|
Nero & Seneca - De despoot en de denker
|
|
Anton van Hooff
|
Type:
|
Hardcover
|
Uitgever:
|
Ambo | Anthos
|
Gewicht:
|
500 gram
|
Aantal Pagina's:
|
263
|
ISBN:
|
90-263-2283-6
|
ISBN-13:
|
978-90-263-2283-9
|
Categorie:
|
Oude Beschavingen
|
Richtprijs:
|
€ 24,95
|
Korte Inhoud
'Wreed Romeins keizer (4 letters)'. Zo kennen we Nero uit de kruiswoordraadsels. Hij dankt die slechte naam aan zijn brute vervolging van christenen, de liquidatie van senatoren, de moord op zijn moeder Agrippina en andere tirannieke daden.Het bekendste slachtoffer van Nero's terreur was Seneca, die carrière had gemaakt als redenaar, literator en filosoof, en belast was geweest met Nero's opvoeding. Lange tijd praatte Seneca Nero's wandaden goed. Pas toen de jonge keizer hem opdroeg zichzelf te doden, nam hij volledig afstand van de despoot. Seneca maakte van zijn levenseinde een heropvoering van Socrates' dood en werd het Romeinse icoon van filosofisch martelaarschap. Enkele jaren later sloeg Nero de hand aan zichzelf. Zijn zelfdoding gold als het verdiende ellendige einde van een tiran.
Uittreksel
Blz. 15: Een tragisch duo
Wreed Romeins keizer van vier letters', zo kennen we Nero uit de kruiswoordraadsels. Die slechte naam dankt hij aan het vervolgen van christenen en aan de liquidatie van senatoren. Het bekendste slachtoffer van Nero's terreur was Seneca. Zijn naam, met de afwisseling van klinkers en medeklinkers, zou ook geknipt voor puzzels zijn, maar hoe moeten we hem omschrijven? Als 'Romeins stoïsch filosoof' of 'keizerlijk raadsman uit de eerste eeuw van onze jaartelling' of als 'het bekendste slachtoffer van Nero's schrikbewind'?
Zijn dramatische levenseinde was de climax van de talrijke wisselvalligheden die Seneca's leven kende. Als hij in zijn rol van stoïsch raadsman zijn lezer aanspoort tot standvastigheid spreekt hij niet louter vanuit filosofische theorie. Pijnlijke ervaringen hadden hem geleerd welke wendingen een leven kon nemen. Toen hij als redenaar populair werd, riep hij de jaloezie van keizer Caligula op. Veiligheidshalve brak hij zijn retorisch optreden maar af. Toen hij onder de nieuwe leider Claudius weer op het publieke toneel verscheen, trof de gramschap van diens gemalin Messalina hem. Seneca werd naar Corsica verbannen.
Teruggeroepen door Messalina's opvolgster Agrippina werd hij belast met de opvoeding van haar zoon, de twaalfjarige prins Nero. Toen deze op zestienjarige leeftijd vorst werd, liet de puber zich aanvankelijk gewillig door zijn tutor leiden. In deze 'gouden jaren' van Nero's bewind werd Seneca, die als stoïcus soberheid preekte, overstelpt met rijkdommen. Volwassen geworden ontpopte Nero zich als een liederlijke despoot. Toen hij zijn moeder Agrippina liet ombrengen, praatte Seneca de moedermoord nog goed. Na enige tijd vuile handen gemaakt te hebben, probeerde Seneca zich uit het publieke leven terug te trekken. Maar Nero liet hem niet gaan. Een paar jaar later beschuldigde hij Seneca van betrokkenheid bij een samenzwering en gaf hem het bevel zich te doden. Seneca maakte van zijn levenseinde een heropvoering van Socrates' dood. Zo werd hij de Romeinse icoon van filosofisch martelaarschap. Enkele jaren later was het Nero die de hand aan zichzelf sloeg, toen hij van alle kanten werd belaagd. Zijn ellendige zelfdoding gold echter als het verdiende einde van een tiran.
De levens van de vorst en de filosoof, die zo tragisch in elkaar verwikkeld raakten, bieden niet alleen historisch drama van formaat, maar roepen ook de vergelijking op met de situatie van intellectuelen onder recente dwangregimes. Kunnen we het ambitieuze jonge geleerden in de jaren dertig van de twintigste eeuw kwalijk nemen dat ze meegingen met de bruine golf van het nazisme? Toen het IJzeren Gordijn viel, maakte ik kennis met collega's die met hun geweten worstelden: hadden ze zich toch niet gecompromitteerd door feitelijk een bewind te steunen dat ze inwendig vervloekten? Anderen hadden de zuiverheid van hun geweten gered met ideologisch ongevaarlijke activiteit, zoals het vertalen van klassieke auteurs.
Deze vorm van 'innere Emigration' was ook Romeinse intellectuelen niet onbekend. Soms kozen zij voor een otium, vrij zijn van publieke taken. Soms ook werden zij gedwongen tot afzijdigheid. Seneca maakte zowel het opgelegde als het zelfgekozen otium mee. Die periodes maakte hij productief door een indrukwekkende reeks essays te schrijven. Het bekendst zijn de Ethische brieven aan Lucilius. Deze schreef hij in zijn laatste levensjaren, toen hij zich probeerde los te maken van Nero.
Misschien is de rijpheid van de levensherfst nodig om Seneca te waarderen. De eerstejaarsstudent klassieken sprak hij niet aan. We lazen de Ethische brieven vrijdag het eerste college-uur. De houten kop van de laatste uitgaansavond vóór het weekeinde had weinig op met Seneca's geteem over de deugd. Pas later kreeg ik oog voor zijn onmiskenbare stilistische vermogen. Een aantal van zijn pakkende uitspraken bracht het zelfs tot een bundeltje Seneca voor managers. In de hal van het Stedelijk Gymnasium Nijmegen begroet een senecaanse settentia de bezoekers: 'leiden doen de lotsbeschikkingen iemand die gewillig is, de onwillige sleuren ze mee' (ducunt volentem fata, nolentem trahunt). Door de eenheid van gedachte en vorm is Seneca een van de antieke prozaschrijvers van wie de lectuur in de originele taal aantoonbaar meerwaarde heeft. Ik hoop dat besefte hebben bijgebracht aan de bovenbouwleerlingen van het Stedelijk Gymnasium Nijmegen die ik ben gaan lesgeven toen ik mijn otium nam van de Nijmeegse universiteit. Met hun 'Wat staat er nou precies?' en 'Wat bedoelt hij lier nu?' dwongen ze mij tot een nauwgezette lezing van Seneca. Dank daarvoor, gymnasiasten van de lesgroep 6 Latijn 2 2007/8 en klas 5F 2008/9.
Nog meer dan Seneca is Tacitus, de geschiedschrijver van de periode. de meester van het Latijnse proza. Iedere vertaling doet hem tekort. Nog het meest benaderde P.C. Hooft het oorspronkelijke Latijn toen hij de Annales verdietste tot Jaarboeken. Hij behield Tacitus' variatie en abruptheid van stijl. Naar eigen zeggen had hij Tacitus dan ook 52 keer gelezen. Hij paste de taciteïsche variatio en brevitas toe in zijn Nederlandsche historiën. Zo hoopte hij de beginnende Nederlandse cultuurtaal pit te geven. Als hij succes had gehad, waren ons de eeuwen van saaie volzinnen bespaard gebleven. In elk geval sprak Tacitus mij als gymnasiast aan door zijn puntige stijl en sombere mensbeeld. Vooral door hem ben ik klassieken gaan studeren.
Natuurlijk is de overgeleverde documentatie de moderne historicus nooit genoeg. Er zijn pijnlijke gaten - zo is in de tekstoverlevering het deel van zijn werk dat Tacitus aan Nero's laatste jaren wijdde, verloren gegaan. Maar we hebben de levensbeschrijvingen van de twaalf eerste caesaren door Tacitus' jongere tijdgenoot Suetonius. Als hoofd van het vorstelijke secretariaat kon Suetonius de correspondentie van de vorst raadplegen, waaruit hij regelmatig citeert. De derde historicus die de periode dekt, bekeek de gebeurtenissen op een tijdsafstand van anderhalve eeuw. Het is de Grieks schrijvende Cassius Dio die de vroege keizertijd behandelde in het licht van eigentijdse ervaringen en preoccupaties. En met inscripties, munten en archeologische resten zijn we vergelijkenderwijs niet slecht af. Van Nero's eigen teksten hebben slechts enkele flarden van zijn gedichten ons bereikt.
Recensie
door
Tsenne Kikke
Nero (37-68) wordt beschouwd als een van de slechtste Romeinse keizers. Hij heeft achtereenvolgens zijn stiefbroer Britannicus, zijn moeder Agrippina, zijn leermeester Seneca en zijn stiefzus en echtgenote Octavia uitgeschakeld. Verder wordt zijn naam in verband gebracht met de brand van Rome: die zou hij hebben aangestoken om een nieuwe stad, Neropolis, in de plaats te kunnen bouwen. Als zondebok voor de brandstichting vond hij een gemakkelijk slachtoffer: de christenen. De eerste grote christenvervolgingen dateren uit de periode van Nero. Of Nero wel zo'n slecht keizer was, wordt door hedendaagse historici betwijfeld. Hoe komt het bijvoorbeeld dat na zijn dood overal valse Nero's opdoken? Nero's moeder, Agrippina, vertrouwde Seneca, filosoof en schrijver (4 voor Christus-65 na Christus), de opvoeding van haar zoon toe. Seneca zou ook nadien een van de belangrijkste raadgevers van de keizer blijven. Maar geleidelijk aan groeiden hun wegen uit elkaar. Uiteindelijk verplichtte Nero Seneca om zelfmoord te plegen. In zijn dood toonde Seneca zich de Stoïcijnse filosoof die hij tijdens zijn leven te weinig was geweest.
Deze 'dubbelbiografie' is voorzien van een fotokatern, eindnoten, een bronnenoverzicht en een register.
- Bernard Huyvaert -
Beschaving is ook maar een relatief begrip. Achtten de Romeinen zichzelf het toppunt van beschaafdheid, naar de normen van vandaag gemeten was het maar een losgeslagen en genadeloze bende rond het begin van onze jaartelling. In Nero en Seneca schetst Anton van Hooff een ontluisterend beeld van de Romeinse elite van 2000 jaar geleden.
Anton van Hooff (1943) was tot 2008 hoofddocent klassieke geschiedenis aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij publiceerde onder andere over Caesar, Polybius, banditisme, Spartacus en zelfdoding in de oudheid. De vraag dringt zich op: waarom zijn de Romeinen 2000 jaar na dato nog interessant genoeg voor een nieuwe beschouwing? De bronnen waaruit geput kan worden zijn beperkt en al vele malen vertaald en geïnterpreteerd. En toch wekken de prestaties van het Romeinse volk nog steeds bewondering op. De militaire superioriteit enerzijds, en de culturele en filosofische ontwikkeling die kon plaatsvinden anderzijds, bereikten voor die tijd ongekende hoogten. Ondanks, of juist dankzij het feit dat de democratie steeds verder moest wijken voor de dictatuur van de keizers.
Van Hooff kiest voor zijn boek een interessante vergelijking met de situatie van intellectuelen in hedendaagse dwangregimes: is het hun kwalijk te nemen dat ze toegeven aan de druk van het bewind? Naast alle lovende woorden voor de retorische en filosofische kwaliteiten van Seneca besteedt de auteur uitgebreid aandacht aan diens glibberige kant. Als Seneca op een gegeven moment verbannen wordt door keizer Claudius, laat hij geen kans onbenut om de keizer met schaamteloos gevlei te vermurwen. Wanneer Claudius sterft en Seneca door Nero's moeder wordt teruggeroepen om de rol van mentor op zich te nemen, schrijft hij al spoedig een toneelstuk waarin hij de draak steekt met Claudius.
Een ander voorbeeld van tegenstrijdigheid is de rijkdom die hij als stoïsch, en dus soberheid prekende filosoof, vergaarde. Seneca's filosofieën komen nu vooral over als moraliserend en drammerig, maar hebben een grote invloed gehad op de morele vorming van Europa in latere eeuwen. De vergelijking die Van Hooff trekt met modernere tijden blijft beperkt tot losse verwijzingen en komt jammer genoeg niet uit de verf. Het zwaartepunt van het boek ligt uiteindelijk bij de kruispunten van de levens van de totaal losgeslagen Nero en de gewiekste staatsman Seneca die in de eerste vijf jaren van Nero's heerschappij nog in staat was om de jonge keizer in toom te houden. Daarna vervalt Nero steeds sneller tot het onberekenbare gedrag dat hem de reputatie van de meest beruchte keizer uit de oudheid bezorgde.
Ondanks dat Van Hooff niet komt tot een hoger inzicht in de beweegredenen van intellectuelen die hun diensten aan dictators verlenen, is het toch een fascinerend boek. De feiten die hij verzamelt uit de bronnen van Tacitus en Cassius Dio, tonen een doorkijkje naar een samenleving met een hypocriete seksuele moraal.
Het politieke machtenspel wordt beheerst door een aantal elitaire families, die niets of niemand ontzien. Nero, die zowel zijn broertje als moeder laat ombrengen is hiervan wel een extreem voorbeeld. Als uiteindelijk Seneca ook in ongenade valt, neemt de oude wijsgeer afstand van zijn vroegere pupil. Moreel gezien rijkelijk laat, maar Van Hooff schetst in prettig leesbare taal dat dat geheel in de tijdgeest was.
- Frank van der Lecq -
|