ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

Adolf H. Twee Levens

Originele titel: La part de l'autre

Eric-Emmanuel Schmitt

Adolf H. Twee Levens Type: Hardcover
Uitgever: Atlas
Gewicht: 655 gram
Aantal Pagina's: 455
ISBN: 90-450-1177-8
ISBN-13: 978-90-450-1177-6
Categorie: Historisch
Richtprijs: € 29,95

Korte Inhoud


Parallel aan het levensverhaal van Adolf Hitler, de dictator, ontrolt zich het imaginaire levensverhaal van Adolf H., kunstschilder van beroep. Wat zou er zijn gebeurd als Hitler een geslaagd kunstenaar was geworden, als hij zijn seksuele en andere frustraties had overwonnen - hoe zou de wereld er dan hebben uitgezien?

In zijn meest omvangrijke roman tot nu toe, waarvan er in Frankrijk inmiddels 550 000 exemplaren zijn verkocht, zoekt Eric-Emmanuel Schmitt het antwoord op de vraag: wat maakt een mens tot wat hij is? In hoeverre wordt ons lot door de omstandigheden bepaald? 'Adolf H. Twee levens' is een diepzinnige denkoefening over de verhouding tussen kunst en politiek, het verband tussen genialiteit en waanzin.

Uittreksel


`Adolf Hitler, afgewezen.'

Het oordeel kwam aan als een stalen liniaal op een kinderhand. `Adolf Hitler, afgewezen.'

Het doek is onverbiddelijk gevallen. Afgelopen. Je komt er niet meer in. Hoepel op. Eruit.

Hitler keek om zich heen. Tientallen adolescenten stonden met rode oortjes, verkrampte kaken, gespannen spieren, op de punten van de tenen en met het angstzweet onder de oksels te luisteren naar de pedel die het lot verkondigde dat ieder van hen beschoren was. Niemand die op hem lette. Niemand die de enormiteit had opgemerkt die zojuist was gedebiteerd, de ramp die de hal van de kunstacademie zojuist had getroffen, de knal die een krater in het universum sloeg: Adolf Hitler, afgewezen.

Bij zoveel onverschilligheid zou Hitler er bijna aan gaan twijfelen of hij het wel goed had gehoord. Ik voel me ellendig. Een zwaard van ijs doorklieft me van mijn borst tot mijn ingewanden, ik bloed leeg en niemand geeft zich daar rekenschap van? Heeft dan niemand oog voor het onheil dat me heeft getroffen? Ben ik de enige op deze planeet die zo intens leeft? Leven we wel in dezelfde wereld?

De pedel was klaar met het oplezen van de resultaten. Hij vouwde zijn lijst op en glimlachte voor zich uit. Een gelige lange lummel, zo mager als een lat, met stramme, ellenlange, houterige armen en benen die los van zijn romp leken te functioneren, waar ze op een onduidelijke manier aan vastzaten. Zodra zijn taak erop zat, verliet hij het podium en voegde zich bij zijn collega's. Hij zag er absoluut niet uit als een beul, maar had wel diens mentaliteit ervan overtuigd dat hij de waarheid had verkondigd. Een idioot van het slag dat bang is voor een muis, maar toch niet had geaarzeld om doodgemoedereerd, zonder een seconde te trillen te verklaren: 'Adolf Hitler, afgewezen.'

Het jaar daarvoor had hij dezelfde afschuwelijke woorden ook al uitgesproken. Maar toen was dat nog niet zo erg geweest: Hitler had niet veel moeite gedaan en meldde zich voor het eerst aan. Nu daarentegen veranderden diezelfde woorden in een doodvonnis, want je mocht maar twee keer meedoen.

Hitler kon zijn ogen niet afhouden van de pedel, die nu stond te schertsen met de surveillanten van de academie, bonenstaken van een jaar of dertig in een grijze stofjas, oudjes in de ogen van Hitler, die pas negentien was. Voor hen was het een gewone dag, een dag als alle andere, een dag die hun loon aan het einde van de maand rechtvaardigde. Voor Hitler was die dag de laatste van zijn kinderjaren, de laatste waarop hij nog had kunnen geloven dat de werkelijkheid zich naar zijn droom zou plooien.

De hal van de academie stroomde langzaam leeg, als een bronzen klok die zich van haar klanken ontdoet en ze uitstrooit over de hele stad. De jongelui trokken naar de koffiehuizen van Wenen om de blijdschap om hun toelating te vieren of de teleurstelling over hun afwijzing te verwerken.

Alleen Hitler stond daar nog als aan de grond genageld, verslagen en lijkbleek. Plots zag hij zichzelf van buitenaf, als een romanpersonage: zijn vader is al jaren dood, zijn moeder is afgelopen winter overleden. In zijn zak zitten nog maar honderd kronen, in zijn koffer drie hemden en een volledige uitgave van de werken van Nietzsche. Met de koude staat ook de armoede voor de deur, zojuist is hem het recht ontnomen om een vak te leren. Welke troeven heeft hij? Geen. Een schonkig uiterlijk, heel grote voeten en erg kleine handen. Een vriend aan wie hij zijn mislukking niet durft op te biechten, nadat hij zo vreselijk heeft gepocht dat hij zou slagen. Een verloofde, Stephanie, die hij vaak schrijft, hoewel ze zijn brieven nooit beantwoordt. Hitler ziet zichzelf zoals hij is en krijgt zelfmedelijden. Dat is het laatste gevoel waardoor hij zich wil laten leiden.

Recensie

door Tsenne Kikke
En als hij nu eens een mens was? Dat is de inzet van de ambitieuze roman van Eric-Emmanuel Schmitt. De Franse auteur wil korte metten maken met de idee om een van de grootste misdadigers uit de geschiedenis als een monster te beschouwen.

Om dat te doen, concentreert hij zich op wat hij als een van de belangrijkste zinnetjes uit de twintigste eeuw beschouwt: 'Adolf Hitler, afgewezen.' Schmitt stelt zich de vraag wat er gebeurd zou zijn als de Academie voor Beeldende Kunsten er toen anders over had beslist.

Het resultaat is een opmerkelijke dubbelroman. Enerzijds lezen we een vlotlezende, maar goed gedocumenteerde biografie van Hitler, anderzijds een kleurrijke fantasie waarin hij als schilder erkend wordt.

Het eerste verhaal vertelt de wederwaardigheden van een clochard, een korporaal die het IJzeren Kruis vergaart, een verhitte fan van Wagner en Nietzsche die zich ten slotte ontpopt tot een bizarre politieke leider en eindigt als een demente misantrope dictator.

De andere intrige ontwikkelt de avonturen van een jonge kunstenaar die bij Freud in therapie gaat en uitgroeit tot een grote figuur van de surrealistische schildersscene in het Parijse Montparnasse.

Schmitt exploreert de mogelijkheid van een Adolf H. die geen Hitler zou zijn geworden. De twee verhaallijnen wisselen elkaar af zonder aankondiging of tussentitels, wat nu en dan (ook al onderscheidt hij Hitler van Adolf H.) tot korte momenten van verwarring leidt. Dat was zonder twijfel de bedoeling.

Schmitt heeft een roman over goed en kwaad geschreven. Op het einde laat hij even in zijn hart kijken, maar verder laat hij het gelukkig aan de lezer over om conclusies te trekken. Opmerkelijk is de grote aandacht die de auteur besteedt aan de jeugdjaren van (de echte) Hitler.

De gemiddelde lezer weet daar weinig over en steekt heel wat op. De kans is groot dat die de jonge Hitler van Schmitt eerder menselijk vindt. De auteur wil dan ook aantonen dat je geen monster bent, maar dat je een monster wordt. De aanvankelijke titel van de roman was trouwens 'Archéologie d'un monstre'.

De misdaden van Hitler vergoelijken door hem als een volslagen gek te beschouwen, zou een groot misverstand zijn omdat je op die manier jezelf en de mensheid van elke schuld ontslaat. Met die vermenselijking van Adolf Hitler laat Schmitt een ander licht schijnen op de absolute verpersoonlijking van het kwaad.

Uitroepen dat de barbarij alleen maar bij de anderen bestaat, is ontkennen dat er een potentiële potentaat in jezelf schuilgaat. Het miskennen van die andere in ons (in het Frans heet de roman niet zomaar 'La part de l'autre') maakt, zo lijkt de auteur te suggereren, de kans groter dat de Hitler in ons naar buiten komt.

De Franse titel verwijst ook naar iets anders: het belang van andere mensen, de ontmoetingen die Hitler lieten evolueren naar wat hij geworden is, of die zoals bij zijn fictionele tegenhanger er net voor zorgen dat hij afstand neemt van dat deel van hemzelf dat hem tot de bekende Hitler zou hebben gemaakt. Geheel volgens Zola's romanbeginsel race, milieu en moment beschrijft de Franse succesauteur hoe groot de invloed van contextuele factoren op de mens is.

Adolf H. Twee levens voert je moeiteloos meer dan 400 bladzijden mee. Een van de hoogtepunten is de beschrijving van hoe Hitler de menigte toespreekt. Bij Schmitt wordt dat een erotische scène zonder weerga. Hier is een schrijver aan het woord die zijn metier kent en erin slaagt historische kritiek te paren aan immens leesplezier.

Zijn roman is een aanrader voor iedereen, maar zou in het kader van vakoverschrijdende eindtermen ook wel eens een mooie toekomst tegemoet kunnen gaan op middelbare scholen. Geschiedenis, filosofie, psychologie en literatuur vloeien gestroomlijnd in elkaar over. Het boek zal ongetwijfeld verhitte discussies losweken.

Bart Van Loo
Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht