ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

Niets is onmogelijk

Andries Knevel

Niets is onmogelijk Type: Paperback
Uitgever: Kok
Gewicht: 330 gram
Aantal Pagina's: 160
ISBN: 90-435-1837-9
ISBN-13: 978-90-435-1837-6
Categorie: Protestantisme
Richtprijs: € 15,25

Korte Inhoud


Ze wilden en konden niet in God geloven. Weldenkende mensen, bewust niet-gelovig. Hoe kon het gebeuren dat ze op een moment heel anders gingen denken? En wat gebeurde er dan precies? Andries Knevel is gefascineerd door het denken en de motieven van mensen. In dit boek gaat hij diepgaand in gesprek met mensen die atheïst of agnost waren. Op zoek naar hun drijfveren. Wat weerhield hen ervan om in God te geloven? En waardoor gingen ze op een bepaald moment wel geloven?

Uittreksel


Blz. 9: Woord vooraf

Waarom gaan mensen geloven? Waarom worden mensen christen? Het is een vraag die me al een hele tijd bezig houdt. Met die andere vraag: waarom haken mensen af, waarom zeggen mensen het geloof vaarwel?, zijn we de laatste decennia al zo veel geconfronteerd, dat die eerste vraag voor mij steeds belangrijker werd. Met enige regelmaat heb ik me - voor zover dat mogelijk is - getracht te verplaatsen in het leven van een niet-gelovige, of liever gezegd: een niet-christen, en me de vraag gesteld: wat is er nu zo aantrekkelijk aan het christelijk geloof? Ik heb geprobeerd van buiten de cirkel naar binnen te kijken.

Het beeld dat opdoemt is dan niet positief. Christelijk geloof wordt nog wel eens geassocieerd met woorden als: hypocriet, huichelachtig, moralistisch, benepen, seksueel onderdrukkend, discriminerend, achterlijk, en ga zo maar door. En waarom zou iemand dan bij een club willen horen met deze uitstraling? Als marketingconcept staat de kerk er in de 21e eeuw niet best op.

Wat het beeld nog wat donkerder maakt is het feit dat in veel media gesuggereerd wordt dat geloof, of het nu christelijk is of iets anders, iets voor domme mensen is. Wetenschappers staan boven het idee van geloven, zeker nu de wetenschap het concept van een god overbodig heeft gemaakt. De zogenaamde 'nieuwe atheïsten' (Richard Dawkins en anderen) worden niet moe om op dit aambeeld te hameren, en de gestage druppel holt wel degelijk de steen uit.

Als dan ook nog uit de hoek van de menswetenschappen wordt gezegd dat geloven vooral voor domme mensen is, mensen die een houvast buiten zichzelf nodig hebben, die niet kunnen leven met het idee dat er straks niets is, kan het plaatje niet donkerder worden.

Gelovigen zijn hypocriete mensen, die hun verstand niet gebruiken en ook nog bang zijn om de werkelijkheid onder ogen te zien. Dit is de korte samenvatting van een beeld dat in veel media (en ook in de realiteit van gelovigen) heerst.

In deze werkelijkheid, in deze cultuur, worden mensen die nooit iets hadden met het christelijk geloof, christen. Wat bezielt ze? Kennen ze dan niet het beeld dat over christenen en het christelijk geloof bestaat?

Atheïstische wetenschappers worden christen. Weten ze dan niet dat hun collega's vinden dat de wetenschap God al lang overbodig heeft verklaard?

Gewone, normale mensen, zonder heftig verleden, zonder een verleden van drugs en drank, worden na een korte of lange weg enthousiast volgeling van Jezus. Weten ze niet dat ze vervolgens ervan verdacht worden een neurose te hebben, of een angstcomplex of dat het allemaal maar projectie is?

Kortom, ik was gefascineerd door de vraag waarom nu, in deze tijd, mensen de moed hebben om christen te worden. En waarom dan? Wat zoeken ze? Hoe komen ze met het geloof in aanraking? En wanneer valt het kwartje? Wanneer zeggen ze bewust: Ja, ik ben nu christen'.

In de zomer van 2010 heb ik een serie gesprekken voor de EO-radio gemaakt, waarvan dit boek de weerslag is. We zochten naar 'gewone' mensen. Naar uw of mijn buurman of buurvrouw. Naar mensen die je gewoon op straat of in de winkel tegenkomt. Jonge mensen ook, die midden in de wereld en de cultuur staan. Bij voorkeur niet alleen mensen met een heel donker en dramatisch verleden, met een verhaal 'van de kroeg naar de kerk'. Deze verhalen zitten er wel bij, maar niet te veel. En we zochten in het bijzonder naar mensen die hun verstand gebruiken. Nu doet iedereen dat natuurlijk, maar ik was speciaal geïnteresseerd in hoog opgeleide mensen. Want die zouden op hun zoektocht naar God toch wel heel veel intellectuele vragen in hun hart en hoofd zijn tegengekomen. En hoe gingen (en gaan) ze daarmee om?

Het is bemoedigend om te ervaren, dat toen eenmaal bekend was dat we met de zoektocht naar nieuwe volgelingen van Jezus bezig waren, er veel enthousiasme ontstond en ons telkens nieuwe namen werden aangedragen. Hoewel het de koppen van de kranten niet haalt, konden we concluderen dat er op dit moment heel wat 'nieuwe gelovigen' bijkomen.

Ik werkte aan dit project samen met Boudewijn Drechsler. Hij is ook de man die de titel van de serie bedacht: Niets is onmogelijk. Een titel met een dubbele lading, maar dat zal de luisteraar en lezer wel begrepen hebben. Voor de samenwerking zeg ik hem hartelijk dank, alsook voor de secretariële ondersteuning van Annemarie Koning en de redactionele ondersteuning van Alinda Rutgers en van Uitgeverij Kok (nu nog) te Kampen.

Ik hoop dat dit boek enthousiasmeert en motiveert. Net zoals het mij verging, als ik weer een radiogesprek gemaakt had en enthousiast aan ieder die het wilde horen vertelde wat voor een prachtige mensen ik nu weer ontmoet had, en welke mooie verhalen ze vertelden over hun weg tot Jezus. God is aan het werk. Dat geeft hoop, moed en vertrouwen.

Andries Knevel Hilversum, oktober 2010

Recensie

door Tsenne Kikke
Waarom gaan mensen geloven? Waarom wordt iemand christen? Die vragen intrigeren radio- en tv-presentator Andries Knevel. Hij interviewde vijftien mensen die tot geloof zijn gekomen. Het boek Niets is onmogelijk is het resultaat. Het toont vijftien boeiende geloofsreizen.

In 'Niets is onmogelijk'. In gesprek met mensen die niet konden geloven staan vijftien verhalen van atheïsten en agnosten die tot geloof zijn gekomen. Het boek is een weerslag van de gesprekken die Knevel deze zomer met hen voerde voor de EO-radio. Knevel sprak vooral met hoger opgeleide mensen die vanuit hun jeugd en vanuit rationele argumenten het geloof geen plaats (meer) in hun leven gaven.

De presentator koos bewust voor deze insteek, omdat hij in de media geregeld aanloopt tegen de suggestie dat geloof, 'of het nu christelijk is of iets anders, iets voor domme mensen is'. 'Gelovigen zijn hypocriete mensen, die hun verstand niet gebruiken en ook nog bang zijn om de werkelijkheid onder ogen te zien', vat Knevel het beeld samen dat in veel media heerst volgens hem.

Adrienne Huijzer, 24 en afgestudeerd aan de VU in de niet-westerse geschiedenis, zag christenen als mensen die nog een beetje achterliepen, vertelt ze in het boek. 'Ze hadden nog niet het licht van de wetenschap gezien. Ik zou ze niet hardop voor domme mensen hebben uitgemaakt, maar onbewust dacht ik dat toch eigenlijk wel.'

Uit 'pure interesse' in het christendom vanuit haar studie, ging ze een Alpha-cursus volgen. Ze vond er de antwoorden die ze zoekt. 'Het begon allemaal met het inzicht dat geloof - het bestaan van God - net zo rationeel is als atheïsme.'

Net als een aantal andere geïnterviewden vertelt ze dat bij haar ratio aan de beleving van het geloof vooraf ging. 'Ik zag allerlei mensen om me heen die heel emotioneel waren in hun overtuiging en ik dacht: ik wil niet geloven omdat ik het misschien emotioneel nodig heb, ik wil geloven omdat ik denk dat het waar kan zijn.'

In veel van de interviews komt het zoeken naar zingeving aan de orde. De meeste geïnterviewden vroegen zich op een bepaald moment af wat voor zin het leven heeft. Bij de een duurde de zoektocht een jaar, bij een ander 29 jaar. Peter Roelofsma (1962), psycholoog, sociaal wetenschapper en docent aan de VU, moest veel geduld hebben. De geboren Leeuwarder voerde 'een intense en diepgaande worsteling met het geloof in God of een god'. 'Hoe kon ik het bestaan van een goddelijke werkelijkheid accepteren? En sterker nog: de opstanding van Jezus Christus? Om die een plaats te geven in de werkelijkheid heeft me 29 jaar gekost.'

Als kind raakte hij diep onder de indruk van de verhalen uit de Bijbel die hij op school hoorde. 'Diep vanbinnen wilde ik ook zo'n ontmoeting met God hebben.' Hij ging op zoek. Want ook als het niet waar was dat God bestond, wilde hij dat zeker weten. Na de lange, verstandelijke zoektocht had hij dertien jaar geleden een bijzondere ontmoeting met God. 'Ik vind het zo mooi dat ik in de Bijbel lees, dat God kennen hetzelfde is als heel intiem iets beleven. Het gaat ook niet alleen maar om verstandelijke kennis.'

Voor Martha Osborn (1974), communicatiedeskundige in Utrecht, ging ervaring voorop tijdens haar geloofsreis. Ze ging een keer mee naar de kerk met een collega. 'Deze collega had het nodige meegemaakt in zijn leven en hij was toch gelovig. Dat vond ik heel raar. Ik vroeg me af hoe iemand in deze moderne tijd nog kon geloven, terwijl hij zulke nare dingen had meegemaakt.'

Ze was nieuwsgierig naar wat de kerk voor hem betekende. Zodra ze in de kerk was gaan zitten - de Jacobikerk in Utrecht - was het 'alsof ze thuiskwam'. 'Het was net zo'n gevoel als wat je kunt hebben wanneer je thuiskomt van vakantie. Dan ben je op de plek waar je gewoon weer jezelf kunt zijn en tot rust kunt komen. Ik kwam toen thuis in het huis van God, zou je kunnen zeggen.'

Ook bij Arjen (39) en Linda (34) van Marion ontstond interesse in het geloof door ontmoeting met christenen. 'Het begon met een zware operatie aan mijn rug. Toen kwamen er christenen langs om te helpen.' De Van Marions beleefden daarna een zware tijd toen hun dochter geboren werd, en zij niet gezond was. Weer stonden er christenen om hen heen. 'Zij kookten bijvoorbeeld voor ons, zodat we in die moeilijke dagen toch gezond konden eten. Dat voelde heel warm en daar gingen we over nadenken. Ze stonden gewoon klaar om te helpen. Dat vonden we zo verwonderlijk. Het is niet zo dat we op dat moment al dachten dat God bestond, maar we kregen er wel meer feeling mee (...) Ze bleven als het ware op de deur kloppen, maar ze lieten ons verder vrij om onszelf te zijn.'

Opvallend is dat veel van de geïnterviewden aangeven dat zij niet in de eerste plaats voor God kozen, maar dat God hén vond. Psycholoog Anouk van Tooren (36): 'Ik zie mijn bekering niet zozeer als een echte keus van mezelf, maar als geraakt worden door God en dat durven toelaten.'

Toen ze voor de derde keer naar de kerk was geweest, schreef ze zich in voor een Alpha-cursus. 'Ik had al drie keer nee gezegd toen mensen me ervoor uitnodigden, maar toch heb ik me opgegeven op het moment dat ik de kerk al uitliep. Dat heeft ermee te maken dat je weet dat het goed is, ook al wil of kun je uit jezelf niet. Je wordt vanbinnen geraakt.'

Als wetenschapper vond ze juist het beroep dat christenen op het hart doen altijd 'heel vaag, want wat is dan je hart?' 'Maar je hart is in feite wie je ten diepste bent. En als iemand daar komt, als je Jezus daar toelaat, dan leef je met die Persoon, dan leef je met die God. En dat doe ik nu volop iedere dag. Dat is heerlijk en bevrijdend.'

De Alpha-cursus, een kennismakingscursus met het christelijk geloof, is voor veel van de vijftien mensen belangrijk geweest om 'tot geloof te komen', en handen en voeten te geven het geloof, vertellen ze.

Ook Wouter Kok (32) merkte in discussies met familie of vrienden dat mensen snel geneigd zijn om te denken dat je kiest voor het hebben van een godsbesef. Zo heeft hij dat echter nooit ervaren. 'Het is veel meer dat je beseft dat God bestaat. Daarmee bedoel ik niet dat het dom is wanneer een ander dat niet ziet. Maar ik wil ermee zeggen dat het niet een keuze is tussen links of rechts, en je kiest rechts. Zo is het niet. Je hebt als mens niet te kiezen of er een God is of niet. Hij is er.'

Hoe hij is gegroeid in zijn geloof in de afgelopen jaren? 'Vooral door de 'fellowship' zoals de Engelsen dat zo mooi noemen, de gemeenschap. Dat bouwt echt op. We zitten nu in een gemeente in Amersfoort en ik vind het heerlijk om op zondagochtend met een grote groep mensen samen te komen. Maar ik merk dat je vooral wordt opgebouwd in de kringen. Of door in de wijk de goede dingen met elkaar te doen. En door er in de wijk voor andere mensen en elkaar te zijn.'

- Hanneke Goudappel -
Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht