Originele titel: City of veils
Zoë Ferraris
|
Type:
|
Paperback
|
Uitgever:
|
|
Gewicht:
|
Onbekend
|
Aantal Pagina's:
|
464
|
ISBN:
|
90-472-0084-5
|
ISBN-13:
|
978-90-472-0084-0
|
Categorie:
|
Horror, Thriller & Detective
|
Richtprijs:
|
€ 19,95
|
Korte Inhoud
Op een hete namiddag wordt het zwaar verminkte lichaam van een jonge vrouw aangetroffen op het strand van Djedda. Inspecteur Osama Ibrahim krijgt de opdracht om deze raadselachtige moord op te lossen – een welhaast onmogelijke opgave in een stad waarin veel versluierd wordt. Maar Katya Hijazi, de enige vrouwelijke lijkschouwer van het mortuarium, bijt zich vast in de zaak en ontdekt dat het slachtoffer de jonge filmmaakster Leila Nawar is, die vanwege haar controversiële documentaires veel vijanden heeft. Wanneer Osama en Katya samen met hun vriend, de woestijngids Nayir, de moord trachten op te lossen voert hun zoektocht van de verkeersdrukke boulevards van Djedda via de desolate buitenwijken naar de immense, uitgestrekt woestijn.
De schrijfster: Zoë Ferraris woonde in een oerconservative moslimgemeenschap in Djedda, Saoedi-Arabië. Haar debuutroman Zoeken naar Nouf verscheen in meer dan 20 landen en werd met diverse prijzen bekroond. Momenteel woont ze in California.
Uittreksel
Blz. 5 : Het lichaam van de vrouw lag op het strand. 'Eva's graf' zou hij het later bij zichzelf noemen, en dan dacht hij niet aan het graf in Djedda dat in 1928 was platgegooid om een einde te maken aan alle culten die aan haar naam verbonden waren, en ook niet aan hetzelfde graf waar in 1975 voor alle duidelijkheid nog eens een bulldozer overheen was gegaan. Dit vreemdere graf was een smal, vlak stuk strand ten noorden van Djedda.
Die middag liep Abu-Yussuf met zijn visgerei langs de glooiende helling omlaag naar het zand. Hij was een ervaren visser die eigenlijk meer van het vissen hield als sport dan om het praktische nut, maar na een aantal ontslagronden op de ontziltingsfabriek had hij zich genoodzaakt gezien weer te gaan vissen om in het onderhoud van zijn gezin te voorzien. Tweeënzestig was hij en hij was gezegend met de huid van zijn moeder; hij had een levenslange blootstelling aan de zon met glans doorstaan en zag er nog uit als een veertiger. Hij kwam bij het minder rulle deel van de kust, waar het zand een compacte ondergrond vormde, en een gevoel van euforie maakte zich van hem meester; er waren wel minder aangename manieren om je gezin te onderhouden. Hij keek over het strand en daar was ze. De vrouw aan wie hij later zou denken als Eva.
Hij zette zijn kistje met het vistuig op het zand en liep behoedzaam op haar af omdat ze misschien lag te slapen en plotseling rechtop kon gaan zitten, haar ogen uitwrijven en hem zou aanzien voor een djinn. Ze lag op haar zij, haar donkere haren uitgespreid rond haar hoofd als de tentakels van een gevaarlijke anemoon. Het zeewier op haar mantel leek eerst wel een soort afzichtelijk groeisel. Eén arm lag onder het lichaam, de andere was bloot en rustte op het zand in een smekend gebaar, zoals iemand die slaapt een kussen kan vastgrijpen tijdens een nachtmerrie. De hand was verminkt; hij leek verbrand te zijn. Op de onderarm waren talloze sneeën te zien. Haar onderlichaam was naakt, de zwarte mantel was tot boven haar middel opgeschoven, de spijkerbroek die ze droeg zat om haar voeten gedraaid alsof ze geketend was. Hij richtte zijn aandacht op de kant van haar gezicht die niet in het zand begraven lag. Hele delen van haar wangen en lippen ontbraken. Wat er nog was van haar huid was rood en opgezwollen, en ze had vreselijke sneeën in haar voorhoofd. Eén oog stond open, leeg, dood.
Bism'allah, ar-rahman, ar-rahim,' begon hij te prevelen. Het gebed stroomde zijn mond uit terwijl hij als verdoofd en vol afschuw naar haar keek. Hij wist dat hij niet moest kijken, zo'n beeld wilde je niet op je netvlies hebben, maar het kostte hem moeite zich af te wenden. Haar linkerbeen lag halfbegraven in het zand, maar van dichterbij zag hij dat er in haar rechterbeen was gesneden ter hoogte van het dijbeen, de sneeën bobbelig en boogvormig als de peulen van een tamarinde. De rest van de huid was onnatuurlijk bleek en opgezwollen. Hij keek wel uit om het lichaam aan te raken, maar hij had de neiging om iets over het naakte deel van haar heen te leggen, om haar een laatste beetje waardigheid te geven.
Hij moest helemaal terug naar de weg om bereik te hebben voor zijn mobiele telefoon. De politie kwam, daarna arriveerden een lijkschouwer en een forensisch team. Abu-Yussuf bleef bij de weg staan wachten, met zijn vishengel nog in zijn hand geklemd en het kistje met visgerei pal naast zijn voeten. De jonge agent die ter plaatse kwam, behandelde hem met genegenheid en noemde hem `oompje'. 'Wilt u iets drinken, oompje? Even zitten? Ik kan wel een stoel halen.' Ze ondervroegen hem heel beleefd. 'Ja oompje, dat is belangrijk. Dank u.' Al die tijd verloor hij de vrouw geen moment uit het oog. Uit beleefdheid staarde hij niet.
Terwijl het forensisch team aan het werk was, daalde er een verpletterende vermoeidheid over Abu-Yussuf neer. Hij voelde dat hij in een gevaarlijke slaap zou belanden als hij zijn ogen dichtdeed; daarom liet hij zijn blik afdwalen naar de zee, en liet hij zijn gedachten nog verder afdwalen. Eva. Haar echte graf was in de stad. Het had altijd al vreemd geleken dat ze in Djedda begraven lag, en dat Adam was begraven in Mekka. Hadden ze ruzie gekregen nadat ze uit het paradijs waren verdreven? Of was Adam, net als zoveel mannen tegenwoordig, gewoon het eerst gestorven, waarna Eva verder was getrokken? Zijn oma, God hebbe haar ziel, had hem ooit eens verteld dat Eva 180 meter lang was geweest. Zijn oma had als meisje nog het graf van Eva gezien, voordat de onderkoning het complex liet slopen. Het was langer geweest dan de hele kamelenkaravaan van haar vader.
Een van de leden van het forensisch team boog zich over het lichaam. Abu-Yussuf schrok op uit zijn mijmering en ving een laatste glimp op van de blote arm van het meisje. Moge Allah haar tot zich nemen. Hij boog zich voorover om zijn kistje met visgerei te pakken en werd toen plotseling misselijk. Hij slikte moeizaam, keek naar de weg en begon te lopen met een energie die hij eigenlijk niet had. 'Oompje, kan ik u helpen?' Dit was een andere agent, groter dan de eerste, met een gezicht als een marmeren beeld, een en al gladde hoeken en steen. De agent gaf hem niet de gelegenheid er iets tegenin te brengen. Hij nam Abu-Yussufs arm en zo liepen ze samen verder, met de ene trage stap na de andere. Het lopen ging gemakkelijker als hij aan Eva dacht, een reusachtige vrouw die stampend door de steden trok alsof het deurmatten waren. Dit strand had ze met één sprong kunnen nemen. Jammer alleen dat de moderne vrouw zo klein en kwetsbaar was gemaakt.
Recensie
door
Tsenne Kikke
Zelfstandig te lezen vervolg op 'Zoeken naar Nouf''. Inspecteur Osama Ibrahim onderzoekt de moord op een jonge vrouw, die zwaar verminkt werd aangetroffen op het strand van Djedda. Daarbij krijgt hij hulp van laborante en lijkschouwer Katya en de woestijngids Nayir. Katya ontdekt dat het slachtoffer een filmmaakster is die door het maken van controversiële documentaires in de streng islamitische stad, nogal wat vijanden maakte. Intussen krijgen ze ook nog te maken met een Amerikaanse vrouw wier echtgenoot plotseling verdwenen is. De speurtocht voert van de drukke Arabische stad Jedda naar de uitgestrekte woestijn. Uitstekend opgebouwde boeiende roman in heldere taal, zich afspelend in de traditionele Arabische cultuur, waarin mannen en vrouwen elkaar niet gewoon kunnen ontmoeten zoals in de westerse wereld. De karakters komen prima uit de verf, zoals die van Nayir, zo erg vastgeroest in religieuze overtuigingen, dat hij nogal wat moeite heeft met de geëmancipeerde Katya. De Amerikaanse schrijfster leefde enkele jaren in een conservatieve moslimgemeenschap in Jedda. .
Ria Scholten-Boswerger Twee verhaallijnen - zeg gerust hoogspanningsdraden - lopen door de vervolgroman 'Stad van Sluiers' van Zoë Ferraris: de opbouwende spanning van een traditionele misdaadroman en de constante worsteling met geloofskwesties.
'Stad van Sluiers' vertelt het verhaal van Nayir, een traditionele moslim naarstig op zoek naar een geschikte echtgenote, die voor de tweede keer verzeild raakt in een politieonderzoek naar de moord op Leila. Het onderzoek, dat geleid wordt door inspecteur Osama, krijgt een interessante wending wanneer Nayir en de gedreven labonderzoekster Katya ontdekken dat de vermissing van de Amerikaanse man Eric Walker er iets mee te maken heeft. Maar wat? De vermoorde Leila bleek in het geheim videobeelden te maken die volledig in strijd waren met de wetten van de Koran, maar wat was de rol van Eric daarin?
Erics vrouw Miriam komt net teruggevlogen uit Amerika, heeft sowieso al moeite met acclimatiseren en moet zich vervolgens ook nog in haar eentje zien te redden in een land vol ´vrouwenhaters´. Een constante cultuurschok overvalt Miriam en jou als lezer ook: wat Zoë Ferraris over de rechten en plichten van de vrouw vertelt, klinkt onmenselijk en onmogelijk. Een nikab is vereist, make-up is een zonde en wandelen met je echtgenoot mag, maar wel drie meter erachter. Het zijn voor ons onwerkelijke details en daarom des te meer confronterend.
Wat het boek nog indringender maakt, is de manier waarop Ferraris de karakters blootlegt. Het is een thriller met een hoog psychologisch gehalte met de filosofische gedachtekronkels van Nayir als hoogtepunt. Net als de andere personages ontwikkelt Nayir zich van een terughoudende man die zich vastklampt aan De Heilige Schrift tot een rationeel denkend en begripvol persoon. Dat zogenaamde land vol vrouwenhaters komt weer wat genuanceerder over, gelukkig maar.
Zoë Ferraris slaagde er met haar debuutroman 'Zoeken naar Nouf' (2008) in om als ervaringsdeskundige de islamitische denkwereld voor ons te visualiseren. In 'Stad van Sluiers' doet ze het weer. Ook hier leidt het vinden van een verminkt lichaam tot een helse zoektocht langs al dan niet originele Korangeschriften, verstrekkende taboes, tegenstrijdige mensenrechten en cultuurgebonden moraliteiten.
Het is niet alleen een heel spannend verhaal, maar misschien meer nog een verhaal dat je aan het denken zet. Je leest over de strijd die Nayir moet voeren tegen zijn eigen taboes en zijn eigen mores. Je begrijpt Katya's verzet tegen het conservatisme en je gelooft in inspecteur Osama wanneer hij mensenrechten belangrijker acht dan het volgen van de wetten van de Koran. Zoë Ferraris schept een beeld van een Saoedi-Arabië dat worstelt met haar wetten.
|