Ik schreef 'misschien' omdat ik jou niets kan garanderen. Elke mens wordt als baby geboren met een bepaald potentieel, maar bij die geboorte waren er geen garantiebewijzen toegevoegd. Op een later tijdstip zul je me misschien beter kunnen be-grijp-en.
In elk geval: ere aan wie ere toekomt. Het basiswerk waarop deze tekst ruggensteunt is afkomstig van Shri Nisargadatta Maharaj, en aangevuld door andere grote Meesters, waaronder G. I. Gurdjieff, en nog vele anderen.
Over Gurdjieff gesproken: hij sprak over verschillende menstypen. En, daar je deze tekst verder aan het lezen bent, mag ik veronderstellen dat je ons werkboek 'Op zoek naar het Wonderbaarlijke' hebt doorgenomen. Deze tekst richt zich tot de 'zoekende mens' én tot menstypen-4 en -5. Anderen kunnen het natuurlijk ook lezen, schreef ik reeds, maar de inhoud slaat spijtig genoeg niet op hen en de zaden kunnen op rotsbodem vallen in plaats van op vooraf omwoelde, vruchtbare grond. Aan deze mensen raadde ik reeds aan om eerst de Werkgroep Zelfkennis te volgen, weet je nog?...
Laten we nu me de tekst aanvangen. Het is geen gemakkelijke, zelfs niet voor onze cursisten, noch voor de mens die zijn pad reeds bewandelt. En, als je iets niet goed begrijpt, maak je er dan geen zorgen over: de tekst is zó opgebouwd dat verklaringen achteraf worden weergegeven en alles met-ter-tijd veel duidelijker wordt. Lees dus gewoonweg verder als je aan de reeds vele malen besproken basisvoorwaarden voldoet, en op het einde van de tekst zal alles véél duidelijker voor je zijn. Ik wens je veel leesgenot toe en een spoedige innerlijke groei!
2. Ooit!
Ooit was de aarde een platte schijf. Ooit vielen de schepen, die de horizon bereikten, in een diepe afgrond. Ooit was de Aarde het centrum van ons zonnestelsel, en ooit kon men niet geloven de er mensen aan de andere kant van de wereldbol rondliepen met hun hoofden naar omlaag. Ooit dacht men dat onze zintuigen alles konden waarnemen wat er waar te nemen is. Nochtans brachten de relativiteitstheorie, de kwantummechanica, aangevuld door wetenschappelijke navorsingen daar veranderingen in. We zien maar een kleine 10% van de werkelijkheid - als het zoveel is - en als we de ogen van een insect, een vis, of een vogel zouden bezitten, dan zouden we 'de wereld' weeral totaal anders zien, met als gevolg: anders vertalen. Stel je maar eens voor dat je de facettenogen had van een bij, of de bolvormige ogen van een kikvors, die enkel en alleen maar zwart-wit schaduwen kunnen waarnemen: hoe zou de wereld er voor jou dan uitzien?
Willens nillens: met deze kleine 10% moeten we het dan maar stellen. De rest kunnen we ons inbeelden, verbeelden, of wetenschappelijke boeken napluizen om theorieën te lezen, die dan binnen enkele jaren weeral verouderd zijn - met als gevolg, dat ze weer door nieuwere theorieën zijn vervangen. Met andere woorden: de énige constante in het ganse universum is Verandering.
Maar, aan de Waarheid kan niets gewijzigd worden. Dat konden de 'mensen' niet zo'n 100.000 jaar geleden, vandaag de dag niet, en ook niet in de volgende 100.000 jaar - gegarandeerd. Hoe dichter bij de bron, hoe zuiverder de Waarheid, en zowel Maharaj, als Gurdjieff, als Osho, evenals Krishnamurti, Steiner, en nog tientallen anderen, brachten ons deze Waarheid, op hun manier, in hun taal.
Dit doet me denken aan het verhaal van de zes blinden die - elk op hun eigen manier - een olifant trachtten te beschrijven. De ene betastte de staart en omschreef het in zijn bewoordingen en vergeleek het met een koord, de tweede blinde beschreef de harde huid als een ruw tapijt, de blinde die aan slachttand stond, had dan weer een totaal ander verhaal en de man die aan de slurf stond, argumenteerde met de vijfde blinde, die het grote oor van de olifant aanvoelde. En, de man die met zijn handen de poot van het dier betastte en deze beschreef als een zuil, kon zich met geen één van de anderen akkoord verklaren. Zo merken we dat elke mens slechts een deeltje ziet van een veel, véél groter en onbegrijpelijk geheel - en dat ieder van hen, ondanks de verschillende, tegenstrijdige verklaringen, toch de 'waarheid' vertelde, of 'hun miniscuul klein stukje ervan'.
Neem dus de raad van Gurdjieff ter harte: 'Werk met het geheel, nooit met de onderdelen.'
3. Inzicht
Sommige mensen hebben ogen, maar zien niet. Vooraleer je tot waar inzicht komt, moet je de dingen inzien, en in-zien kan maar énkel geschieden door gewoonweg te zien. Maar je moet wel weten naar wat je dient uit te kijken, met wat je moet kijken, en hoe je moet zien. Vooral het 'hoe' is belangrijk. Misschien moet je dit nog leren.
Ken je het verhaal van de oude dame op zoek naar de naald? Of je het nu kent of niet, het maakt geen verschil uit: het is altijd goed om je geheugen even op te frissen opdat de wortels van het verhaal zich wat dieper in je zelf kunnen boren. Hier gaan we dan, en omdat het op een sprookje gelijkt, beginnen we met de traditionele en clichérijke: 'Er was eens'...
Er was eens een oude vrouw die rond middernacht onder het licht van een lantaarnpaal ijverig iets op straat aan het zoeken was. Een voorbijganger wenste haar te helpen en vroeg naar wat ze op zoek was. Haar antwoord luidde: "Naar een naald." Een naald? Nu begon hij ook te zoeken, automatisch. Andere voorbijgangers volgden weldra zijn voorbeeld en op een bepaald moment hielpen zelfs al de buren mee. Heel de straat liep vol met mensen en alle ogen waren gericht op de glimmende straatstenen, want het had net geregend. Minuten kropen voorbij. Minuten vloeiden uit in uren, totdat iemand haar de vraag stelde waarom ze niet stopte met zoeken om gewoonweg een andere naald te nemen. "Omdat deze naald zeer belangrijk voor me is en omdat ze gemaakt is van puur goud," was haar bitsige antwoord en met de hoofden naar de grond gericht, ging iedereen weer verder aan de slag. Een ander uur verliep. Niemand had de naald gevonden ondanks het feit dat ze elke millimeter hadden afgezocht. Eén voor één stopten ze het naarstige gezoek en iemand vroeg ditmaal haar of ze wel 100% zeker was dat ze die naald wel degelijk op straat had verloren. "Hier op straat verloren?" antwoordde ze nieuwsgierig, "Neen, ik heb ze bij mij thuis in de woonkamer op de grond laten vallen." De omstanders konden hun oren niet geloven. "In je woonkamer laten vallen? Waarom zoeken wij die naald dan hier? Hier op straat?" Zonder het hoofd op te heffen en met haar ogen nog altijd minutieus op de straatstenen gericht, antwoordde ze: "Hier is tenminste licht en in mijn woonkamer is het pikdonker."
Klinkt dit verhaal ietwat absurd in je oren? Wel, je kunt gelijk hebben, maar ik ontmoet dagdagelijks mensen die op zoek zijn naar zichzelf buiten zichzelf, omdat daar ogenschijnlijk meer licht is. Anderzijds is het een feit: als we op zoek gaan naar ons Ware Zelf moeten we tijdelijk in het donkere vertoeven; diepboren, tot diep in onszelf: daar waar er tot nog toe nog geen licht is binnengevallen. Inzicht verkrijgen, is gelijk aan licht werpen op datgene dat in het donkere verborgen lag, en beseffen dat het enkel leek alsof het 'verborgen' was omdat we het tot dan - wegens de afwezigheid van dat licht - niet hadden kunnen zien. Dus eerst moet een mens beseffen dat hij zichzelf kan vinden in zichzelf en niet daarbuiten: noch in boeken, noch in cursussen, noch in het bijwonen van voordrachten, enzovoorts. Die dingen zijn wél nodig om meer kennis op te doen, bijvoorbeeld; maar het zoeken zélf gebeurt in onszelf, en op onszelf: anderen kunnen ons daar niet mee helpen. Relatief gesproken, ik bedoel: vanuit onze driedimensionale wereld, is er zoiets dat als 'kennis' kan worden genoemd, maar in de objectieve en absolute zin bestaan er geen dingen - tijdelijk misschien, maar dat is geen écht bestaan. Ware kennis is de wetenschap dat niets IS. Later meer hierover.
Daarna moet de zoeker naar de waarheid beseffen dat - omdat er nog geen licht in hem brandt - hij automatisch geen dingen kán 'zien', alhoewel ze misschien wel in hem aanwezig kunnen zijn. Hij moet dus een licht werpen in de duisternis. Maar hier eindigt het persoonlijke verhaal nog niet. In sommige gevallen is er wel degelijk iets te zien, maar nog onduidelijk voor het innerlijke oog - of, onkenbaar of onherkenbaar voor het brein. Het kan ook zijn, dat het oog eerst nog moet wennen aan dat licht. Denk aan Plato's grot. Houd dus met al deze, en meerdere mogelijkheden rekening, en geef nooit op. Het enige moment waarin je vooral niet mag falen en moet doorzetten, is in het moment waarop je effectief wil opgeven.
Een mens sleurt zijn lichaam mee op zoek naar prettige dingen, permanent op de uitkijk naar afleidingen en verleidingen, naar dingen die hem kunnen aanspreken en boeien, en die hem tenslotte nog rustelozer maken dan voordien. Stop met je lichaam als instrument van een op-zoek-naar-genot overal mee te sleuren als een loodzware last. Waarachtig geluk, vrede en harmonie bevinden zich in je lichaam, niet daarbuiten. Wees standvastig. Zoek de gouden naald in eigen huis en, alhoewel het daar misschien nog donker is, zullen al je kamers ooit eens worden verlicht. Als je onderwijl maar niet opgeeft. Daarenboven moet je de naald zoeken in het Nu: niet in het verleden, noch in de toekomst, want - hoe vreemd het ook mag klinken: daar is het Nu niet te vinden, noch de naald.
|