Recensie
door
Tsenne Kikke
Hier is werk van gemaakt! Alhoewel het bijzonder geschikt is voor mensen die zich tot het priesterschap geroepen voelen, raad ik dit boek aan eenieder aan die alles wenst aan de weet te komen over het interne reilen en zeilen van de Kerk. Nochtans geeft Johan .B. te Velde, pastor in Leeuwarden, scherpe kritiek op dit werk.
Hij schrijft, onder andere: ˜Op pagina vijftien worden wijdingsmacht en apostoliciteit met elkaar vereenzelvigd, terwijl het verschillende zaken zijn. Bij de beschrijving van de namen van de Bijbelboeken hanteert de schrijver de namen die nog in de Petrus Canisius-vertaling te vinden zijn, maar sinds begin jaren zestig veranderd zijn en vanaf de Willibrordvertaling in Nederland niet meer gebruikt worden. Ook de godsnaam wordt onjuist weergegeven (p. 23). In het hoofdstuk dat gewijd is aan de liturgie zijn veel fouten en onnauwkeurigheden te vinden. De Congregatie voor de Eredienst en de Regeling van de sacramenten wordt op p. 163 'Congregatie voor de riten' genoemd. Ten onrechte stellen p. 117 en p. 166 dat het Tweede Vaticaans Concilie bepaald heeft dat de celebranten aan het altaar met hun gezicht naar de gelovigen staan gericht. P. 168 spreekt over epistel en evangelie en wisselende tussenzangen, maar de liturgische boeken na het Tweede Vaticaans Concilie spreken over eerste lezing, antwoordpsalm, tweede lezing, alleluiavers en evangelielezing. Ook de veranderingen in de kleding van de priester (p. 172; stool niet gekruist, maar recht afhangend) en de juiste dracht van de diaken (stool niet over rechter- maar over linkerschouder, p. 702) zijn de schrijver ontgaan. Het eventueel gezamenlijk te bidden dankgebed na de communie (p. 169) dat de auteur vermeldt is in de geschiedenis van de r.-k. liturgie onbekend. Bij de vermelding van oecumenische diensten op p. 167 zal wel 'geen geldige eucharistievieringen' bedoeld zijn. Ook bij de beschrijving van het kloosterleven (p 207-232) is er nogal wat fout gegaan. Op p. 210 vinden we de onjuiste mededeling dat vrouwelijke kloosterlingen alleen de tijdelijke geloften afleggen. Op p. 218 en 219 wordt van de Dominicanen en de Franciscanen vermeldt waar zij zich in Nederland bevinden. Van de eerstgenoemden vermeldt de auteur te weinig en van de laatsten te veel standplaatsen. De lezer kan alleen maar vermoeden en vrezen dat er veel ongecontroleerde informatie in dit handboek te vinden is."
Ondanks deze - waarschijnlijk gerechtvaardigde kritiek - is het tóch een boek die ik eenieder, die in dit thema interesse stelt, aanraad. Hopelijk komt er dan binnenkort een 'gewijzigde' versie.