|
Als sterven dichtbij komt
|
|
Originele titel: Being with dying
Joan Halifax
|
Type:
|
Paperback
|
Uitgever:
|
Ten Have
|
Gewicht:
|
Onbekend
|
Aantal Pagina's:
|
224
|
ISBN:
|
90-259-5970-9
|
ISBN-13:
|
978-90-259-5970-8
|
Categorie:
|
Stervensbegeleiding
|
Richtprijs:
|
€ 15,25
|
Korte Inhoud
In Sterven met aandacht presenteert Joan Halifax haar inzichten en praktische lessen over het sterven. Een inspiratiebron voor wie betrokken is bij de zorg voor stervenden, voor wie zelf de dood tegemoet gaat, of dieper inzicht wil krijgen in de omvormende kracht van het stervensproces. De boeddhistische leraar Joan Halifax begeleidt al jaren stervende mensen. In dit boek beschrijft ze haar ervaringen en inzichten. Ze geeft lessen van stervende mensen en verzorgers door. Daarnaast biedt ze concrete hulp in de vorm van meditatieoefeningen, waarmee lezers zich kunnen bezinnen en voorbereiden op een dood zonder angst. Zo leren we hoe we anderen met compassie kunnen helpen, door het lijden en verzet om te buigen naar moed. Joan Halifax is wereldberoemd geworden als pionier op het terrein van stervensbegeleiding, Zij stond aan de basis van een trainingsprogramma dat mensen helpt de dood met open ogen en moed tegemoet te zien.
Uittreksel
Blz. 104: De angst voorbij
Vergif wordt medicijn
Waarom wordt de eerste pijl van pijn toch altijd gevolgd door de tweede pijl van lijden? We hebben zojuist gezien dat pijn en lijden twee verschillende dingen zijn: lijden is een verhaal over pijn. Toch heeft het er alle schijn van dat we blijven lijden. Wat is nu eigenlijk de motor achter al onze verhalen vol ellende en verdriet?
Het Tibetaanse Levenswiel laat op een kleurrijke, folkloristische manier zien hoe wij gevangen raken in de klauwen van de verschillende mentale valkuilen. De god van de dood houdt een wiel in zijn klauwen dat eeuwig rond blijft gaan. In het centrum van het wiel bevinden zich drie dieren die de as aandrijven: een haan die begeerte verbeeldt; een slang die staat voor woede; een varken als beeld voor onwetendheid. In het boeddhisme worden begeerte, haat en onwetendheid de Drie Vergiften genoemd. De Boeddha onderwees dat juist deze drie egocentrische gemoedstoestanden ons lijden voeden.
Uit eigen ervaring wist de Boeddha dat een hongerige, hatende of verwarde geest zich nauwelijks of niet bewust is van zijn verbondenheid met andere levende wezens. Zo'n geest is egocentrisch, alleen uit op eigenbelang, zit gevangen in narcisme en voor- en afkeur, en houdt slechts rekening met zichzelf. De Boeddha realiseerde zich ook dat het vaste geloof in onze eigen identiteit ons ertoe aanzet om mensen en dingen om ons heen te veranderen of op een bepaalde manier vast te leggen. Hierdoor worden we bezitterig, gaan we dingen verzamelen en raakt onze geest bezeten door het idee afgescheiden te zijn. Bovendien raken we ervan overtuigd dat we speciaal zijn. Hierdoor wordt sterven een ware strijd, hulpverlening uitputtend en duurt het verdriet voort. De wortels van lijden zijn de Drie Vergiften begeerte, woede en onwetendheid. Maar de hoofdwortel van alle lijden is angst. Angst die voortkomt uit onze behoefte om het gevoel dat wij een vaststaande, onafhankelijke identiteit zijn, in stand te houden.
De vraag is nu: kunnen we het lijden beëindigen? Is er een weg, een manier waarop we de vergiften kunnen veranderen in de geneesmiddelen vrijgevigheid, helderheid en onverschrokkenheid? Kunnen we mededogen ontwikkelen, onmetelijkheid en de eenvoud van vrijheid proeven, zelfs in het aangezicht van de dood? Ooit hoorde ik een Tibetaanse leraar zeggen dat ook lijden heilzame kwaliteiten heeft: het kan ons verlangen naar vrijheid vergroten. Vervolgens zei hij dat mededogen in ons ontstoken wordt wanneer wij anderen zien lijden.
Door zijn eigen lijden te doorleven, leerde de Boeddha hoe hij dit kon transformeren, waardoor hij uiteindelijk ontwaakte in de werkelijkheid, in waarheid. Hij probeerde niet om zijn eigen ellende en die van anderen te vermijden. Hij zag dat in de puinhopen van ons lijden, vele geschenken verborgen liggen, waaronder het geschenk van mededogen. Lijden bracht de Boeddha dichter bij de kern van een spiritueel leven en vervolgens leidde het hem naar vrijheid.
Er is een bekende grap die als volgt gaat: 'Religie is voor mensen die bang zijn voor de hel, spiritualiteit is voor mensen die door de hel zijn gegaan.' De Boeddha ging door de hel. De meesten van ons zijn op de een of andere manier door de hel gegaan. Vreemd genoeg komen we hier vaak beter uit dan we erin gingen. Ook ingewikkelde theorieën ondersteunen deze waarheid: levende systemen worden sterker wanneer ze in elkaar storten en leren hoe zij zichzelf kunnen herstellen. Jij en ik zijn sterker geworden dankzij de uitdagingen die we overwonnen hebben. Maar het vraagt moed om deze uitdagingen aan te gaan en mogelijk te falen, om je over te geven aan niet-weten en je gehechtheid aan een goede afloop los te laten. Dit is met name voor hulpverleners een grote uitdaging. Wij zijn er om te helpen. Hoe kunnen we helpen, zonder dat we op de een of andere manier iets willen bewerkstelligen?
Ik denk dat het belangrijk is dat we ons realiseren dat de Boeddha gewoon een man was die het lijden en de dood recht in de ogen keek, en zich hierdoor liet leiden op zijn zoektocht naar een betekenisvoller en gelukkiger leven. Meer mensen hebben dit gedaan. De Boeddha was waarschijnlijk een zeer moedig mens. Ook wij kunnen dapper zijn. Waar hij doorheen gegaan is, verschilt niet zoveel van wat wij in ons eigen leven hebben meegemaakt.
Recensie
door
Tsenne Kikke
Dit boek is een aanrader, maar - in mijn opinie - niet weggelegd voor de gewone sterveling. Toch niet voor de sterveling wiens dood nabij is, gewoonweg omdat het op dat ogenblik ietwat té laat is om de bestaande overtuigingen aan een boeddhistische denken aan te passen. Ook de meditatie-oefeningen, achteraan het boek, zijn geen lachertje...
|