Thomas a Kempis
|
Type:
|
Hardcover
|
Uitgever:
|
Kok
|
Gewicht:
|
285 gram
|
Aantal Pagina's:
|
159
|
ISBN:
|
90-435-1800-X
|
ISBN-13:
|
978-90-435-1800-0
|
Categorie:
|
Godsbegrip
|
Richtprijs:
|
€ 15,9
|
Korte Inhoud
'Gelukkig is de arme ziel die omwille van God een vreemdeling op aarde werd en alles wat in de wereld belangrijk is, hoe groot en glansrijk ook, versmaadde.' Thomas a Kempis betuigt zich in deze mystieke tekst een hartstochtelijk pleitbezorger van het naleven van deugden, het mijden van het kwaad en hij bezingt de lof op Gods goedheid en grootheid. Hij weet de lezer in deze tijd nog steeds in vuur en vlam te zetten.
Uittreksel
Blz. 35: De drievoudige staat van het menselijk leven
Ik ben als een bloem van het veld en een lelie in het dal (vgl. Hooglied 2: 1).
Dit is de stem van Christus tot de heilige kerk in het algemeen en meer in het bijzonder tot de toegewijde geest. Christus is immers de schitterende belofte van de heilige kerk en het hoofd van alle gelovigen, de bloem van alle deugden en een lelie in het dal; hij heeft de nederigheid en de kuisheid lief.
Wie dan Christus wil dienen, de hemelse bruidegom wil behagen, die doet zijn best om zijn zonden te overwinnen, lelies van deugden te verzamelen, ledigheid te vermijden, ijverig te studeren, boeken te schrijven, met de handen te bewerken wat nuttig is, veelvuldig te bidden en zich vertrouwelijk bezig te houden met God, luidruchtigheid te ontvluchten, een teruggetrokken bestaan lief te hebben en te zwijgen over ongepaste en voor hem schadelijke zaken. Want de uiterlijke staat is weinig waard zonder de innerlijke deugd die gericht is op God. Het is als een kan die aan de buitenkant mooi versierd is, maar van binnen leeg. Zoals de aantrekkelijke geur van wijn voortkomt uit een mooie kan, zo komen mooie woorden en heilige werken tot lof van God en tot nut van zijn naaste voort uit het goede hart van de gelovige.
Let dus op broeder, op de staat waarin je je bevindt en wandelt in tegenwoordigheid van de mensen, opdat je je best doet God welgevallig te zijn en anderen die je horen en zien door handel en wandel te stichten. Immers, alles zal in jou overvloedig terugvloeien, wat je aan goeds doet en wat je aan kwaads betreurt voor Gods aangezicht.
Dus wanneer je eet en drinkt, slaapt en rust en waar je je ook wendt om je begeerte te stillen, dan doe je de werken van het vlees en maak je je gelijk aan de beesten van de aarde, die maar rondlopen, eten en drinken en hun maag vullen tot ze verzadigd zijn. En als iemand hen wil weerstaan, dan slaan ze wild om zich heen met hoornen en hoeven. Ze jagen schrik aan met hun blik en bijten met hun tanden en brullen vervaarlijk. Zo zijn de mensen die op het vleselijke gericht zijn: gulzig, inhalig, trots, driftig en twistziek. Zij hebben niet de geest van God, maar zij jagen hun hartstochten na.
Maar als je waakt en bidt, leest over God en zijn heiligen en psalmen en gezangen zingt en als je vast en je verre houdt van zonden, je naaste dient, je misstappen betreurt, zucht en tranen vergiet, biecht en om vergeving vraagt, dan verricht je het werk van de heilige geest en bewandel je de weg van de geest en dien je de regel van het religieuze leven. Want dan ben je gelijk aan de heilige engelen in de hemel, die God altijd prijzen en lofzingen en nooit hun gezicht van hem afwenden. Echter, wanneer je trots en boos bent, op anderen afgeeft, moppert, je bedient van leugens en bedrog, anderen ergert en je verheugt over hun ongeluk, maar met afgunst beziet als het hen goed gaat en verachtelijk op hen neerkijkt en in alles je eigen voordeel zoekt, dan volg je de duivel en word je gelijk aan de demonen door je boosheid en de zonden die je begaat. Want zij jagen hun hartstochten en kwade neigingen na, zoveel als zij maar kunnen en durven te doen. Ze verlustigen zich in het kwaad, omdat zij geen goede mensen zijn en proberen anderen in verleiding te brengen en te gronde te richten.
Het leven van de rechtvaardigen is daarom gelijk aan dat van de engelen, het leven van de mensen die de vleselijke lusten najagen, lijkt op dat van de beesten en het leven van de trotse mensen is te vergelijken met dat van demonen. Pas toch op, dienaar van God, dat je niet verstrikt raakt in hun netten en dat je door hen niet aangeklaagd en beschaamd wordt bij het oordeel.
Recensie
door
Tsenne Kikke
Sinds een paar jaar verschijnt er met enige regelmaat een vertaling van werken uit de moderne devotie. Dit werkje van de bekende Thomas van Kempen (circa 1380-1471), een middeleeuwse Nederlandse mysticus, kan gelezen worden in samenhang met het eerder vertaalde 'De rozentuin' uit 2009.
In de inleiding schrijft vertaler Jacques Koekkoek (1948), een psychotherapeut, dat de wereldse spiritualiteit van Kempis goed aansluit bij het postmoderne levensgevoel. De nadruk op de deugden en met name de nederigheid vindt hij in deze tijden van exorbitante verrijking uitermate actueel. De vertaling is zoals de andere delen in deze serie kraakhelder. Het thema is het leiden van het goede leven om te komen tot het geluk in leven met God. In het nawoord gaat de vertaler in op de geschiedenis van de moderne devotie en het leven van Thomas a Kempis.
Is dit boekje iets voor jou? Lees het bovenstaand uittreksel en indien het jou ja dan neen aanspreekt, ken je het antwoord.
|