Opgedragen aan: Paul Snoek
Edmond Schietekat
Martine
Sofie
Michel Oukhow
Julien Weverberg
Jan Berghmans
De Pers
Andersdenkenden
17 maart 1978, een hondsdolle avond
Een pseudoniem leidt zichzelf in
Een innerlijk gevecht tegen uiterlijke realiteiten
Een utopische naamcreatie, een logo in denkgeesten
De microfoon slokt striemende woorden op
Vult ontvankelijk zijn metalen buik
Embryo's van een ontgoocheld wezen
Planten zich voort in het wirwarrend dradenspel
Om tenslotte te belanden in kritische oorschelpen
Waarin ze zich weldadig, monsterlijk neervleien en
Verbonden worden met dendrietige neuronen
Wachtend op hun gemuteerde uitbroeiing
Ontdaan van elk diepmenselijke gevoelswaarde
Om in krantendiepvriezers te worden bewaard
Het zijn woorden, magmatische uitstulpingen
Uitbarstende mantra's van een diepverbitterd mens
Zijn pseudoniem achterlatend, vechtende instandhouding
Vertwijfelende blikken staren door het wezenloos masker
Het niet-aanwezige publiek is zijn ruggengraat
De panisch paradoxale stilte wordt opgeluisterd
Door verbitterde en ontgoochelde denk-patronen
Afgevuurd op de veertig toch aanwezige rovers
Waarop alle haat en woede botgevierd worden
Een satanische afslachting, een hemels schouwspel
Schroeiende woorden van een lichtbeneveld denken
Doorklieven de zuurstoflagen van de kunsttempel
En planten zich sidderend in de menselijke vleesklompen
Hij stort in elkaar, in de wereld van de leegte
Een diep eenzaamheidsgevoel in de maya
Zijn vrienden meesleurend in ambivalente kritiek
Zoekende naar elke vorm van tijdrovende compensatie
Een masturberend denken van het gewonde brein
Aanschouwt opeens onschuldige kinderogen - zijn kind
De enige grofstoffelijke creatie van zijn bronstig gif
Eenzelfde gif van nooit begrepen humor
Het pseudoniem was een mode-verschijnsel
Een opvulling van een koude nis
Aanbeden door tijds-genoten
Een boek wordt voorgesteld - even maar
Antwerpen, metropoolstad van inteelt
Waarvan de hemel overkoepeld wordt
Door een besmeurde regenboog
Een zevenkleurig lichtspektakel van wit en zwart
Drank baart lallend sarcasme
Een Don Quichaotische hemelvaart
Het standbeeld van de Zeemeerman wordt opgericht
Op een eiland voor de Belgische-Fransvlaamse kust
De jas wordt verworpen en op de bloedakker uitgespreid
Amsterdamse bezige bijen zoemen van sekstatisch genot
De rijkswacht wordt ingezet, hun wagens zijn geteld
En elke nieuwe slok werkt als olie op het vuur
Het vuur werkt apocalyptisch
De zeis maait - trommelvliezen worden boorboord
De vlammen laaien op, hoger en hoger, om
Uiteindelijk hun bron te verslinden
Een vuurkolom van geel, zwart en rood
De kat vreet de snoek op met schub en graat
...
Een hemelse stilte
Er staat glas
Uit: gedichtenbundel 'De Vraag naar het Waarom' - een uitgave van Psychon vzw, Borgerhout/Antwerpen - 1980
Die bewuste avond stelde Paul Snoek zijn boek voor. Hij verwachtte méér dan die 40 aanwezigen, en gefrustreerd spuwde hij zijn kritiek op alles en nog wat uit. Iedereen moest het ontgelden. Wat hij wilde vertellen zeggen, las hij van een blad af. Helemaal op het laatste stond er het woordje 'glas'... Daarop nam hij het glas vast, en dronk ervan.
Commentaar
Reageer
Opgelet: momenteel ben je niet ingelogd. Om onder jouw eigen naam te posten en om een score te kunnen geven kun je hier inloggen.
|