Originele titel: Soul Survivor
Bruce en Andrea Leininger
|
Type:
|
Paperback
|
Uitgever:
|
Ten Have
|
Gewicht:
|
465 gram
|
Aantal Pagina's:
|
302
|
ISBN:
|
90-259-6059-6
|
ISBN-13:
|
978-90-259-6059-9
|
Categorie:
|
Alternatieve wetenschappen
|
Richtprijs:
|
€ 16
|
Korte Inhoud
"Vliegtuig staat in brand! Kleine man kan er niet uit!" schreeuwt de tweejarige James Leininger tijdens zijn frequente nachtmerries. Op rustiger momenten gaat kleine James steeds meer details loslaten over de 'kleine man'. De peuter vertelt aan zijn ouders Andrea en Bruce Leininger dat zijn vliegtuig is opgestegen van 'een schip', de 'Natoma'. Hij werd neergeschoten 'door de Japanners', hij vloog in 'een Corsair' en één van zijn vrienden heette 'Jack Larsen'.
Om de dromen van hun kind te begrijpen, gaan Andrea en Bruce op zoek naar de man uit het brandende vliegtuig. Hun zoektocht brengt hen uiteindelijk bij oorlogsveteranen en familieleden van de omgekomen gevechtspiloot James Huston (1923-1945). Vooral Bruce kan maar niet geloven dat zijn zoon zich echt een vorig leven herinnert. Maar als blijkt dat James Huston inderdaad in een Corsair heeft gevlogen, de Natoma Bay een vliegdekschip was in de strijd tegen Japan en Jack Larsen echt bestaat en veteraan is van de Natoma Bay, kan hij er niet meer omheen.
Het verhaal van Bruce en Andrea Leininger over hun zoon James - inmiddels twaalf - werd opgetekend door de New Yorkse schrijver Ken Gross. Nog nooit werd het verhaal van een westers kind opgetekend dat zich zo veel wist te herinneren uit een vorig leven.
Met een inleiding van Michiel Hegener, fotograaf en freelance journalist voor onder meer voor de ANWB en NRC Handelsblad. Al jaren houdt hij zich bezig met bewijzen voor reïncarnatie en werkt aan een boek daar over. Hij heeft regelmatig contact met de ouders van James.
Uittreksel
Blz. 10: Terug naar James Leininger, al is het beter te spreken van het geval Leininger, omdat James zich nu niets meer herinnert. Dat laatste is normaal. Kinderen die zich dingen uit vorige levens lijken te herinneren, waar of niet waar, stoppen daarmee na hun zesde levensjaar. Dat bleek bij duizenden goedonderzochte gevallen, waarvan er honderden zijn beschreven. Pioniers op dit terrein waren Carol Bowman, die het voorwoord bij dit boek schreef, Ian Stevenson (1918-2007) van de University of Virginia en zijn opvolger Jim Tucker.
Wie het verhaal van James Leininger in een breder perspectief wil plaatsen doet er goed aan Bowmans boek Children's Past Lives - How Past Life Memories Affect Your Child te lezen (bij Bruna verschenen als Wie was mijn kind?), en van Tucker Life Before Lifè - A Scientific Investigation of Children's Memories of Previous Lives (bij Bruna verschenen als Mama, vroeger was ik). Dan blijkt dat het verhaal van James Leininger in essentie niet zo bijzonder is, tal van kinderen gingen hem voor, en anderzijds dat vrijwel geen kind zulke exacte mededelingen deed als hij: talrijk, ondubbelzinnig, toetsbaar en kloppend.
Natuurlijk hebben sceptici wel een paar punten gemaakt en die verdienen alle aandacht. Het gaat er immers niet om het geloof in reïncarnatie te bevorderen of om aan te tonen dat reïncarnatie onzin is, maar om het vinden van de waarheid. Bestaat het of bestaat het niet? En: is er misschien een andere verklaring dan reïncarnatie voor de verbluffende berichten van Leininger en de andere bewijzen?
Een mogelijke alternatieve verklaring schuilt in de veldtheorie, zoals uitgewerkt door Lynn McTaggart in The Field - The Quest for the Secret Force of the Universe, en al eerder en stelselmatiger door Rupert Sheldrake, die het heeft over morfogenetische velden. Kerngedachte is dat alle ervaringen van alle mensen in één universeel metafysisch depot belanden, waar sommige mensen, of sommige mensen op sommige momenten, bij kunnen. Aldus zou Leininger slechts het dossier Huston hebben gelicht.
Een tweede metafysische verklaring is dat het leven eenmalig is maar wel met een hiernamaals, en dat de geest van de overleden Huston heeft gesproken door de jonge James Leininger. Het zou te ver voeren om deze twee mogelijkheden hier uitvoerig te analyseren - dat zal ik doen in mijn boek Anomalieën die wijzen op reïncarnatie (werktitel), dat in 2011 bij Uitgeverij Ten Have zal verschijnen - maar ze verklaren geen van beide waarom Leininger en Huston op gelijke leeftijd precies op elkaar lijken.
Sceptici die alle metafysische verklaringen buiten beschouwing laten zijn tot nu toe niet ver gekomen met het geval Leininger. In november 2000 gaf Leininger aan te zijn neergeschoten nabij het eiland Iwo Jima, waar de Natoma Bay één piloot verloor: James Huston, die dus de preïncarnatie zou moeten zijn van James Leininger. Sceptici benadrukken dat Huston niet sneuvelde bij Iwo Jima, maar 270 kilometer noordelijker, bij Chichi Jima. Echter, Leininger zei niet dat hij precies bij Iwo Jima was neergeschoten. Toen hij een luchtfoto van Iwo Jima zag, zei hij tegen zijn vader: `Daddy, that's when my airplane got shot down.'
Punt van de skeptici is verder dat er geen Corsairs op de Natoma Bay waren. Maar James Huston was in 1944 Corsair-testpiloot, en Leininger heeft nooit gezegd dat hij was omgekomen in een Corsair. Leiningers bericht dat hij vloog in een Corsair, in augustus 2000, volgde op twee bezoeken aan het Cavanaugh Flight Museum in Dallas, in februari en in mei 2000, waar hij niet was weg te slaan bij de afdeling Tweede Wereldoorlog. Voer voor sceptici, blijkt op internet, alleen stond daar in 2000 tijdelijk geen Corsair.
Wel was er in het museum een losse droptank te zien, een externe extra brandstoftank die na gebruik wordt af geworpen. In maart 2000 kreeg Leininger van zijn moeder een modelvliegtuigje met een droptank, en zei, wijzend `that's a drop tank'. Die uitspraak, een paar weken na het museumbezoek, kan natuurlijk niet meetellen als bewijs voor een vorig leven als gevechtspiloot - maar wint toch aan relevantie wanneer we het geheel van het verhaal overzien, de lange reeks mededelingen van James Leininger over zijn aandeel in de strijd tegen Japan in 1945.
Volgens sommige sceptici had James ondervraagd moeten worden door wetenschappers, zonder zijn ouders erbij. In theorie hebben ze gelijk, maar dit boek maakt duidelijk dat Leiningers berichtgeving over zijn herinneringen zich nauwelijks tot niet liet dwingen. Zoals zijn moeder Andrea het formuleerde bij Larry King Live: 'Hij leek geen cognitieve herinneringen te hebben [aan de oorlog]. De herinneringen waren niet actief in zijn geest, ze werden losgemaakt door een gebeurtenis, iets wat hij zag, of hoorde, of rook. Dan kwam hij met een stukje informatie. En dat was het, daarna was het voor altijd verdwenen. Slechts in drie tot vijf gevallen konden we hem met succes vragen stellen. Bij alle andere pogingen - dus wanneer hij het gesprek niet was begonnen - leek het of hij geen idee had waarover we het hadden.'
Recensie
door
Tsenne Kikke
Als bespreking stel ik voor dat je naar ons nieuwsberichtje gaat dd. 26 mei 2010 - of, hier is de link.
|