Marcel Kurpershoek
|
Type:
|
Paperback
|
Uitgever:
|
Augustus
|
Gewicht:
|
460 gram
|
Aantal Pagina's:
|
320
|
ISBN:
|
90-457-0450-1
|
ISBN-13:
|
978-90-457-0450-0
|
Categorie:
|
Toerisme & geografie
|
Richtprijs:
|
€ 22,5
|
Korte Inhoud
Boven Babylon, in Klein-Azië, verdwijnen de mythische rivieren Eufraat en Tigris in een doolhof van bergen en kloven. Legers en volken werden er opgeslokt en verdwenen. Alsof hij een moderne documentaire maakt, vertelt de Atheense filosoof en schrijver Xenophon hoe hij 2400 jaar geleden een tocht door dat doolhof overleefde. Met tienduizend Griekse huurlingen vocht hij zich een weg naar de Zwarte Zee.
In 'Volg de wolken - met Xenophon door het Turkse Oosten' reist Marcel Kurpershoek ze achterna. Maar in het donkere hart van het Turkse Oosten laat zijn Europese kompas hem in de steek. Raadsels, geheimen, sprookjes, leugens en verzinsels tollen er rond als zandduivels in de woestijn. Hij zoekt zijn weg langs de kerkdorpen van Syrisch-orthodoxe christenen, Armeense overlevenden, Koerdische stammen, Turkse staatsdienaren, tussen moslims en christenen, Europa en Azië. De cryptochristenen rond de verlaten Grieksorthodoxe kloosters in de Pontische Alpen wijzen hem uiteindelijk de weg naar de Zwarte Zee.
Uittreksel
Blz. 14: Fort Anatolië
Het overwoekerde spoor slingert zich naar een opening, een diepe kloof, in de muur van het gebergte. Achter ons ligt de vlakte van Mesopotamië, het oude tweestromenland van de Eufraat en de Tigris. We zijn gestopt. We vertrouwen het niet: er kunnen landmijnen liggen. Een pick-up die ons met een grote stofwolk achtervolgde, is een halve kilometer terug blijven staan.
Yusuf, een grijs jasje over zijn bruine hemd en een kransje bijna wit haar om zijn verweerde gezicht, stapt uit en zoekt in het pluimgras naast de weg. Hij snuffelt, plukt, proeft en eet. Hij houdt de stengels van een plant onder mijn neus. 'Lekker om te eten. Goed om te koken,' zegt hij terwijl hij zijn mond ermee volpropt. Hij kijkt om zich heen, naar de vlakte, het late groen in de voetheuvels, en snuift de lucht diep in zich op. 'Dit is nu de Cudi!' roept hij uit met een weidse zwaai van zijn arm die alles omvat, van de top van de berg tot de Tigris, onzichtbaar in de waas van de vlakte. De beste jaren van zijn leven heeft hij hier gesleten, handelend in het houtskool uit de bergen.
Efrem heb ik opgehaald uit het stadje Midyat. Zelf kom ik uit het klooster van Mor (Heilige) Gabriel. Yusuf is ingestapt bij het kerkje van zwarte basaltblokken in Idil, dat de christenen Azach noemen, en de vierde man, de officiële gids, voegde zich bij ons bij het gemeentehuis van Silopi, niet ver van de grensovergang van Turkije naar Irak.
Vanuit Ankara was gebeld met de gouverneur van de provinciehoofdstad Sirnak. Natuurlijk was ik welkom om een bezoek te brengen aan Hassana, het verlaten christelijke dorp in de spleet die de muur van het gebergte had opengewrikt. Maar ik ben niet zo zeker. Het dorp is niet zichtbaar, maar moet achter het heuveltje liggen dat de bodem van de kloof aan het gezicht onttrekt.
Ik aarzel. Zeventig eeuwen kijken op mij neer. Zo lang is het immers geleden dat volgens sommige berekeningen de zondvloed losbrak en de ark van Noach tot rust kwam op de top van de Cudi. Het schip met zijn levende have dobberde rond totdat God zei: 'O aarde, verzwelg je water! O hemel, staak je regen! En het water trok zich terug, het was voorbij. Het schip belandde op de berg Cudi. Er werd gezegd: "het verdiende loon voor de omgekomen onderdrukkers!" Zo staat het in de Koran.
Volgens de Bijbel liep de ark vast op de berg Ararat, een paar honderd kilometer verder aan de andere, noordelijke kant van het Vanmeer. In de Bijbel wordt de geschiedenis van Noach minder belerend en vermanend, met meer kleur en levendige details verteld dan in de Koran. Het is een verschil van stijl en literair genie, maar het hoeft niets te zeggen over de waarheid. De kunst om een mooi, boeiend verhaal op te dissen is al sinds de tijd van Noach hét middel van de spreker om de toehoorder de leugen als waarheid te verkopen. Voor de Ararat pleit dat het nog tweeënhalve maand duurde, na het vastlopen op de Ararat, voordat het water zover gezakt was dat de toppen van de bergen zichtbaar werden. De Ararat is de enige berg die ruim duizend meter boven de andere bergen in het gebied uitsteekt. Of de Bijbel met Ararat de berg bedoelt die we nu kennen als Ararat, is een andere vraag.
Yusuf weet het ook niet. Als moslim met Armeens-christelijke voorouders en getrouwd met een Koerdische vrouw, zouden beide bergen, de Ararat en de Cudi, hem even heilig moeten zijn. De Ararat is zo Armeens als symbool, al ligt hij over de grens van het tegenwoordige staatje Armenië, dat Turkije van geen Ararat wil weten en straf de naam Agri voorschrijft. De Cudi (spreek uit: Dzjoedi) is heilig voor de moslims, maar vooral voor de Koerden onder hen. Samen met de Kandilbergen in Koerdisch Irak is de Cudi het symbool van Koerdisch verzet en gewapende strijd voor een eigen nationale identiteit. Door het onherbergzame, rotsachtige terrein trekken de strijders van de PKK, de Koerdische Arbeiderspartij, die er onderdak vinden in grotten en tunnels. PKK-liedjes bezingen de Cudi als minnaar en beschermengel van de organisatie. De Cudi staat voor de Koerdische bergen in het algemeen.
De Britse archeologe en diplomate Gertrude Bell slaagde er op dezelfde dag als vandaag, 11 mei 2009, maar dan op de kop af honderd jaar eerder, 11 mei 1909, zonder moeite in de top van de Cudi te bereiken. Zij vond het adembenemend. 'Verder naar het noorden strekten de bergen zich in eindeloze reeksen uit tussen waar wij waren en het Vanmeer. Naar het oosten toe verhieven zij zich in besneeuwde ketens, en ver naar het zuidoosten konden wij de hoogste sneeuwpieken zien van Tiyari, waar de nestoriaanse christenen, gegroepeerd in stamverband, hun geloof met hun leven verdedigden tegen de Koerdische stammen - een strijd die duurt sinds mensenheugenis.'
De bergen zijn de enige vrienden van de Koerden, zeggen de Koerden. Turken zijn de enige vrienden van de Turken, zeggen de Turken. We zijn in een gebied van grote eenzaamheid. De nestorianen zijn er niet meer. Voor hen was geen plaats in de ark, al deden zij geen kwaad. Na een laatste mislukte opstand in 1924 werden zij uit Turkije verdreven naar de veiligheid van Irak, dat onder Brits beheer stond. De Armeniërs die de slachtingen door de Turken en door Koerdische bendes in 1915 overleefden, vluchtten naar Syrië of Rusland.
Recensie
door
Tsenne Kikke
- 'Volg de wolken - met Xenophon door het Turkse Oosten' van Marcel Kurpershoek hoort volgens de redactie Boeken van NRC Handelsblad tot een van de beste boeken van deze week. In haar recensie noemt Jona Lendering het boek 'onmisbare lectuur voor iedereen die op reis gaat ten oosten van de Eufraat.'
'Kurpershoek toont in zijn boeiende boek hoe de religieuze en etnische conflicten in het oosten van het moderne Turkije voortduren dankzij overmatig ontwikkelde historische instincten. (...) Voor wie zijn identiteit definieert aan de hand van het verleden, is geschiedenis geen aangename ervaring, maar een nachtmerrie waaraan geen ontsnappen mogelijk is. (...) Kurpershoek biedt zijn fascinerende materie aan als reisverslag, zonder veel conclusies te trekken: hij laat de mensen die hij ontmoet zelf aan het woord, en uit de liefdevolle portretten blijkt dat eigenlijk iedereen in oostelijk Turkije het gelijk wel op een bepaalde manier aan zijn zijde heeft.' - 'Interessant reisverhaal met veel aandacht voor de geschiedenis van mens en landschap onderweg. Af en toe ontdek je achtergronden bij gebeurtenissen die vandaag nog spelen: de strijd van de Koerden en de genocide op de Armeniërs bijvoorbeeld.' - Reisboeken.be
- 'Het reisverslag van Kurpershoek verbindt de geschiedenis van Xenophon met de avonturen van reizigers uit de 19de eeuw, maar geeft tegelijkertijd ook een goed inzicht in de hedendaagse Turkse maatschappij en de problemen waarmee men worstelt.' - Op lemen voeten
|