|
Het licht en de korenmaat
|
|
Hans Wopereis
|
Type:
|
Hardcover
|
Uitgever:
|
Ten Have
|
Gewicht:
|
520 gram
|
Aantal Pagina's:
|
272
|
ISBN:
|
90-259-6038-3
|
ISBN-13:
|
978-90-259-6038-4
|
Categorie:
|
Opleidingen
|
Richtprijs:
|
€ 24,9
|
Korte Inhoud
Veel mensen komen vroeg of laat voor de opdracht te staan hun persoonlijke spiritualiteit te verbinden met hun dagelijks werk. Maar hoe maak je die verbinding in een werkomgeving die zo dikwijls geregeerd wordt door vaste patronen en kortetermijnbelangen?
Het boek van Hans Wopereis gaat in essentie over persoonlijk leiderschap. Over de bezielende invloed die je als individu kunt uitoefenen als je het waagt om je licht niet onder, maar op de korenmaat te zetten. Één iemand kan het verschil uitmaken in het doorbreken van een gevestigde cultuur. Ieder van ons kan soms die ene zijn. Een inspirerend en praktijkgericht boek waarin mythen, sprookjes en bijbelverhalen over de innerlijke weg een grote rol spelen.
Hans Wopereis is verbonden aan het ITIP (Instituut voor Toegepaste Integrale Psychologie) – School voor leven en werk in Zutphen. Samen met mededirecteur Bas Klinkhamer en een team van begeleiders heeft hij de afgelopen vijftien jaar talloze bedrijven en organisaties begeleid in cultuurveranderingsprojecten. Daarnaast is Hans Wopereis als docent verbonden aan de ITIP-opleidingen.
Uittreksel
Blz. 17: Inleiding
Er zijn van oudsher vele wegen bekend om het menselijk potentieel dat in ons is te verwezenlijken en de weg naar de eigen ziel te vinden. Zeker in deze tijd is het aanbod op het gebied van persoonlijke en spirituele ontwikkeling enorm. Veel van de wijsheid die eeuwenlang in de esoterische tradities voor het grote publiek verborgen is gehouden, is in de afgelopen vijftig jaar vrij toegankelijk geworden voor de zoekers onder ons.
Talloos zijn de vormen van meditatie, gebed, visualisatie, lichaamswerk, sjamanisme en spirituele therapie, waar wij ons aan kunnen laven. Wat deze vormen gemeenschappelijk hebben is dat ze ons allemaal vragen ons terug te trekken uit het dagelijks leven. Zij roepen ons op ons te begeven naar een speciale plek, waar vervolgens een speciale sfeer gecreëerd wordt; daar wordt de ziel uitgenodigd tevoorschijn te treden. Dit is een aantrekkelijke, belangrijke en voor velen onder ons ook noodzakelijke weg. Er is echter ook nog een andere, veel minder bekende weg naar onze ziel, en dat is de weg van het werk. Hierbij zonder je jezelf juist niet af van je omgeving, maar geef je je er juist volledig aan over. Hier dien ik te zijn, hier in mijn dagelijkse werkelijkheid is mijn ziel te vinden en mijn bestemming te bereiken. Mijn ziel is niet alleen mijn toevluchtsoord, mijn veilige haven, maar zij is bovenal mijn werkgever.
Alle werkelijke spiritualiteit en persoonlijke groei krijgen pas betekenis als zij leiden tot een levensinstelling en tot levensvormen die de ziel dienen. Hoeveel je ook weet van engelen, aura's, meditaties of helende energie, om maar wat te noemen, het heeft niets om het lijf als je er niet naar handelt in het dagelijks leven. Werk is bij uitstek het gebied waarin je gevraagd wordt te handelen. In je werk geef je een voorbeeld van dat waar je in gelooft en geef je vorm aan wat je drijft.
De betekenis van werk in de verschillende tradities
In een aantal van de wijsheidstradities wordt deze weg via werk naar de ziel expliciet benoemd. Zo is er in de oudste wijsheidstradities van de wereld, het hindoeïsme, naast de in Nederland bekende weg van de hatha yoga, ook de karma yoga, bedoeld voor mensen met een actieve inslag. De hatha yoga neemt het menselijk lichaam als uitgangspunt en gebruikt allerlei psychosociale oefeningen, terwijl de karma yoga het dagelijks werk als oefening ziet. Ook de benedictijnen uit de christelijke traditie erkennen het belang van het werken in de wereld. Hun lijfspreuk luidt niet voor niets: ora et labora; bid en werk. Een spreuk die ook gebezigd werd door de oude alchemisten, voor wie de werkplaats van het laboratorium tevens de werkplaats van de ziel was. Werken in de materie was voertuig voor het werken in de geest. In die zin spraken de alchemisten over Het Grote Werk.
Als de alchemist in zijn Grote Werk pogingen deed om duistere, zware metalen om te zetten in lichtere, dan was hij tegelijkertijd ook in zijn innerlijke werkplaats bezig duisternis in licht om te zetten. Terwijl hij in een retort allerlei stoffen aan het verhitten was, zodat ze al kokend, gereinigd en gezuiverd konden worden, ervoer hij tegelijkertijd hoe hij in zijn eigen bestaan door het levenslot gekookt en gezuiverd werd. Niets ging buiten hemzelf om. De sleutel van alle voortgang lag primair in zijn eigen innerlijk. Als zijn werk stagneerde, keek hij om te beginnen naar binnen, naar wat hij zelf misschien had gedaan of nagelaten. Hij begon altijd bij zichzelf en liet het daar niet bij: wat hij in zichzelf begon, liet hij eindigen in de buitenwereld, in het werk waar hij mee bezig was.
Het chassidische verhaal over de herbergier
Uit de chassidisch Joodse traditie is er het prachtige leerverhaal over een overijverige leerling van een rabbi. Deze leerling is dag en nacht bezig met het bestuderen van de geschriften, de geheime betekenis van de letters en de getallen, de visualisaties over de Troonwagen, en wat al niet meer. Op zekere dag komt hij bij zijn rabbi om hem om advies te vragen over hoe hij verder kan. De rabbi ziet hem aan, en zegt: 'Ik heb je alles geleerd wat ik weet, ik kan je nu alleen nog doorverwijzen naar mijn leermeester, de grootste die ik ken. Hij heeft een herberg in een dorpje op een dagreis hiervandaan. Ga naar hem toe en vraag hem om advies.' Als de leerling aankomt in de herberg, besluit hij om, voordat hij zich bekend gaat maken, de herbergier te observeren. Hij is benieuwd wat deze rabbi allemaal doet om God te vinden en waarom hij zo'n grote rabbi is. Zo gaan er dagen voorbij, maar hij ziet de goede man niets speciaals doen. De gehele dag is hij bezig met het werk in de herberg, het ontvangen van gasten, het koken van maaltijden, het doen van de afwas. Hij studeert niet in de Thora, doet geen speciale gebeden of meditaties en heeft ook geen leerlingen om zich heen. Na vijf dagen besluit de leerling terug te keren naar zijn rabbi; hij zal wel een vergissing hebben begaan. Hij vertelt het hele verhaal aan hem en eindigt met: 'Hij was enkel bezig met het dagelijks werk.' Daarop zegt de rabbi: 'Juist. Dat is waar het over gaat. Dat is wat hem tot zo'n grote rabbi maakt. Neem een voorbeeld aan hem en zoek een betrekking in de wereld!'
Recensie
door
Tsenne Kikke
Deze uitgave is een vervolg op 'Helen of delen; over de transformatie van mens en organisatie' (1986) door Hans Korteweg en Jaap Voigt. Die auteurs waren mede-oprichter/eigenaar van ITIP, School voor leven en werk, te Zutphen, en een van hen (Voigt) schreef het voorwoord voor deze uitgave. Inmiddels is de auteur van deze uitgave mede-eigenaar van ITIP, waar nu (door een andere tijdgeest) de accenten zijn verlegd. In deze uitgave laat de auteur zien (met behulp van fabels, mythen en sprookjes uit verschillende culturen en Bijbelverhalen) dat organisatieveranderingen gewild en gedragen moeten worden door de betrokkenen. Hij legt uit dat organisatieverandering succesvol wordt door het individu centraal te stellen. Dit omdat men zo het kleine ego leert kennen met al zijn angsten en begeerten, en dat in dienst leert stellen van de grote ziel of het hogere doel. Hij benadrukt dat arbeid het middel is voor persoonlijke en sociale ontwikkeling. De auteur gebruikt ook voorbeelden uit zijn eigen praktijk als adviseur/coach voor organisatie- en loopbaanontwikkeling. Bedoeld voor leidinggevende mbo-ers.
- Drs. J.J.M. van der Heijden -
"Gij zijt het licht der wereld; een stad die bovenop een berg ligt kán niet verborgen blijven; ook steken ze geen lamp aan en zetten die dan onder de korenmaat; nee, op de luchter en dan is hij een lamp voor allen in het huis; zo moet uw lamp een licht zijn voor het aanschijn van de mensen." Deze 'oude' tekst uit Matteüs 5:14-16 blaast Hans Wopereis nieuw leven in. Het resultaat is een actueel, inspirerend en hoopvol boek: 'Het licht en de korenmaat, je ziel als werkgever'.
Een boek met vele handvatten hoe je persoonlijke spiritualiteit te verbinden met je dagelijks werk. En hoe je verbindingen tot stand kunt brengen in een werkomgeving waar vaste patronen en kortetermijnbelangen meer aandacht krijgen dan een levende visie waar de organisatie voor staat. Welke rol kun je als individu vervullen binnen je werk? Wat is de mate waarin jij een bijdrage kunt leveren aan het grote geheel? Hoe zet je jouw kwaliteiten als organisatievermogen, zelfstandigheid, alertheid en je vermogen om strategisch te denken in? Wat is er nodig om je bezielende invloed uit te kunnen oefenen binnen de organisatie waar je werkt? En vooral waar moet je beginnen?
"Word wakker en zoek opnieuw contact met jouw eigen bezieling en neem je werkend leven ´in eigen beheer´. Hoe wil jijzelf je leven, in deze organisatie vormgeven? Dat bedoel ik met ´je ziel als werkgever´. Er ontstaat zo´n grote innerlijke vrijheid op het moment dat je beseft dat een persoon, organisatie of instantie nooit jouw werkgever kan zijn, je werkgever in spirituele zin. Jij bent het beginpunt, het gaat in eerste instantie om de vraag ´wat verlangt mijn ziel van mij´ in plaats van ´wat verlangt mijn baas van mij."
In het voorwoord schetst Jaap Voigt een herkenbaar, noodzakelijk en nieuw soort (persoonlijk) leiderschap. Nieuwe leiders doorleven werkelijk tot in de diepte de ervaringen in hun eigen leven. Zij stellen zich werkelijk ten dienste van een groter geheel. En zij nemen op gezette tijden rust om te herstellen van opgelopen schade.
Hans Wopereis baseert zijn boek op twintig jaar ervaring met het begeleiden van mensen en organisaties in veranderingsprocessen. En haalt de rijkdom aan van vele spirituele bronnen, mythen en (Bijbelse) verhalen die kunnen inspireren. Zoals het verhaal uit de Bijbel over de Jakobsladder: een verhaal over instrumentschap waarin Esau de beroemde droom krijgt, waarin hij een ladder uit de hemel ziet komen. Een prachtig beeld over het aardse beneden en het hemelse boven. Een parallel met inspiratie in organisaties die ook op en neer kan gaan. Hoe je het dagelijkse van wat je op de aarde tegenkomt omhoog kan brengen en kan voorleggen aan je ziel. En hoe je vervolgens weer jouw bezieling vanuit de hemel omlaag kan brengen, naar dat wat je in het dagelijks leven aan het doen bent. Zo boven zo beneden, zeiden de oude alchemisten.
Een mooi praktijkvoorbeeld uit het boek speelt zich af binnen de advocatuur. Het betreffende advocatenbureau is gespecialiseerd in echtscheidingen en is er heerst een heuse vechtcultuur. Tot één van de advocaten in een scheidingsprocedure terecht komt en zich bewust wordt hoe verwoestend en ontwrichtend zo´n agressieve aanpak kan zijn. Dáárover ging hij in gesprek met zijn collega´s. Enkele jaren later was de cultuur totaal veranderd. Men ging zich steeds meer richten op mediation.
Wopereis is geen utopist, maar een realist. Hij onderkent wel degelijk hoe weerstand binnen organisaties negatief kan uitwerken. Hij geeft een aantal tips hoe met deze hardnekkige tegenkracht- die eerder als meewerkende kracht kan worden gezien- om te gaan. Waarbij er eerder sprake is van dansen met de weerstand in plaats van vechten tegen de weerstand.
- bereid je erop voor en probeer het te zien als een teken, waar een groot verlangen achter schuil gaat; - laat de weerstand toe en voel vanbinnen hoe jij reactief dreigt te worden; - blijf ruimte houden en maak een heldere diagnose van de ander en van jezelf en bezie de ander als een geheel; - beweeg mee door de waarheid die er schuilt onder de weerstand toe te geven; - benoem zo feitelijk mogelijk wat je ziet bij jezelf en de ander; - draai de posities eens om; - onthecht waar je inhaakt en corrigeer jezelf; - stel grenzen waar nodig.
In het boek komt uiteraard ook de vraag aan de orde wanneer het tijd wordt om je werksituatie te beëindigen. Als langer blijven vanuit de ziel gezien geen optie meer is. Vraag je af of je je echt hebt ingezet en het beste van jezelf hebt gegeven. Zodat, als je dan toch moet gaan, je dat kunt doen met opgeheven hoofd. Niet via een achterdeur, maar door de hoofdingang. Vertrekken door de voordeur betekent dat je met respect maar zonder je terug te houden duidelijk kunt maken waarom je vertrekt.
Veel mensen hebben de neiging te onderschatten welke invloed ze binnen hun organisatie kunnen uitoefenen. Eén iemand moet vaak de eerste stap zetten door niet te vechten tegen de bierkaai en zich niet aan te passen. Maar door in het midden te blijven en je eigen spoor te trekken. En dan blijkt dat spoor vaak een spoor van meerdere mensen te zijn. Jij kunt in jouw organisatie beginpunt zijn voor alles wat je ten diepste graag zou willen. Stel je eens voor hoe het is om de organisatie bij jou te laten beginnen. `Het licht en de korenmaat, je ziel als werkgever', kan hierbij een grote steun zijn!
Hans Wopereis (1962) studeerde rechten in Leiden, deed onderzoek voor Philips in Zuid- Amerika, werkte op de afdeling pz bij Hoogovens. Hij is mededirecteur van het ITIP School voor leven en werk in Zutphen. Hij draagt verantwoordelijkheid voor de activiteiten op het gebied van organisatie-en loopbaanontwikkeling.
- Lennie Haarsma -
|