|
Bijna dood ervaringen (BDE) - door Julien Hendrickx
|
|
Wij zijn door onze opvoeding en cultuur zo geconditioneerd, dat wij alles bekijken vanuit het standpunt van ons lichaam, en in dat geval lijkt het gevoel van 'ik' zich in de kruising van de zenuwbundels achter de ogen te bevinden en is daarbuiten de driedimensionale ruimte. (NB: Dit kruispunt wordt soms het derde oog genoemd.) Maar door een schok - zoals BDE - kan dit perspectief veranderen en dan bevind het 'ik' zich in de ruimte buiten het lichaam. Deze verandering van perspectief kan zelfs optreden tijdens een wandeling in de natuur waarbij je het gevoel hebt dat er op de plaats waar je hoofd zit, nu de ganse wereld op je schouders rust. Op zulke momenten begrijp je het mythische beeld van Atlas die de wereld op zijn schouders draagt en besef je dat de wereld, of de waarneming, en het 'ik' één zijn. Daar is niets mysteries aan, al is zulk perspectief wel verfrissend en nieuw.
Het gegeven dat de persoon zegt dat hij zich buiten het lichaam bevond en zijn eigen lichaam zag liggen, bevestigd het feit dat het lichaam nog actief was, maar op een niveau dat niet kon worden geregistreerd door de apparatuur. Het bevestigd ook dat het niet het onsterfelijke onpersoonlijke 'Ik' was dat toekeek, want de persoon die zijn lichaam zag liggen, had nog steeds het gevoel dezelfde persoon te zijn met het geslacht dat bij hem hoort. Het ware 'Ik' of onsterfelijke Goddelijke 'Ik' dat in vele spirituele leren wordt genoemd, is geen persoon en heeft geen geslacht. Met andere woorden: de dertig gram energie waarover we het eerder hadden, is onpersoonlijk en ongeslachtelijk. Persoonlijkheid, of het gevoel van een eigen identiteit, behoort tot het lichaam en niet tot het onsterfelijke wezen of 'zijn'.
Als het waar is dat het onderdrukken van de zintuiglijke input tot BDE ervaringen kan leiden, dan zouden vele mensen die door een bijzondere vorm van foltering van hun zintuiglijke indrukken worden beroofd, dit euforische nieuwe werkelijk moeten ervaren, en dan zou deze foltering een zegen zijn. Dit kan wel eens heel uitzonderlijk gebeuren, maar dit is zeker niet voldoende om er een algemeen aanvaarde theorie van te maken. De mensen die dit soort zintuiglijke deprivatie in vrijheid, of gedwongen ondergaan, vinden dit in het algemeen een vervelende en ongewenste toestand. Dat bij zuurstofgebrek in de hersenen (soms door piloten op grote hoogte en bij zware manoeuvres ervaren) een dergelijke euforische ervaring kan optreden, kan gelegen zijn in het feit dat het overlevingsinstinct om energie te sparen in de hersenen die delen uitschakelt die voor het opwekken van de persoonlijkheid zorgen. Op dat moment komen we in contact met de activiteit van die hersendelen die anders nooit bewust worden ervaren omdat onze persoonlijkheid alle aandacht - en dus energie - opeist. (NB: Dit mechanisme waarin de persoonlijkheid of individualiteit wordt uitgeschakeld, treedt ook op in de droomloze slaap.)
De moderne mens is van zijn instinct vervreemd en het is in die zeldzame gevallen dat zijn leven plotseling wordt bedreigd, dat het instinct alle energie opeist en de persoonlijkheid het aflegt. Er is dan geen persoonlijke angst, alle zintuigen zijn tot het uiterste gespannen en het lichaam doet wat het moet doen om te overleven. Vele moderne mensen zoeken dit soort toestanden waarin angst voor het sterven '€“ dat gebonden is aan het fysieke lichaam '€“ plaats ruimt voor de euforische ervaring dat men leeft, bewust op. Niemand plaatst de ervaring van deze mensen onder de noemer BDE, omdat men streeft naar een ervaring van levend zijn in plaats van dood. Op het moment van de sprong is de persoonlijkheid grotendeels uitgeschakeld en dat geeft al aan dat het de persoonlijkheid is die niet werkelijk leeft, al denkt ze van wel. In deze context heeft een dergelijke oefening meer zin dan een BDE, want over deze laatste heb je geen zeggenschap en zij vind meestal plaats na een bijna dodelijk ongeval. De persoonlijkheid is een masker dat de essentie moet beschermen, maar is uitgegroeid tot een bewaker waardoor de essentie gevangen zit. Een kind is zo levendig, vitaal en flexibel, omdat het nog bijna pure essentie is en zijn persoonlijkheid nauwelijks is ontwikkeld. En het is de vitaliteit en flexibiliteit van de essentie die bij het volwassen worden is verloren gegaan, die waaghalzen terug trachten te beleven en die ook bij een BDE tot uitdrukking komt.
Als je goed oplet bij het bekijken van een natuurdocumentaire waarin bijvoorbeeld een dier ten prooi valt aan een jagende leeuw, dan kun je zien hoe op het moment de prooi gepakt wordt en de leeuw zijn tanden in de hals van het slachtoffer zet, dit zich ontspant en overgeeft met een vredige blik in de ogen. Op dat moment vallen tijd en angst weg doordat er endorfinen in de hersenen worden vrijgemaakt die alle pijn wegnemen en een toestand van vrede veroorzaken. Deze stoffen zijn waarschijnlijk ook bedoelt om pijn te onderdrukken zodat deze er niet voor kan zorgen dat bij levensgevaar het lichaam niet in staat is tot reageren. Vergelijk al deze processen met een BDE en je hebt een mogelijke verklaring.
De mens is een uiterst complex wezen dat de geheimen van zijn 'zijn' nog steeds niet heeft prijsgegeven, en hij bezit mogelijkheden waarvan hij zelfs in zijn stoutste dromen geen idee kan vormen. Of denk je dat mens uit het begin van de twintigste eeuw zich ook maar bij benadering kon voorstellen wat de technologische mogelijkheden zouden zijn in de eenentwintigste eeuw? En dan moet je weten dat de mens het ingewikkeldste instrument is in ons zonnestelsel, een instrument waarbij vergeleken de prestaties van de huidige artificiële cognitieve revolutie niet meer behelzen dan wat gestommel om een 'silicium-Pinokkio' onafhankelijk van ons te doen laten bewegen. VDaarbij mag je niet vergeten dat de moderne wetenschapper bijna al zijn aandacht besteedt aan datgene wat zich in het stoffelijke gebied binnen de visuele waarneming afspeelt, en daarbij hèt instrument bij uitstek - namelijk zijn eigen lichaam - over het hoofd ziet. De innerlijke mogelijkheden in de mens zijn nog grotendeels onontgonnen terrein. Ik haal dit aan omdat ik wil aantonen dat de mens over hogere vormen van waarneming of gewaarwording kan beschikken waarmee hij de subtiele energieën die in zichzelf of de anderen actief zijn, kan aflezen. Bij mensen waarin deze vorm van waarneming sterk ontwikkeld is, kan dit leiden tot het vertalen in beeldvorm van gedachten en gevoelens die door anderen nooit zijn uitgesproken of getoond in het bijzijn van dit gevoelige medium.
Door de ontwikkeling van hoogtechnologische mediavormen en de ontdekking van het DNA zijn we vertrouwd geraakt met het idee dat er ontzaglijk veel informatie kan worden opgeslagen in codevorm in een drager die voor het blote oog onzichtbaar is. Een eukaryotische cel, bijvoorbeeld, heeft een doorsnede van 0,025mm en kan 10.000 bacteriën bevatten en elke bacterie kan duizenden virussen in zich dragen. Het genoom (het geheel van alle genen in één celkern) van een menselijke ei- of zaadcel bestaat uit een tekst van drie miljard letters, wat overeenkomt met 10.000 exemplaren van een roman die bestaat uit 150 bladzijden. Eén cel bestaat gemiddeld uit 10.000.000.000.000.000 atomen.
De huidige wetenschap beweert dat het heelal, dat momenteel een doorsnede heeft van ongeveer 1 miljard lichtjaar (het licht reist met een snelheid van 300.000 km/sec), ooit was samengebald in een singulariteit (waaruit de oerknal is voortgekomen), die kleiner was dan de doorsnede van één atoom (een atoom heeft een diameter van 10-7 mm). Het is dan ook aannemelijk dat levensbelangrijke of intens gevoelsmatige ervaringen in codevorm in de celkern kunnen zijn opgeslagen en worden overgeërfd door seksuele voortplanting. We noemen dit instinct. Deze twee mechanismen (subtiele gewaarwording en informatieopslag) zouden een verklaring kunnen vormen voor het rapporteren van ervaringen uit een vorig leven of voor het gegeven dat sommige mensen over informatie beschikken die ze volgens hun naaste familieleden of andere betrokkenen niet kunnen ervaren hebben in dit leven.
|
|
Volgende pagina > |
|