ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

De Kronieken van Narnia

Originele titel: The Chronicles of Narnia

C.S. Lewis

De Kronieken van Narnia Type: Paperback
Uitgever: Kok
Gewicht: 1220 gram
Aantal Pagina's: 1184
ISBN: 90-435-2027-6
ISBN-13: 978-90-435-2027-0
Categorie: Sprookjes, fabels, legenden
Richtprijs: € 25

Korte Inhoud


De kronieken van Narnia - compleet in een dikke paperback editie:

1. Het neefje van de tovenaar
2. Het betoverde land achter de kleerkast
3. Het paard en de jongen
4. Prins Caspian
5. De reis van het drakenschip
6. De zilveren stoel
7. Het laatste gevecht

Uittreksel


Blz. 7: Dit is een verhaal over iets wat vroeger gebeurd is, toen je opa nog maar een jongen was. Het is een heel belangrijk verhaal, omdat je hierin kunt lezen hoe al het komen en gaan tussen onze wereld en het land dat Narnia heet, begonnen is.

In die tijd moest je als jongen elke dag een stijf, rechtopstaand boordje dragen, en op de meeste scholen was het toen heel wat akeliger dan tegenwoordig. Maar de maaltijden waren lekkerder; en van het snoep zal ik je maar niet vertellen hoe goedkoop en hoe lekker dat toen was, want dan zou je maar voor niets beginnen te watertanden.

In die tijd woonde er in Londen een meisje dat Polly Plummer heette. Ze woonde in een lange rij met huizen die allemaal aan elkaar gebouwd waren. Op een ochtend was ze buiten in de achtertuin, toen er in de tuin van het huis ernaast een jongen tegen de muur omhoog klauterde en zijn hoofd eroverheen stak. Polly was heel verbaasd, want tot dan toe waren er in dat huis nooit kinderen geweest, alleen meneer Ketterley en juffrouw Ketterley, een broer en een zus - een oude vrijgezel en een oude vrijster - die daar met z'n tweeën woonden; dus keek ze heel nieuwsgierig naar hem omhoog Het gezicht van de vreemde jongen was erg vuil. Als hij eerst met zijn handen door het zand had gewreven, daarna een potje had gehuild en ten slotte zijn ogen met zijn handen had afgedroogd, had het bijna niet vuiler kunnen zijn. Eerlijk gezegd was dat ook zo ongeveer wat hij gedaan had.

`Hallo,' zei Polly.
`Hallo,' zei de jongen. 'Hoe heet je?'
`Polly,' zei Polly. 'En jij?'
`Digory,' zei de jongen.
`Wat een rare naam, zeg!' zei Polly.
`Lang niet zo raar als Polly,' zei Digory.
`Wel,' zei Polly.
`Niet,' zei Digory.
`In ieder geval zorg ik dat ik mijn gezicht was,' zei Polly. 'En dat zou jij ook wel eens mogen doen; vooral als je -' en toen zweeg ze. Ze had willen zeggen: 'als je hebt zitten janken,' maar dat leek haar een beetje onbeleefd.
`Oké, dat heb ik ook gedaan,' zei Digory nu hard, zoals een jongen doet die zich zo ongelukkig voelt dat het hem niet kan schelen of iedereen weet dat hij heeft zitten huilen. 'En dat zou jij ook wel doen,' ging hij verder, als je je hele leven op het platteland had gewoond en een pony gehad had en een rivier die achter je tuin langs stroomt, en als je dan hier naartoe was gebracht om in zo'n dom gat te komen wonen.'
`Londen is geen gat,' zei Polly verontwaardigd. Maar de jongen was zo van streek dat hij helemaal niet naar haar luisterde en hij ging verder: 'En als je vader in India was - en als je bij een tante en een oom moest gaan wonen - bij een oom die gek is (wie zou dat nou leuk vinden!) - en als dat was omdat ze voor je moeder zorgden - en als je moeder ziek was en... en... doodging.' Toen vertrok hij zijn gezicht alsof hij moeite had zijn tranen te bedwingen.
`Dat wist ik niet. Het spijt me,' zei Polly beschaamd. En daarna vroeg ze, omdat ze bijna niet wist wat ze zeggen moest en ook om Digory op vrolijker gedachten te brengen: 'Is meneer Ketterley echt gek?'
`Nou ja, óf hij is gek,' zei Digory,'óf er is iets anders geheimzinnigs met hem. Hij heeft een studeerkamer op de zolderverdieping en tante Letty zegt dat ik (har nooit naartoe mag gaan. Nou, dat is om te beginnen al verdacht. En dan is er nog iets. Altijd als hij me aan tafel iets probeert te vertellen - met haar probeert hij niet eens te praten - laat zij hem zijn mond houden. Dan zegt ze: "Val die jongen daar nou niet mee lastig, Andreas," of "Ik weet zeker dat Digory zich daar niet voor interesseert," of anders: "Kom, Digory, heb je geen zin om buiten te gaan spelen, in de tuin?"'
Wat voor dingen probeert hij dan te zeggen?'
`Ik weet het niet. Zover komt hij nooit. Maar er is nog meer. Op een avond - gisteravond om precies te zijn - toen ik langs de zoldertrap kwam op weg naar bed (en zo leuk vind ik het toch al niet dat ik daar langs moet) weet ik zeker dat ik een gil gehoord heb.'
`Misschien heeft hij wel een krankzinnige vrouw, die hij daar gevangen houdt.'
la, daar heb ik ook al aan gedacht.'
`Of misschien is hij valsemunter.'
`Of hij kan ook zeerover geweest zijn, zoals die man aan het begin van Schateiland, en altijd op de vlucht zijn voor zijn vroegere scheepsmaten.'
Wat spannend!' zei Polly. 'Ik heb nooit geweten dat dat huis van jullie zo'n interessant huis was.'
`Misschien vind jij dat interessant: zei Digory. 'Maar als je er moest slapen, zou jij het ook niet leuk vinden. Hoe zou jij het vinden als je niet kon slapen omdat je lag te luisteren of de voetstappen van oom Andreas niet over de overloop naar jouw slaapkamer kwamen sluipen? En hij heeft van die afschuwelijke ogen!'

Recensie

door Tsenne Kikke
C.S. Lewis werd in 1898 in Belfast geboren. Al vroeg had hij interesse in legendes, sprookjes en mythen. Hij verhuisde op latere leeftijd naar Oxford en maakte daar deel uit van een schrijversgroepje, the Inklings. Deze omgeving inspireerde hem tot de creatie van de betoverde wereld van Narnia. In 1950 kwam zijn eerste Narniaboek uit: Het betoverde land achter de kleerkast.

"De Kronieken van Narnia" waren Lewis's eerste poging tot het schrijven van kinderboeken, iets wat hem in eerste instantie afgeraden werd door zijn vrienden en uitgever. Men dacht dat het zijn reputatie als serieuze schrijver zou schaden wanneer hij zich aan dat genre zou wagen. Het eerste boek in de serie, "Het Betoverde Land achter de Kleerkast" ("The Lion, The Witch and the Wardrobe"), werd ook maar matigjes ontvangen en moest het vooral hebben van mond-tot-mond reclame.

Hierna volgden nog zes boeken, die samen uitgroeiden tot de buitengewoon succesvolle Kronieken van Narnia. Het waren zijn enige kinderboeken, daarna verschenen echter nog vele boeken voor volwassenen, waaronder fantasy-verhalen en verzamelde brieven. Hiermee verwierf Lewis grote faam in Groot-Brittannië en daarbuiten.

Ruim vijftig jaar geleden schreef de Engelse letterkundige C.S. Lewis, hoogleraar aan de universiteit van Cambridge bij ons vooral bekend door zijn boek: 'Brieven uit de hel' voor zijn pleegdochter het spannende verhaal 'De leeuw, de heks en de kleerkast'.

Het werd het begin van een serie van zeven verhalen, later genoemd 'De kronieken van Narnia'. Kortgeleden verscheen bij Callenbach de Nederlandse vertaling van dit eerste Narnia verhaal en in december 2005 was de première van de verfilming van dit zelfde verhaal. 'De leeuw, de heks en de kleerkast' stond in ons land plotseling volop in de publiciteit.

Het verhaal speelt zich af op een Engels landgoed. De hoofdpersonen Peter, Susan, Edmund en Lucy wonen hier tijdelijk. Met vele andere kinderen zijn ze uit Londen geëvacueerd vanwege de Duitse bombardementen op de stad (1940). Met paard en wagen worden ze van het station opgehaald door een kribbige dame die de huishoudster blijkt te zijn en die de aanwezigheid van de kinderen alleen maar lastig vindt. Hoewel de kinderen de professor die dit landgoed bewoont nogal excentriek vinden, heeft hij toch echte belangstelling voor hen.

Op een zoektocht door het 'grote huis komt het jongste meisje Lucy in een kamer waarin alleen maar een heel grote kleerkast staat. Nieuwsgierig doet ze de deur open, stapt erin, schuift tussen de jassen door die daar hangen en staat ineens in een besneeuwd landschap dat zich vanaf de brandende lantaarn vlakbij heel ver uitstrekt, het land Narnia.

Ze keert nog even terug in de gewone wereld maar kort daarna komen ze via de kleerkast met z'n vieren in het besneeuwde bos van het wonderlijke land Narnia terecht. En dat wordt het begin van een spannend avontuur...

Het boek is boordevol gevuld met christelijke symboliek en sommige mensen zijn erdoor in hun geloof gesterkt; anderen, verwijzen het naar de wereld van het occulte. Maar het is aan jou om daarover te beslissen - want, afhankelijk van jouw bestaande overtuigingen in jouw brein zul je datgene eruit halen wat je in wezen wil zien.

Koop dit boek bij


Bestellen
Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht