'De Zingende Zaag’ klinkt zo’n beetje als de titel van een Suske en Wiske tekenstrip. Maar wist je dat een zaag ook als muziekinstrument kan dienen? Het behoort tot de idiofonen. ‘Idios’ betekent ‘eigen’. De term 'idiofoon' impliceert dat het instrument zelf de klank voortbrengt doordat het in trilling gebracht wordt.
Niet de muziek waar ik urenlang naar kan luisteren, maar eenmalig kunnen er wel enkele minuutjes af. Laat jou daardoor niet tegenhouden: jij kunt er misschien wél van houden.
Iemand die een zaag bespeelt, wordt zagist genoemd. Eén van de meest bekende zagisten was de Fransman Jacques Keller (1900-1988).
In principe kan men op elke houtzaag spelen, maar hoe langer de zaag, hoe meer tonen men er uit kan halen. De zaag wordt tot klinken gebracht door op het blad te kloppen - met een hamertje of met een paukenstok - of door met een strijkstok langs de rand van het blad te strijken. De laatste methode is de meest gebruikelijke. Men vindt dan ook zagisten die met een viool-, cello-, of basstok strijken, sommigen die een Chinese of andere exotische stok gebruiken, of zelfs spelers die een primitieve zelfgemaakte stok hanteren - een gebogen stuk hout, bespannen met een touw. In de praktijk blijkt echter dat een klein formaat cello- of basstok het beste klankresultaat geeft.
De verschillende toonhoogten worden verkregen door het blad in meer of mindere mate te buigen - hoe meer het blad gebogen wordt, des te hoger wordt de toon. Om echter een muzikaal bruikbare klank te krijgen, moet aan het eind van het blad ook nog een lichte tegenbuiging gemaakt worden. Het gedeelte van het blad dat tot klinken wordt gebracht, bevindt zich tussen de beide buigingen. Vaak wordt gezegd dat het blad in een S-vorm gebogen moet worden, maar de vereiste tegenbuiging is meestal zo gering dat de S-vorm niet of nauwelijks waarneembaar is.
Over de oorsprong van de zingende zaag doen vele legenden de ronde - het zouden houthakkers in Zuid-Amerika, óf in Scandinavië, óf in de Appalachen van deVerenigde Staten zijn geweest die ontdekten dat de zaag een zingende toon kan produceren als hij op een bepaalde manier gebogen wordt. Maar het ligt voor de hand dat overal waar men een zaag gebruikt dit idee kon zijn ontstaan, en het lijkt dan ook waarschijnlijk dat mensen in verschillende delen van de wereld - onafhankelijk van elkaar - deze ‘ontdekking’ hebben gedaan.
Het eerste gedocumenteerde gebruik van de zaag als muziekinstrument dateert echter van het begin van de twintigste eeuw. In die periode waren er de vaudevillevoorstellingen van de "Weaver Brothers", waarin Elviry Weaver – de vrouw van Frank Weaver – optrad met een zingende zaag. Vermoedelijk was zij ook de eerste die de zaag met een strijkstok bespeelde. Omdat de leden van de Weaver-familie internationaal bekend waren (in een latere periode ook als filmacteurs), trok de act van Elviry veel aandacht. Mede hierdoor werd de zaag in korte tijd een populair instrument, niet alleen in vaudeville- en music-hallvoorstellingen, maar eveneens in de jazz, de country-music en de volksmuziek van verschillende landen. Daarnaast werd het spelen op de zingende zaag ook een bekende act van circusclowns. Ten slotte werd het ook een geliefd instrument onder amateurs, en de firma Mussehl & Westphal, die vanaf 1921 speciale muziekzagen in de handel bracht, verkocht in de jaren twintig en dertig gemiddeld zo'n 25.000 zagen per jaar.
In de periode daarna verminderde de aandacht voor het instrument, volgens sommigen ten gevolge van een verandering van de muzikale smaak. Volgens anderen: veroorzaakt door omstandigheden tijdens de crisisjaren en de Tweede Wereldoorlog. Sinds enkele decennia is er echter weer een groeiende belangstelling voor de zingende zaag, en overal ter wereld - ook in landen als Japan en China - vindt men nu bespelers van het instrument.
Of de zaag op het concertpodium ooit even populair zal worden als de viool is nog de vraag. Hieronder vind je dan enkele voorbeelden van ...