De lijkwade van Turijn is een eeuwenoude relikwie binnen het christendom. Het is een linnen kleed, waarop vaag een beeld van een man te zien is met verwondingen aan de zichtbare hand, zoals ze zouden kunnen ontstaan zijn bij een kruisiging. Volgens sommige christenen is de lijkwade het kleed waarin Jezus werd gewikkeld en begraven nadat hij aan het kruis gestorven was.
Het officiële standpunt van de Katholieke Kerk is dat het om een vervalsing gaat, al laat zij sinds de 14e eeuw de verering ervan toe als een kunstzinnige voorstelling van Jezus.
Ook de meeste wetenschappers beschouwen de lijkwade als een knappe vervalsing uit de late middeleeuwen Dit standpunt wordt onderbouwd met een koolstof 14-datering van een hoekpunt van het kleed. De lijkwade dateer uit de periode van 1260 tot 1390: een uitkomst, die overeenkomt met de eerste aantoonbare schriftelijke vermelding ervan én met de resultaten van een onderzoek uit 2009 naar de mogelijke vervaardigingswijze.
Andere wetenschappers en onderzoeken spreken dit tegen. Een aantal wetenschappers poneren namelijk dat vervalsers uit de middeleeuwen toch niet beschikten over de nodige technologie om zulk een knappe vervalsing te maken. Voor hen is het enkel mogelijk om dergelijke vervalsing te maken door middel van lasers.
De lijkwade wordt momenteel bewaard in de Dom van Turijn - een kathedraal, opgedragen aan Johannes de Doper - in Turijn, waar hij laatstelijk van 10 april tot 23 mei 2010 voor het eerst in tien jaar door het publiek te bezichtigen was.
De lijkwade van Turijn is 4,36 meter x 1,10 meter groot. Op de lijkwade is een afbeelding, of schildering te zien van de voor- en achterkant van een naakte man, die zijn handen gekruist houdt boven zijn kruis. Hij is gespierd, heeft een baard, een snor en lang haar. Hij heeft een lengte van zeker 1,75 meter. Als men er rekening mee houdt dat het lichaam mogelijk wat gebogen heeft gelegen (bepaalde anatomische details zouden daarop wijzen), is de man mogelijk meer dan 2 meter lang geweest.
Afgaande op enkele plekken op de lijkwade, die bloedvlekken lijken te zijn, toont het een lichaam van een man met verschillende wonden:
- Een wonde aan de pols. Deze wond lijkt te zijn veroorzaakt door een doorboring. De andere pols is niet zichtbaar, doordat deze zich tussen de bovenste pols en het lichaam bevindt;
- de zijde. Deze wond lijkt te zijn veroorzaakt door een doorboring;
- de schedel;
- de rug en de benen. Deze wonden lijken te zijn veroorzaakt door geseling.
Met zijn (minstens) 1,75 meter is de man, naar het schijnt, lang voor iemand die in de 1e eeuw na Christus geleefd zou hebben, maar ook voor iemand die in de (late) middeleeuwen leefde.
Op Middeleeuwse schilderijen waarop een gekruisigde persoon te zien is, zijn altijd de handen doorboord en niet de polsen. In het Evangelie staat ook expliciet vermeld dat de spijkers in de handen werden geslagen (Johannes 20:25). Het lichaam op de lijkwade van Turijn heeft echter een wonde op (ten minste) één pols en ongeschonden handpalmen.
Ruim na de middeleeuwen werd pas ontdekt dat wanneer de spijkers bij een kruisiging door de handpalmen geslagen worden, deze zouden scheuren doordat de handpalmen het gewicht van het lichaam onmogelijk kunnen dragen. Wel is aangetoond dat de handpalmen niet zouden scheuren wanneer de spijkers onder een bepaalde hoek door de handpalmen zouden zijn geslagen: via de handpalmen doorheen de polsen.
De aanwezigheid van een doorboringswond in de pols en niet in de handpalmen is voor voorstanders altijd een belangrijk argument geweest; een middeleeuwse vervalser zou nooit de medische details van een executiemethode, die al meer dan 1.000 jaar niet meer gebruikt werd, kunnen weten.
Of de rode vlekken op de lijkwade daadwerkelijk menselijk bloed zijn, is al sinds lange tijd een punt van discussie. De scheikundige Walter McCrone vond bij analyse een combinatie van rode oker en verf, maar anderen hebben de rode vlekken geïdentificeerd als menselijk bloed met bloedgroep AB zonder toegevoegde kunstmatige pigmenten. In alle onderzoeken zijn overigens alleen deeltjes die met een plakband van de lijkwade zijn afgehaald onderzocht en niet de vermeende bloedvlekken zelf.
De kleur van de rode vlekken is een ander punt; als de rode vlekken door bloed veroorzaakt zouden zijn, hadden de vlekken verkleurd moeten zijn. Al in 1937 was het de onderzoeker Paul Vignon opgevallen dat de kleur van het bloed op de lijkwade opvallend rood was. Hij schreef hierover: 'But the color of all this blood raises a new problem. It is a sort of dull carmine, whereas very old blood becomes brown'.
Vignon sprak van een probleem bij de bewijsvoering van de authenticiteit van de lijkwade, maar het bracht hem niet van zijn overtuiging af dat de lijkwade echt was. Voor andere onderzoekers, waaronder McCrone, was de rode kleur een extra argument om aan te tonen dat het om verf ging: pigment verandert niet van kleur. Verdedigers van de theorie dat de vlekken op de lijkwade menselijk bloed zijn, wijzen er op hun beurt op dat bloed van een getraumatiseerd, kapotgeslagen lichaam bilirubine en geoxideerde hemoglobine bevat, waardoor de kleur rood kan blijven.
Anno 2007 sluiten de meeste wetenschappers zich aan bij de conclusie die Walter McCrone al trok, namelijk: dat de vlekken op de lijkwade een mengeling van rode oker en tempera verf bevatten.
De lijkwade van Turijn werd beschadigd bij de brand in 1532. De brandgaten dateren van dat jaar en veel mensen geloven dat de waterschade aan de lijkwade ontstaan is bij het blussen van de brand. Niet lang geleden opperde een textielhistoricus echter dat de waterschade mogelijk veel ouder is, omdat het patroon van de waterschade zou suggereren dat het kleed opgerold was en bewaard werd in kruiken van klei op een vergelijkbare manier als dat de Dode Zeerollen opgerold waren in de eerste eeuw na Christus.
Mensen die geloven in de echtheid van de lijkwade geloven dat de afbeelding ontstaan is door de energie die vrijkwam op het moment van de opstanding van Jezus. Zij ondersteunen hun theorie onder meer door te wijzen op in 1992 ontdekte röntgenachtige afbeeldingen van tanden en vingerkootjes. Ook wordt verwezen naar afdrukken die gevonden zijn in en rondom Hiroshima na ontploffing van de atoombom. Door de grote hoeveelheid energie die bij deze ontploffing vrijkwam, zijn sommige schaduwen op de weg of op muren 'gebrand'. Een dergelijk proces zou dan een verklaring kunnen zijn voor de afdruk op de lijkwade.
Hoewel de Rooms-Katholieke Kerk de authenticiteit van de lijkwade nooit heeft erkend, stond de kerk verering van de lijkwade wel vanaf vrijwel het begin toe. De kerk erkent het belang van de lijkwade van Turijn, maar dan als 'voorstelling' van Jezus en niet als de authentieke lijkwade. In een toespraak in het jaar 1998 zei Paus Johannes Paulus II dat de lijkwade gezien moet worden als 'een spiegel waarin het Evangelie en het lijden van Jezus gezien kan worden'.
Maar vorig jaar, net voor Kerstmis, maakte men er een nieuwe studie van. Italiaanse onderzoekers, met aan het hoofd Prof. Paolo Di Lazzaro, kwamen tot de conclusie dat het géén vervalsing is, daterend uit de Middeleeuwen.
Naar het schijnt zouden tijdens alle vorige onderzoekingen vergissingen zijn gebeurd. Men had wel degelijk vezels onderzocht die uit de Middeleeuwen dateren, maar die vezels werden er in die periode ingebracht omdat men herstellingen had uitgevoerd nadat de relikwie door een brand werd beschadigd.
De afdruk zou wel degelijk zijn ingebracht door elektromagnetische energie; door een soort van bliksemflits, met een korte golflengte. Om dat te bewijzen gebruikten de Italiaande onderzoekers korte, krachtdadige impulsen van ultraviolet licht, die eenzelfde soort van tekens in het doek zouden achterlaten. Ondanks het feit dat hun verklaring aan anderen niet op een al te wetenschappelijke manier overkwam, zullen zij die geloven dat de Lijkwade echt is, de hypothese met beide armen omhelzen.
Dit nieuwe onderzoek werd gedaan in de laboratoria in Frascati, een stadje niet ver weg van Rome. Indien de Lijkwade van Turijn ooit écht wordt bevonden, zal het tot een soort van wonderbaarlijk kunstwerk uit die tijd worden verheven. Maar, zelfs indien het geen vervalsing is, zal niemand kunnen bewijzen dat het om een afdruk van het lichaam van Jezus gaat.
De huidige paus zei dat het enigmatische beeld, dat op het doek is afgedrukt, ons gewoonweg laat herinneren aan het lijden van Christus. Meer hoeven we er - volgens hem - niet achter te zoeken. Uiteindelijk is en blijft de Lijkwade van Turijn tot op heden een groot mysterie. Men geeft er dus maar dé betekenis aan, die men er zélf aan wil geven. Tenslotte weet elke mens alles beter dan de 7 miljard anderen.
Tot besluit: hieronder vind je een integraal, kort interview met prof. Paolo Di Lazzaro...