Govert Schilling
|
Type:
|
Hardcover
|
Uitgever:
|
Veen Magazines
|
Gewicht:
|
1055 gram
|
Aantal Pagina's:
|
230
|
ISBN:
|
90-8571-168-1
|
ISBN-13:
|
978-90-8571-168-1
|
Categorie:
|
Astronomie
|
Richtprijs:
|
€ 29,95
|
Korte Inhoud
Vierhonderd jaar geleden is de telescoop in Nederland uitgevonden. Dat ontketende een revolutie in de sterrenkunde; een revolutie die nog steeds gaande is en waarin Nederlandse wetenschappers een belangrijke rol spelen.
Dankzij het baanbrekende werk van grote Nederlandse astronomen als Christiaan Huygens, Jacobus Kapteyn en Jan Oort staat ons land hoog in de internationale sterrenkundige top tien. Op praktisch elk deelgebied van de astronomie hebben onze landgenoten hun stempel gedrukt en hun sporen nagelaten.
In Astronomie.nl haalt sterrenkundejournalist Govert Schilling de Nederlandse astronomie voor het voetlicht. Aan de hand van tientallen persoonlijke verhalen, unieke ontdekkingen en tot de verbeelding sprekende onbekende anekdotes voert hij de lezer mee op een wervelende, rijk geïllustreerde reis door ruimte en tijd, waarbij planeten, sterren en sterrenstelsels door een Hollandse bril worden bekeken.
Uittreksel
Voorwoord
Dat de moderne astronomie haar wortels in Nederland heeft, is onomstreden. De eerste gedocumenteerde patentaanvraag voor een telescoop is precies 400 jaar geleden ingediend door de Middelburgse brillenmaker Hans Lipperhey, in een brief van 25 september 1608 gericht aan de Staten Generaal. Een week later laat Lipperhey in Den Haag in aanwezigheid van een gezelschap van hoge ambtenaren en diplomaten zien hoe je met deze vinding de kerkklok in Delft kunt aflezen. Zoals men dan zegt: de rest is geschiedenis.
Zoals dit boek duidelijk maakt, heeft Nederland ook in de vier daarop volgende eeuwen een zeer vooraanstaande rol in de sterrenkunde gespeeld. Het is niet meer dan verdiend dat onze grootste astronoom aller tijden, Christiaan Huygens, zelfs een plaats in de Canon van Nederland heeft gekregen. Dat je met een verrekijker ook naar de sterren kunt kijken, is namelijk helemaal niet zo vanzelfsprekend. In de cartoonversie van diezelfde canon weten de stripfiguren Fokke en Sukke de prestatie van Huygens goed samen te vatten, terwijl ze door een kijker naar de buren turen: 'Een geweldige uitvinding. En als de buurvrouw naar bed is, kun je er ook mee naar de sterren kijken.'
Maar de precieze geboorteplaats van de telescoop is lang niet zo interessant als de razendsnelle verspreiding van die moderne wetenschappelijke technieken over Europa. Want net als nu stonden in de zeventiende eeuw alle grote geleerden bijna dagelijks met elkaar in contact. Er was een internationale gemeenschap waar iedereen lenzen sleep, telescopen bouwde, waarnemingen deed en daarover correspondeerde en debatteerde.
Die situatie treffen we nu ook aan, maar dan op een veel grotere schaal. Er is een internationaal web van sterrenkundige contacten, en Nederlandse astronomen zitten als een spin in dat web. Mede door het enthousiasme van duizenden liefhebbers groeit en bloeit de sterrenkunde als nooit tevoren. Over de hele wereld vinden we getalenteerde Nederlandse astronomen die baanbrekend onderzoek doen. Dat we als klein land in zo'n competitief vakgebied zulke grote prestaties leveren, daar mogen we best wel eens bij stil staan. En dat doet dit boek dan ook op een bijzonder inspirerende wijze.
Astronomie.nl laat tevens zien dat de enorme uitstraling van de sterrenkunde ook te maken heeft met de prachtige beelden die moderne instrumenten produceren. De sterrenkunde heeft in vier eeuwen onze horizon als geen andere discipline weten te verleggen. In plaats van de kerktoren van Delft, kunnen we met de laatste satellieten nu de kosmische achtergrondstraling zien, die slechts 400.000 jaar na de oerknal, zo'n 13,7 miljard jaar geleden, vertrokken is - letterlijk de babyfoto's van het universum. Het is werkelijk onvoorstelbaar dat de mens in staat is geweest dat onvoorstelbaar grote heelal in zo'n korte tijd in kaart te brengen.
Het is gemakkelijk je maar klein en onbetekenend te voelen in die enorme kosmos. Wat is de rol van de mens op die kleine blauwe planeet tussen al het geweld van pulsars, zwarte gaten, supernova's en botsende sterrenstelsels? Maar we moeten niet vergeten dat de aarde een van de weinige plaatsen in het heelal is - en, wie weet, misschien zelfs de enige - waar men een kijker pakt en deze naar de hemel richt om naar al dat hemelse vuurwerk te kijken, er over na te denken, en er prachtige verhalen over te schrijven, zoals dit boek.
-Robbert Dijkgraaf -
Recensie
door
Tsenne Kikke
Als voorbode op het jaar van de sterrenkunde in 2009 heeft de auteur de Nederlandse bijdrage aan de sterrenkunde door de eeuwen heen op rij gezet. De lezer krijgt in twaalf hoofdstukken, in korte besprekingen, een overzicht van de sterrenkundige ontwikkelingen gerelateerd aan een Nederlandse onderzoeker; vanaf de hunebedden en de uitvinding van de telescoop tot aan de hedendaagse onderzoeken naar donkere materie en de groteschaalstructuur van het heelal. Namen als Christiaan Huygens, Jan Oort, Wil Tirion (astrocartoloog) of Vincent Icke horen daar natuurlijk bij, maar ook vele minder bekende en ongewaardeerde namen van een bijna gelijke allure passeren de sterrenkunderevue.
De tekst staat in vlotte leestaal in twee kolommen per pagina. Vele mooie kleurenfoto's, maar spijtig genoeg: eerder als bladvullingen - en computerillustraties begeleiden de tekst. Behalve een vlot geschreven, toegankelijk sterrenkundeboek is het eveneens een zeer boeiende ode aan de vele Nederlandse astronomen en amateurs, die baanbrekend werk hebben geleverd. Veel recent materiaal, maar niet bedoeld om compleet te zijn.
Natuurlijk is het internet een dooddoener, gewoonweg omdat je er over dit onderwerp veel meer over vindt en aldaar wordt het regelmatig geüpdate.
|