ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

De Onbekende Calvijn, een veelkleurig portret

E.A. de Boer en P. van de Breevaart (red.)

De Onbekende Calvijn, een veelkleurig portret Type: Paperback
Uitgever: Kok
Gewicht: 320 gram
Aantal Pagina's: 252
ISBN: 90-435-1853-0
ISBN-13: 978-90-435-1853-6
Categorie: Protestantisme
Richtprijs: € 19,9

Korte Inhoud


Kent u de spottende Calvijn, de flexibele Calvijn, de onbeheerste Calvijn en de Belgische Calvijn?

'De onbekende Calvijn' is een prikkelend boek vol nieuwe informatie over een reformator van wie we alles al dachten te weten. Een aantal auteurs belicht diverse aspecten van Calvijn die nog nauwelijks aandacht gekregen hebben. Deze impressies vormen samen een kleurrijk portret van Calvijn en zijn invloed in Europa en worden in deze bundel u ingelijst aangeboden. De bijdragen brengen Calvijn dichterbij als mens, als vriend, als christen.

Deze publicatie komt voort uit samenwerking van Vereniging Protestants Nederland en Uitgeverij Kok.

Uittreksel


Blz. 10: Wel pseudonimiteit, geen nicodemisme?

Toen de jonge Jean Calvin in november 1533 Parijs en Frankrijk ontvlucht was, gebruikte hij verschillende pseudoniemen.
. Aangenomen wordt dat hij al in Ferrara de naam Charles d'Espeville gebruikte. Dit op gezag van Jules Bonnet, die meldde de naam d'Espeville in de financiële administratie van Renée gezien te hebben. Charles is de naam van zijn oudste broer. D'Espeville: naar een van de stukken grond bij Noyon waaruit Jean sinds 1521 de revenuen had. In de correspondentie met Louis du Tillet, zijn reisgenoot, zou hij dat pseudoniem nog in 1538 gebruiken.

. Calvijn noemt zich ook wel Carolus Passelius, oftewel Charles de Passel, naar een dorpje in Picardië, vlakbij Noyon.

. Zijn derde pseudoniem is Martianus Lucianus, misschien naar historische of literaire figuren uit de klassieke oudheid. Klinkt erin ook een variatie op Martinus Lutherus? In elk geval is Lucianus een anagram van Calvinus.

De drie pseudoniemen zijn vooral te vinden in de brieven (voor het geval dat die onderschept zouden worden).
Later zal Johannes Sinapius, die Calvijn in Ferrara ontmoette en voor wiens verkering met hofdame Françoise de Boussiron hij zich inzette, hem in 1539 aan de anonimiteit herinneren: 'Werkelijk, in de tijd dat je hier was [in Ferrara], een paar jaar geleden, heb jij je voor mij verborgen als de Silenus van Alcibiades' - een zinspeling op Plato's Symposion.

Daarin vergelijkt Alcibiades Socrates met een beeld van Silenus, een oude man met oren ... als een paard! Wanneer het beeld zich opent, blijkt er een gouden godinnenbeeldje in verborgen te zijn. Waarmee Alcibiades maar wilde zeggen dat ook uit Socrates schatten aan het licht kwamen (ondanks zijn uiterlijk).

Calvijn zou later over zijn tijd in Bazel, voorafgaand aan de reis naar Ferrara, schrijven dat hij er "incognitus" was. En in verband met de publicatie van de Institutie en zijn vertrek van Bazel naar Ferrara: 'Verder, dat het niet mijn intentie was op roem uit te zijn, is duidelijk uit mijn kortstondig vertrek, omdat niemand daar wist dat ik de auteur was' (precies wat Sinapius bedoelde). "Ik heb dat ook elders altijd verborgen gehouden (dissimulavi), en was vast van plan die koers te vervolgen, totdat in Genève ..." Farel hem overdonderde.

Dissimulare

Dissimulare betekent verbergen, geheim houden, niet laten blijken. Verzweeg Calvijn alleen uit bescheidenheid dat hij de auteur van de Institutie was? Of was er ook een angstig motief omdat de brief aan de koning, François I, hem tot gezocht persoon kon maken?

Hoeveel moed mag verwacht worden van oprechte christenen die met repressie te maken krijgen? In Frankrijk werd hard opgetreden tegen wie niet trouw aan de moederkerk was. Sommige mensen kozen ervoor zich innerlijk van de mis te distantiëren en toch aan de viering deel te nemen. Zij 'doen alsof' (Latijn: dissimulare).

Dat werd in toenemende mate een punt van discussie onder hen die reformatie van de kerk een warm hart toedroegen, zoals de leerlingen van Jacques Lefèvre d'Étaples en Guillaume Brigonnet, de kring van Meaux. Calvijn zou het thema in januari 1537 aansnijden met de publicatie van Twee brieven.

Dissimulavi: juist dit woord zal in de Epistolae duae z'n opwachting maken, driemaal in de eerste brief, tien maal in de tweede. In Ferrara verzweeg hij het auteurschap van de Institutie en de brief aan de koning. Heeft hij zich als `dissimulant' gedragen? Is dit waarom hij zich later nooit over zijn verblijf in Ferrara uitgelaten heeft, behoudens de vage beschrijving in de voorrede van de commentaar op de Psalmen? Tijdens de viering van de mis, op Goede Vrijdag 14 april 1536, brak tumult los toen de minstreel Léon Jehannet weigerde te buigen voor het kruis dat de kerk binnengedragen werd en in protest het kerkgebouw verliet. Op die dag was ook Calvijn in Genève, maar zijn naam duikt niet in de stukken over de ketters op.

De zevenentwintigjarige Fransman is in Ferrara niet helemaal anoniem gebleven. Hij heeft er in ieder geval Renée de France, de zesentwintigjarige hertogin zelf, leren kennen. Calvijn zou zijn hele leven met haar corresponderen. Ook haar hofdame, Françoise de Boussiron, kende hij goed. Renée omgaf zich aan het hof van haar echtgenoot, Ercule d'Este, met een hofhouding die haar vaderland vertegenwoordigde. In die vertrouwelijke kring vond Calvijn tijde¬lijk een plek en hij is er van de hertogin gaan houden.

Ik acht het denkbaar dat de jonge geleerde Jean Calvin tot aan Genève zich als nicodemiet gedroeg. Het is ook mogelijk dat hij bewust afwezig was bij die misviering. Een ander punt van weging is dat zijn vriend en reisgenoot, Du Tillet, Calvijn zou hebben verweten wanneer deze in Ferrara zijn overtuigingen verloochend zou hebben. In I537-38 liep hun vriendschap immers op de klippen en werpt Du Tillet Calvijn voor de voeten dat hij geen wettige roeping tot het ambt zou hebben. Hoe dit ook zij, zijn aankomst in Genève betekent een breuk met de pseudo- en anonimiteit van de voorafgaande jaren.

Recensie

door Tsenne Kikke
Als je in Calvijn interesse stelt, dan is elk werk dat over hem handelt interessant genoeg om in te lezen. Qua inhoud is dit boek het lezen waard, maar - mijn inziens - is het teveel uit het hoofd geschreven: het is een stroeve opsomming van dingen. Anders gezegd: ondanks de interessante inhoud ontbreekt het aan warmte. Het is net als een bloem(lezing) waarvan de geur totaal ontbreekt.

Dit komt vooral omdat een 16-tal auteurs, elk op hun manier, diverse aspecten van Calvijn belichten; aspecten, die nog nauwelijks aandacht hebben gekregen, zoals de spottende Calvijn, de flexibele Calvijn, de onbeheerste Calvijn en de Belgische Calvijn. Deze impressies vormen samen enerzijds een veelzijdig portret van de reformator, maar anderzijds verkrijgt men soms het gevoel dat men een zielloze tekst aan het inlezen is.

Toch is het werk van de hand van de 16 scribenten inhoudelijk informatief genoeg om eventueel aan eenieder dié extra info te bezorgen waarnaar men bijvoorbeeld op zoek is. Bovendien is het geen roman, maar iets op zijn Calvijns en verdient dus dan toch een 10 op 10.
Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht