|
Kleurlichttherapie: blauw kleurlicht voor baby's die aan geelzucht lijden
|
|
Er lijkt een verband te bestaan tussen borstvoeding en versterkte hyperbilirubinemie. Ondanks vele publicaties is de oorzaak hiervan nog altijd onbekend. Deze fysiologische ‘moedermelk-icterus’ kan zelfs 12 weken aanhouden, waardoor de aandoening niet voldoet aan de definitie van fysiologische icterus. In het algemeen kan worden geadviseerd om bij gezonde icterische zuigelingen de borstvoeding voort te zetten.
Vermeerdering van de vochtopname met 10-25 mlkgdag tijdens fototherapie wordt algemeen aanbevolen om eventueel vochtverlies te compenseren.
Bij niet-hemolytische ziekten wordt geadviseerd de bilirubineconcentratie onder fototherapie elke 6-12 u te bepalen totdat deze niet of slechts weinig meer stijgt, vervolgens elke 12-24 u en gedurende 24-48 u na het staken van de fototherapie om een excessief reboundeffect te kunnen detecteren. Dit beleid wordt in de meeste NICU's in Nederland gehanteerd. Omdat bilirubinebepalingen een geringe betrouwbaarheid kunnen hebben, onder andere door toediening van lipiden, door de afnametechniek en door de behandeling van het bloedmonster, dient de uitslag niet als ‘absolute waarheid’ te worden geïnterpreteerd.
Conclusie
Er blijkt in Nederland, zowel bij gezonde voldragen pasgeborenen als bij te vroeg geborenen, een zeer verschillend fototherapiebeleid in verband met icterus gevoerd te worden. Verondersteld mag worden dat een aantal pasgeborenen onnodig wordt behandeld. Hoewel het wetenschappelijk fundament voor een eenduidige aanbeveling ontbreekt, verdient het aanbeveling tot consensus te komen. Te verwachten is dat daarbij tot een meer restrictief beleid kan worden besloten, omdat dat zonder verlies van kwaliteit van zorg leidt tot kostenbesparing.
Aanvaard op 31 March 1993: Academisch Ziekenhuis, afd. Kindergeneeskunde, Nijmegen. Mw.C.M.J.A.Waals-van de Wal; dr.L.A.A.Kollée, kinderarts-neonatoloog. Academisch Ziekenhuis, afd. Kindergeneeskunde, Oostersingel 59, 9713 EZ Groningen. Dr.F.B.Plötz, assistent-geneeskundige; dr.I.M.Baldew, kinderarts; prof.dr.A.Okken, kinderarts-neonatoloog. Juliana Kinderziekenhuis, afd. Kindergeneeskunde, 's-Gravenhage. F.H.M.Jansen, kinderarts. Correspondentieadres: dr.F.B.Plötz.
Dit artikel mag worden gedownload, gelezen en gekopieerd maar alléén voor eigen gebruik. Vermenigvuldigen met winstoogmerk is niet toegestaan. Copyright Bart Meijer van Putten. Voor meer informatie: [email protected]
|
|
|
|