Originele titel: Through a Glass Darkly
Alister McGrath
|
Type:
|
Paperback
|
Uitgever:
|
Kok
|
Gewicht:
|
350 gram
|
Aantal Pagina's:
|
240
|
ISBN:
|
90-435-3603-2
|
ISBN-13:
|
978-90-435-3603-5
|
Categorie:
|
Godsbegrip
|
Richtprijs:
|
€ 24,99
|
Korte Inhoud
Terugkijkend op zijn leven en wetenschappelijke carrière ziet Alister McGrath dat zijn zoektocht naar God allesbepalend is geweest.
In zijn memoir ‘Het raadsel van God’ kijkt Alister McGrath terug op zijn veelbewogen leven. Van stellige atheïst werd hij overtuigd christen, maar daarmee waren alle natuurwetenschappelijke vragen niet opgelost, integendeel. McGrath laat zien dat het niet irrationeel is wanneer je de mogelijkheid openhoudt dat er een God is of in ieder geval iets dat alles overstijgt. Maar er blijven ook blinde vlekken en zelfs twijfels. Het boek bevat veel persoonlijke anekdotes, maar ook boeiende theologische en filosofische inzichten over de wereld en het heelal.
Prof. Alister McGrath is toonaangevend in de christelijke wereld. Hij is rector van Wycliffe Hall en als hoogleraar historische theologie verbonden aan de Universiteit van Oxford. Hij publiceert met vaste regelmaat talloze invloedrijke boeken op zowel populair- als wetenschappelijk-theologisch gebied, die een breed publiek bereiken.
Uittreksel
Voorwoord
In dit boek vertel ik hoe een rusteloze, vrijdenkende anarchist met de wetenschap als grote liefde, een onmodieuze maar heel vervullende, rationele en veerkrachtige visie op de wereld ontwikkelde. Die visie bleek het christendom te heten en in dit boek vertel ik mijn verhaal. Het is geen autobiografie, hoewel er onvermijdelijk autobiografische details voorkomen in dit verslag van ontdekking en reflectie. Het is ook geen theologisch geschrift, hoewel ik tal van theologische kwesties aanstip. Dit verhaal gaat over het verlies van mijn intellectuele onschuld tijdens de confrontatie met een wereld die halsstarrig weigerde zich te conformeren aan mijn denkbeelden over hoe hij zou moeten zijn.
Dit beknopte werk is in essentie een uitzoektocht van ideeën. Ik doe verslag van intellectuele ontdekkingsreizen waarin ik reflecteer op mijn groeiende bewustwording hoe complex de werkelijkheid is, hoe beperkt mijn en ons begrip daarvan is en wat de consequenties waren voor mijn tot mislukking gedoemde jeugdige verlangen naar een simpele kijk op een gecompliceerde wereld. Het gaat onder andere over mijn eigen verschuiving van atheïsme naar christendom in de context van de culturele onrust aan het eind van de jaren 1960; over mijn ontdekking hoe stimulerend en vruchtbaar theologie is toen ik research deed aan de faculteit biochemie van de Universiteit van Oxford. Degenen die mij vooral via mijn theologische werken hebben leren kennen, zullen door dit boek begrijpen hoe ze tot stand gekomen zijn.
Hoewel mijn overgang van atheïsme naar christendom een belangrijk element is in dit verhaal, is het niet de enige ontdekkingstocht die ik in de loop van mijn leven heb gemaakt. Naast deze omwenteling in religieuze opvattingen heb ik geleerd dat een jeugdige verwachting van zekerheid over de grote vragen van het leven onhoudbaar was. Of we nu atheïst zijn of gelovig, we zullen allemaal moeten leren leven met onzekerheid over de opvattingen die voor ons cruciaal zijn, zoals het bestaan van God, de aard van het goede, of de zin van het leven. Ik heb moeten leren leven met een wereld waarin we onze diepste overtuigingen niet kunnen bewijzen. De schaduwen van donkerheid zijn levensgroot aanwezig in deze vertelling. En dat kan niet anders, juist omdat ze onderzoekt hoe we te midden van onzekerheid en twijfel authentiek en betekenisvol kunnen leven. Ik heb ontdekt dat het kan.
Alister McGratt - Oxford, februari 2020
Een uittreksel
Blz. 168: Plato nodigt ons uit ons te verplaatsen in iemand die uit deze grot ontsnapt en de zonovergoten wereld daarbuiten in stapt. Hoewel ze in eerste instantie overweldigd wordt door de schittering van de zon, kan ze de schoonheid en het wonderbaarlijke van dit vreemde nieuwe gebied tot zich nemen en voelt ze het contrast met het minderwaardiger bestaan in de grot. Plato ziet een filosoof als iemand die dit grotere vergezicht van de werkelijkheid heeft aanschouwd en teruggaat naar de grot om anderen te vertellen wat ze heeft gezien, zodat zij de werkelijkheid ook kunnen gaan zien zoals ze is. Maar de filosoof, die in deze buitenwereld is geweest, ziet de dingen veel scherper dan de toehoorders in de grot, en zij hebben er dan ook moeite mee haar visioen te begrijpen en te aanvaarden. Ze kunnen niet zien wat zij heeft gezien. Hun verbeeldingsrijke voorstellingen van deze wereld moeten opgerekt en verruimd worden om de grotere realiteit een plek te kunnen geven, iets waar het leven in de grot hen niet op voorbereid heeft.
Bij vroegchristelijke schrijvers resoneerde Plato als een verwante dialoogpartner. Ze constateerden een gemeenschappelijk geloof in een transcendent domein dat het leven in deze wereld verlichtte en inspireerde. De christelijke theologie gebruikt de categorie openbaring om te duiden op een verstrekkend visioen van 'de echtheid'. We krijgen een helderheid van visie gepresenteerd die buiten de beperkingen van onze menselijke situatie ontspringt en maakt dat we onze situatie en mogelijkheden kunnen zien zoals ze werkelijk zijn; en dat veroorzaakt weer dat we onze vooraannames over onszelf en onze wereld onder de loep kunnen nemen.
Het christelijke 'totaalbeeld' (zoals bijvoorbeeld uitgewerkt door Augustinus van Hippo) omvat een nogal nuchtere vaststelling van de beperktheid van menselijke visie en actie. Wij zien onscherp. Het lukt niet om los te breken uit zelfmisleiding en zelfgerichtheid. We weten misschien best wat we zouden moeten doen. Maar dat wil nog niet zeggen dat we het ook willen doen, of kunnen doen. Het christendom schildert de menselijke natuur als gewond, beschadigd, gebroken en kwetsbaar, vatbaar voor dwaling en misleiding. Kennis is niet voldoende. Er is meer dan informatie nodig om onze wonden te genezen en ons te herstellen tot heelheid. Wat we zien en wat we doen, wordt bepaald door wat we zijn; om zuiver te zien en doen moeten we veranderd worden.
De transformerende impact van het christelijk evangelie op individuele mensen wordt in de theologie vaak uitgedrukt in medische vergelijkingen. Augustinus heeft op grote schaal medische beeldspraak gebruikt in zijn verkenningen van de vele aspecten van het christelijk evangelie. Gods genade heeft mensen weer heel gemaakt, fungeerde als zalfolie op hun wonden. Augustinus meende dat de christelijke kerk kan worden beschouwd als een ziekenhuis, een plek waar gewonde en gebroken mensen verzorging en genezing kunnen ontvangen.
Augustinus' analyse is een belangrijk corrigerend argument voor iedereen die denkt dat het christendom slechts een 'totaalbeeld' van de mensen en van de wereld geeft. Dit grootse perspectief identificeert niet alleen het probleem, maar zet vervolgens uiteen hoe onze situatie veranderd en getransformeerd zou kunnen worden. Christenen zien Jezus Christus als het 'licht van de wereld' dat zowel onze situatie als de weg voor onze voeten verlicht, en als de 'goede herder' die ons vergezelt terwijl we door deze donkere en vaak zo onbegrijpelijke wereld reizen. Hij is de wegbereider, de 'grondlegger en voltooier van ons geloof' (Heb. 2.). Hij is voor ons uit gegaan om te laten zien wat er buiten de grot op ons wacht en om ons te helpen het pad te lopen dat Hij heeft gebaand. Christus is het 'mens geworden woord' (Joh. 1:14), God die mens is geworden en een gevallen en geschapen wereld is binnengegaan om licht te werpen op onze situatie en die te transformeren.
Plato's allegorie van de grot richt onze aandacht als vanzelf op de vraag hoe we kunnen leven in zo'n schimmige wereld, een wereld waarin we slechts ten dele en onvolmaakt zien. Hoe houden we zo'n dubbelzinnigheid vol terwijl we zo verlangen naar ware helderheid? Dat is in mijn ogen de epistemologische tragedie van de mensheid: we verlangen te weten wat niet met zekerheid te weten valt, en daarom hebben we te doen wat we kunnen om deze wereld en onze plek daarin begrijpelijk te maken.
Ik heb bewondering gekregen voor de Ierse schrijver John Banville, die enigszins woorden weet te geven aan onze hachelijkheid en kwetsbaarheid omdat we maar zo gebrekkig weten waar het werkelijk op aankomt: 'Wat een klein onwetend scheepje zijn we, zeilend door de gedempte stilte van de herfstige donkerte. Sommigen maken er een obsessie van: 'We kunnen helemaal niets weten.' Maar zulk extreem scepticisme berust op een zekerheid: dat er niets geweten kan worden. Ik trek de realistischere conclusie dat we het recht hebben om te geloven, maar verplicht zijn om redenen aan te voeren voor wat we geloven. Nu ik een oudere man geworden ben, heb ik geaccepteerd dat ik niet alleen met deze moeilijke waarheid moet leven, maar ermee moet werken, in het besef dat veel vragen onbeantwoord en veel kwesties onopgelost blijven. Dat is misschien wel de moeilijkste les die ik heb moeten leren.
Recensie
door
Tsenne Kikke
De 68- jarige Alister McGrath is hoogleraar Religie en Wetenschap aan de Universiteit van Oxford. Hij publiceerde een groot aantal boeken over christelijke spiritualiteit, wetenschap en apologetiek, waaronder: '2.000 jaar christendom', 'Geloof en natuurwetenschap', 'Christelijke theologie – een introductie', en 'Bruggen bouwen'.
|