|
De natuurwetten - Van Archimedes tot Hawking
|
|
Originele titel: Archimedes to Hawking : laws of science and great minds behind t
Clifford A. Pickover
|
Type:
|
Paperback
|
Uitgever:
|
Veen Magazines
|
Gewicht:
|
870 gram
|
Aantal Pagina's:
|
511
|
ISBN:
|
90-8571-294-7
|
ISBN-13:
|
978-90-8571-294-7
|
Categorie:
|
Exacte Wetenschappen
|
Richtprijs:
|
€ 34,95
|
Korte Inhoud
Dit standaardwerk legt alle basale natuurwetten op een begrijpelijke wijze uit. Van Archimedes' wet van de opwaartse kracht tot Hawking's wet over zwarte gaten. Het boek legt uit wat natuurwetten zijn en laat per tijdvak zien wie ze heeft ontdekt. Deze uitleg is precies en toegankelijk. Bij iedere natuurwet wordt ingegaan op de ontdekker ervan. Zo lezen we over de levens van de oude Griek Archimedes tot en met de moderne natuurkundige Hawking. Ook treft de lezer per wet een korte uitleg van de andere ontdekkingen die gelijktijdig zijn gedaan, en pakkende citaten van grote geesten over wetmatigheden in de natuur.
Uittreksel
Blz. 36: Opzet en doel van dit boek
"Ik vertel ze dat als zij zich met de studie van de wiskunde bezighouden, zij daarin het beste middel zullen vinden tegen vleselijke lusten." - Thomas Mann, De Toverberg -
De hoofdstukken over de wetten in dit boek bestaan elk uit twee delen. Het eerste geeft telkens een korte inleiding over de wet en de vergelijking waardoor de wet wordt voorgesteld. Daarna komt biografische informatie over de man van de wet. Aan het begin van het hoofdstuk staan kruisverwijzingen naar verwante zaken zoals andere wetten, vergelijkingen en mensen. In sommige hoofdstukken zijn er ook eenvoudige getallenvoorbeelden om de lezers een beter gevoel te geven hoe de wet wordt toegepast.
Met dit boek wil ik een breed publiek voorzien van een korte gids over belangrijke wetenschappelijke ideeën en denkers, met hoofdstukken die elk kort genoeg zijn om in enkele minuten te lezen. Bij de meeste wetten staat een vergelijking. De lezers hoeven daar niet echt op te studeren om te begrijpen wat het idee is. Soms is een blik op de wiskundige notatie genoeg om een idee te geven hoe bondig die is. Voor sommige van deze wetten moet men heel lang gestudeerd hebben om ze helemaal te begrijpen, maar een paar pagina's volstaan om de essentie weer te geven. Er zijn maar weinig fundamentele wetten die de kosmos én de moderne wetenschap beheersen, daarom hoeft dit boek niet uit vele delen te bestaan.
De hoofdstukken over de vergelijkingen zijn gekozen in overleg met wetenschappelijke collega's. Niet elke 'wet van' staat in dit boek, maar ik denk dat de meerderheid van de historisch belangrijke wetten met grote invloed op de wetenschap en het menselijke denken erin staat. Alleen natuurwetten, gebaseerd op natuurkundige waarnemingen, staan in dit boek. Dus om het kort te houden zijn er geen hoofdstukken over wetten in de economie, psychologie, biologie, geologie of zuivere wiskunde. Ook worden wetten uit de computertechniek zoals die van Moore, Amdahl en Gustafson niet besproken.
De meeste natuurwetten in dit boek komen uit de natuurkunde. Lawrence Krauss herhaalt in zijn Fear of Physics enkele van de ideeën uit de sectie over eenvoudige wiskunde hierboven, namelijk dat natuurkundigen in staat zijn om de verbazingwekkende complexiteit en diepgang van de moderne natuurkunde nog te volgen, omdat de ideeën voor het grootste deel zijn gebaseerd op hetzelfde handjevol basisideeën en -wetten. Hij schrijft:
`Elk verschijnsel dat door één natuurkundige wordt beschreven, is meestal door elke andere natuurkundige te begrijpen met behulp van misschien een dozijn fundamentele ideeën. Er is geen ander terrein van de menselijke kennis dat zo uitgebreid is of in zo'n eenvoudig raamwerk past.'
Er zijn diverse uitstekende boeken waarin de leidende beginselen van de wetenschap staan opgesomd. Ik noem 7he Nature of Science door James S. Trefil, de Dictionary of 7heories van Jennifer Bothamley en Scientific Laws, Principles and Theories van Robert Krebs. Deze boeken concentreren zich niet alleen op 'wetten van' en zijn daarom wegens ruimtegebrek uiterst bondig. Zo volstaat Bothamleys interessante boek doorgaans met een beschrijving van twee of drie zinnen per item. Hoewel ik kort probeer te zijn in dit boek, probeer ik toch in te gaan op meer details dan eerdere overzichten bij mijn bespreking van de wetten en de levens van hen die ze ontdekt hebben.
De Natuurwetten is een afspiegeling van mijn eigen intellectuele tekortkomingen en alhoewel ik zoveel wetenschapsgebieden bestudeer als ik kan, is het toch lastig om met alle gebieden vertrouwd te raken. Ik ben er dus zeker van dat dit boek mijn persoonlijke interesses en sterke en zwakke punten weerspiegelt. Ik ben verantwoordelijk voor de keuze van de wetten en natuurlijk ook voor zowel de fouten als de gelukkige grepen. De hoofdstukken zijn niet allemaal even lang, onder meer omdat er niet evenveel biografisch materiaal over iedereen is. Ik ben blij met commentaar en suggesties voor verbeteringen van lezers, want ik beschouw dit boek als deel van een lopend project en een idealistische hobby.
In geval van personen zoals Newton verliep er vaak een aantal jaren tussen de datum van ontdekking en publicatie. Zo beweerde Newton dat hij in 1666, toen zijn universiteit gesloten was wegens de pest en hijzelf alleen thuis zat, de kleursamenstelling van het licht ontdekte en ook de inverskwadratische gravitatiewet. Maar als men goed kijkt, dan kunnen die ontdekkingen op die manier wel iets te vroeg zijn gedateerd. Het was in Newtons belang om ze zo vroeg mogelijk te dateren. Sommige van zijn ideeën over mechanica zijn wellicht pas helemaal uitgekristalliseerd in de periode 1685 - 1687, toen hij bezig was met het schrijven van zijn grote boek, de Philosophiae Naturalis Principia Mathematica (1687). Aan de andere kant had hij in 1684 al 'enkele jaren' een kant-en-klaar manuscript over de zwaartekrachtwet, afgeleid uit de wetten van Kepler, in een vergeten la liggen. Niettemin heb ik sommige van zijn wetten op het jaar van publicatie van de Principia gedateerd. In elk geval krijgt de lezer, ondanks een paar afwijkingen in de datering vergeleken met andere bronnen, een goed idee over hoe de wetenschap door al die ontdekkingen vooruitging, namelijk door de ordening van de hoofdstukken, zelfs als de precieze data in kwestie onderwerp van discussie zijn.
Sommige lezers zullen zich afvragen waarom er geen wetten in dit boek naar vrouwen genoemd zijn. Daar zijn verschillende redenen voor. Tot aan de twintigste eeuw waren er (in vergelijking met mannen) maar heel weinig vrouwen die een behoorlijke opleiding kregen en studeren aan de universiteit was voor hen vaak zelfs verboden. Veel vrouwelijke wiskundigen moesten tegen de wens van hun familie ingaan als ze wilden studeren. Sommigen moesten een valse naam aannemen of in verschrikkelijke omstandigheden werken of in volslagen afzondering. Daarom hebben maar heel weinig vrouwen aan de wiskunde en de natuurwetten in dit boek bijgedragen, en dezelfde maatschappelijke factoren plus vooroordeel zorgden er ook voor dat de rol die ze hadden bovendien nog onderbelicht bleef.
Aan het eind van het boek worden twee hoofdstukken gewijd aan een aantal andere 'wetten van' en 'vergelijkingen van'. Die hoofdstukken zijn bedoeld om de lezer tot vragen te prikkelen. Zijn er in de rest van het boek verdienstelijke wetten weggelaten? Moeten de vergelijkingen van Maxwell en Schrödinger of de befaamde E = mc2 ook als wetten worden beschouwd en een apart hoofdstuk krijgen in plaats van opmerkingen in de slothoofdstukken? Ik zal zeker blij zijn met commentaren van lezers voor een vervolgboek over de beroemde vergelijkingen van de natuurwetenschap.
Recensie
door
Tsenne Kikke
Dit is nu eens waarachtig staaltje wetenschapsjournalistiek van het allerhoogste niveau. Het is een boek waarvoor je de tijd moet nemen het in te lezen. Je krijgt dus een hoop te verwerken. In wezen is het, als referentieboek, een klassieker, een standaardwerk.
Clifford A. Pickover geeft een inleiding in de natuurwetenschap, maar dan wel op een hoogst originele manier. Veel van wat wij weten, heeft de vorm gekregen van een wet die genoemd is naar haar ontdekker, van de Wet van Archimedes via de Wetten van Kepler tot het Onzekerheidsbeginsel van Heisenberg en de Wet van Hubble. Zo bespreekt Pickover in zijn boek een tachtigtal natuurwetten en hun maker in chronologische volgorde. "We moeten de wettenmakers de eer van hun vaak aanzienlijke hoeveelheid werk gunnen."
Tevens behandelt de schrijver zijn stof door haar in te delen volgens die wetten. Veertig meest interessante hoofdstukken zijn het, met steeds dezelfde formule: eerst de wet, met uitleg, dan biografische gegevens van de persoon, waar die wet naar genoemd is, en vervolgens feiten en citaten uit de sociale en wetenschappelijke context.
Waar je niet spontaan zou aan beginnen, wordt hier een leuke lectuur die je op een heldere wijze duidelijk maken wat deze fysica kan vatten en beschrijven en welke technieken hierachter schuilen.
Het boek sluit af met een korte beschrijving van nog eens bijna vijftig minder belangrijke wetten en principes ,die naar hun ontdekker zijn genoemd.
Kortom: een prachtig naslagwerk, uitermate leesbaar en dus een aanrader!
|