ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

Calvijn en zijn uitleg van de psalmen

Dr. Wulfert de Greef

Calvijn en zijn uitleg van de psalmen Type: Hardcover
Uitgever: Kok
Gewicht: 1200 gram
Aantal Pagina's: 352
ISBN: 90-435-1135-8
ISBN-13: 978-90-435-1135-3
Categorie: Protestantisme
Richtprijs: € 44,9

Korte Inhoud


Johannes Calvijn (1509-1564) beschouwde het als zijn voornaamste taak de bijbel uit te leggen. Zijn exegese krijgt in het Calvijnonderzoek meer en meer aandacht. De auteur wil daaraan een bijdrage leveren door Calvijns exegetische methode te beschrijven zoals die in zijn 'Commentaar op de Psalmen' (1557) naar voren komt.

Om het juiste zicht te krijgen op Calvijns methode is het belangrijk te weten hoe de pslalmen in de tijd voor Calvijn uitgelegd werden. De meeste kerkvaders betrokken de psalmen regelrecht op Jezus Christus en de kerk. Joodse exegeten uit de 11e en 12e eeuw gingen anders te werk. Zij hebben belangrijke invloed gehad op een aantal christelijke exegeten, onder wie Calvijn.

Calvijn richt in zijn uitleg van de psalmen niet alleen op de context van een psalm, maar legt die psalm tegelijkertijd ook uit in het kader van geheel de Schrift. Zo maakt Calvijn duidelijk wat de psalmen 'voor ons betekenen'.


Van de oudtestamentische bijbelboeken worden de psalmen het vaakst in het Nieuwe Testament geciteerd. In deze studie wordt nagegaan wat dit voor Calvijns uitleg van de psalmen betekent.

De resultaten van zijn onderzoek vat de auteur samen in een beschrijving van Calvijns exegetische methode, waarbij vooral aandacht wordt geschonken aan de relatie van Calvijns exegese met die van de Joodse geleerde David Kimchi (ca. 1160-1235).

Wulfert de Greef, emeritus predikant van de Protestantse Kerk in Nederland, promoveerde in 1984 aan de Rijksuniversiteit in Utrecht op 'Calvijn en het Oude Testament'. Zijn publicaties gaan vooral over de Reformatie en de uitleg van de bijbel.

Uittreksel


Blz. 29: Er was pas aan het einde van de 15e eeuw onder invloed van het humanisme weer belangstelling voor het Hebreeuws en het Grieks gekomen. Dat heeft gevolgen gehad voor de uitled van de bijbel. Hoe opmerkelijk de hernieuwde aandacht voor het Hebreeuws is, beseffen we des te meer als we tot ons laten doordringen hoe het in de voorafgaande eeuwen met de belangstelling voor de Hebreeuwse grondtekst gegaan is. Het Hebreeuws is wel de taal van het Oude Testament maar dat wil niet zeggen dat bij de uitleg van het Oude Testament altijd van de Hebreeuwse tekst uitgegaan werd. Toen Alexander de Grote in de vierde eeuw voor Chr. groet gebieden buiten Griekenland veroverde, werd het Grieks overal de officiële taal. Op den duur waren veel Joden in die gebieden niet meer in staat de Hebreeuwse bijbel te lezen. In de derde eeuw voor Chr. begon men aan een Griekse vertaling, de zogenaamde Septuaginta. Eerst werden de boeken van de Thora vertaald, terwijl de vertaling van de andere boeken van de Hebreeuwse bijbel in de volgende twee à drie eeuwen plaats vond.

Een probleem is dat de tekst van de Septuaginta lang niet altijd overeenkomt met de Masoretische overlevering van de Hebreeuwse tekst. De reden is vrijwel zeker dat de Septuaginta als vertaling gebaseerd is op een andere Hebreeuwse tekstoverlevering.
Het is begrijpelijk dat in de kring van de Joden de vraag leefde naar een betere Griekse vertaling. Die vraag werd nog versterkt toen christenen in de eerste eeuwen na Chr. de Septuaginta als de Heilige Schrift beschouwden en de vertaling op sommige plaatsen wijzigden naar hun eigen theologische visie.

Op verzoek van bisschop Damasus van Rome begon Hieronymus in 382 na Chr. aan een verbetering van de bestaande Latijnse bijbelvertaling. In 405 na Chr. was hij klaar met zijn vertaling en deze werd in latere eeuwen de Vulgata genoemd.

Recensie

door Tsenne Kikke
Alle schriftgeleerden, die ooit iets over de Psalmen hebben geschreven, worden hierin vermeld. Reeds in de oudheid, maar vooral in de middelleeuwen bestaat de discussie wie David eigenlijk was: een profeet, of een geschiedschrijver?

Volgens de exegeten van die tijd is het Oude Testament onlosmakelijk verbonden met het Nieuwe Testament. Jacques Lefèvre d'Etaples, maar ook Luther, was de mening toegedaan dat alle teksten slaan op Jezus, behalve daar waar expliciet over iemand anders gesproken wordt. David, was volgens de Europese exegeten een profeet was die over de toekomstige Messias schreef. De Joodse exegeten daarentegen houden voet bij stuk: alles wat David heeft geschreven had énkel betrekking op hemzelf. Dit is ook begrijpelijk, want we weten allemaal dat de Joodse godsdienst de ganse inhoud van het Nieuwe Testament verwerpt, inclusief het geloof dat Jezus 'de Messias' was. Daarom wachten ze nog, tot op vandaag en hopelijk niet voor de rest van de eeuwigheid, op Zijn komst. Jezus als de Messias aanvaarden, kon toen niet, en kan nog niet - want, dit is toegeven dat het Joodse volk de Messias indertijd heeft gekruisigd.

Als we alle teksten van de oorspronkelijke Bijbel willen vertalen, dan moeten we Hebreeuws kennen, Oud Grieks, Latijn, Aramees én Arabisch. Na het lezen van dit werk komen we meer en meer tot de overtuiging hoe moeilijk het is eender welke Nederlandstalige vertaling van de Bijbel dogmatisch te aanvaarden, wat een reden temeer is om achter de woorden te gaan kijken, de ziel ervan aan te raken, en via de geest alles weer tot leven te brengen. Dit werk kan je hierbij enigszins inspireren. Alhoewel...

... ondanks het feit dat de psalmen het lezen waard zijn, heb ik nooit begrepen waarom er zoveel aandacht werd aan besteed. Mijn inziens is het Genesisverhaal het meest boeiende én het ganse Nieuwe Testament.
Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht