke brein...: wat er inzit, komt er uit. Om die reden doet een mens er soms wel eens goed aan om grote kuis in zijn bovenkamer te houden. Natuurlijk vraagt dit inspanning, veel moed en durf. Vooral, indien je beseft dat er een hoop rommel en onwaarheden in bevinden.
Je moet weten dat het lichaam het verlengde is van de hersenen. Het zijn dan ook die hersenen die jou dicteren wat je moet doen, wat je zult voelen, hoe je zult reageren, wat je moet denken, wat je vannacht zult dromen, hoe je instinctief een appel moet verteren, et cetera.
Denk aan angst, en je hart zal sneller gaan kloppen, omdat het bloed daardoor sneller stroomt. Denk aan seks, en datzelfde bloed stroomt naar een andere plaats.
Indien, onder hypnose, een hypnotiseur jou zegt dat je een lekkere pruim aan het eten bent, terwijl het publiek duidelijk ziet dat je daar op het podium als een debiel een citroen aan het verorberen bent, is dat een duidelijk bewijs dat je jouw hersenen eender wat kunt wijsmaken. De hypnotiseur kan jou in een kip transformeren - met als gevolg, dat je op het podium staat te kakelen en predenteert eieren te leggen.
Zo werkt jouw brein: je handelt naar de informatie die je er zélf hebt ingestoken, of van buitenaf hebt toegelaten. Juist of onjuist, doet er niet toe: het brein registreert, vertaalt, maar kan niet oordelen, noch denken in de ware betekenis van het woord.
De hersenen kunnen gerust vergelijken worden met een harde schijf van een computer - en, nogmaals: wat er je er ooit hebt ingestoken, komt er dan ook ooit uit. Indien je geen woord Chinees hebt aangeleerd, zal de Chinese taal als Chinees in je oren klinken.
Natuurlijk heb je geen hypnotiseur van buitenaf nodig om jouw brein te beïnvloeden: via auto-suggestie doen we dat zélf wel. Indien je in een Sinterklaas, kerstman, godheid, paashaas, spook, of eender wat geloof stelt... dan is dat voor jezelf dé waarheid. En als anderen jouw mening delen - wel..., dan voel je je niet meer alleen.
De mens is een vreemd wezen en dermate met zijn lichaam en brein vergroeid, dat hij in de veronderstelling leeft dat hij dat lichaam is. En, als dat menstype sterft, wat anders dan het stof, waaruit hij was gemaakt, kan er achterblijven?
Anders gezegd: welk geloof heb je in jouw brein toegelaten?... Onderzoek het. Niet met jouw alledaagse, formatorisch denken natuurlijk, maar met de rede. Enig idee wat dat is? In elk geval: het eigen denken kan het eigen denken niet onderzoeken, noch ontleden. Logisch, nietwaar?
Maar de vraag was: 'Is een mens dan niet meer dan een brein en lichaam?'. Ik bedoel: indien het lichaam 'normaal' functioneert.
Voor de eclectici: in de veronderstelling dat jij niet jouw brein, noch jouw lichaam bent...: wie of wat ben je dan wél? -