Originele titel: Set this house in order
Matt Ruff
|
Type:
|
Paperback
|
Uitgever:
|
Uitgeverij Contact
|
Gewicht:
|
760 gram
|
Aantal Pagina's:
|
608
|
ISBN:
|
90-254-2535-6
|
ISBN-13:
|
978-90-254-2535-7
|
Categorie:
|
Romantiek
|
Richtprijs:
|
€ 19,95
|
Korte Inhoud
Het is een ongelooflijk liefdesverhaal: een man en een vrouw, voor elkaar bestemd, beiden met een meervoudige persoonlijkheidsstoornis. Twintig mensen, verliefd op twintig mensen.
Matt Ruff levert in Verliefde zielen een ongelooflijke prestatie door hiervan een gecompliceerde, grappige (niet elke persoonlijkheid is het met de andere eens), tragische, maar vooral een mooie roman te maken. Een verhaal dat je niet loslaat.
De liefde tussen Andy Gage en Penny Driver komt moeizaam op gang. De geliefden hebben namelijk te maken met een hoop bemoeizuchtige stemmen op de achtergrond. Ze hebben alle twee een meervoudige persoonlijkheidsstoornis,en niet alle persoonlijkheden kunnen even goed met elkaar opschieten. Aaron,'de vader', Adam, 'de opstandige teenager', Jake,'het bange kleine jongetje', Sam, 'de kunstenaar' en Gideon: die het liefst zou willen dat iedereen opdonderde zodat hij het leven kon leiden die 'hij' wilde. Samen met Penny probeert Andy achter de oorzaak van zijn zielenversplintering te komen: wie heeft het kleine jongetje in hem vermoord? Dat is een zoektocht naar een jeugdtrauma, een poging om een ziel te helen, en om weer werkelijk verliefd te kunnen zijn.
Uittreksel
Blz. 9: Mijn vader heeft me naar buiten geroepen.
Ik was zesentwintig toen ik uit het meer kwam, en sommige mensen vinden dat vreemd, ze vragen zich af hoe ik een leeftijd kon hebben zonder dat ik een verleden had. Maar ik kom ook vreemde dingen tegen: de meeste mensen die ik ken kunnen zich hun geboorte niet herinneren, en sterker nog: daar maken ze zich niet druk om. Julie Sivik, een goede vriendin van me, heeft me ooit verteld dat haar vroegste herinnering bestond uit een tafereel tijdens het partijtje voor haar tweede verjaardag: ze stond op een stoel om de kaarsjes op de taart uit te blazen. Alles daarvoor was een zwart gat, zei ze, maar dat zat haar blijkbaar niet dwars. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld was dat ze twee jaar van haar leven kwijt was.
Ik herinner me alles, vanaf het eerste ogenblik: het geluid van mijn naam in het donker, het schokeffect van het water, de verwarde plantenmassa op de bodem toen ik mijn ogen opendeed. Het water is daar beneden zwart, maar ik kon zonlicht zien op het oppervlak hoog boven me en ik liet me die kant op drijven, naar boven getrokken door mijn vaders stem.
Aan de oever van het meer stond mijn vader me op te wachten, samen met Adam en Jake en tante Sam. Achter hen lag het huis; Seferis hield vanaf het spreekgestoelte het lichaam in het oog. En verder voelde ik hoe de anderen, te verlegen om zich te vertonen, vanuit de ramen die uitzagen op het meer en vanaf de rand van het bos ook naar me keken. Ook Gideon moet vanaf Coventry hebben toegekeken, maar dat hij bestond wist ik toen nog niet.
Volgens mij moet ik nu uitleggen hoe het zit met dat huis. Tante Sam zegt dat een goede verteller belangrijke dingen stukje bij beetje onthult, om zo de aandacht van het publiek vast te houden, maar ik ben bang dat als ik de hele zaak niet nu meteen uit de doeken doe, de lezer er niets meer van begrijpt, en dat is erger dan dat hij er zijn aandacht niet meer bij kan houden. Dus heel even geduld graag, ik beloof dat ik mijn best zal doen u niet te vervelen.
Het huis, het meer, het bos en Coventry, dat alles zit in het hoofd van Andy Gage, of liever gezegd, in wat Andy Gage' hoofd zou zijn geweest als hij in leven was gebleven. Andy Gage is geboren in 1965 en niet lang daarna vermoord door zijn stiefvader, een bijzonder kwaadaardige man die Horace Rollins heette. Het was geen gewone moord: de kwellingen en het misbruik waardoor hij aan zijn eind kwam waren echt, maar Andy Gage' dood niet. Alleen zijn ziel stierf daadwerkelijk, en vervolgens brak die aan stukken. De stukken werden zelfstandige zielen, een verzameling erfgenamen van Andy Gage' leven.
Destijds was er nog geen huis in Andy Gage' hoofd, alleen een donkere ruimte waar de zielen met z'n allen in woonden. Midden in die ruimte had je een zuil van helder licht, en iedere ziel die dat licht binnenging of erin getrokken werd, bevond zich opeens in de buitenwereld, in Andy Gage' lichaam, zonder zich te herinneren hoe hij daar terecht was gekomen of wat er was gebeurd sinds de vorige keer dat hij buiten was geweest. De lezer kan zich wel voorstellen dat dat een eng en vreselijk bestaan was, nog dubbel zo vreselijk als gevolg van de niet-aflatende, fnuikende praktijken van de stiefvader. Van de zeven oorspronkelijke zielen die van Andy Gage afstamden werden er vijf later zelf ook vermoord; ze braken in nog meer stukken, en zelfs de twee die in leven bleven moesten zich opsplitsen om er niet aan onderdoor te gaan. Toen ze zich eindelijk aan Horace Rollins hadden ontworsteld, woonden er meer dan honderd zielen in Andy Gage' hoofd.
Dat was het begin van de echte strijd. In de loop van vele jaren wisten de twee oorspronkelijke zielen die het hadden overleefd - Aaron, mijn vader, en Gideon, mijn vaders broer - iets van een besef van heden en verleden te kweken, zodat ze konden uitpuzzelen wat hun was overkomen. Geholpen door een goede dokter, Danielle Grey genaamd, heeft mijn vader zich ingespannen om orde op zaken te stellen. De donkere ruimte in Andy Gage' hoofd doekte hij op, en hij ontwierp daar iets nieuws: een zonovergoten landschap waarin de zielen elkaar konden zien en met elkaar praten. Hij bouwde het huis, zodat ze ergens konden wonen; hij creëerde het bos, zodat ze ergens alleen konden zijn; en verder legde hij de pompoenenakker aan, zodat de doden fatsoenlijk begraven konden worden. Gideon, een zelfzuchtig type, wilde er niets mee te maken hebben, en stelde alles in het werk om dit gebied naar de knoppen te helpen, totdat mijn vader zich gedwongen zag om hem te verbannen naar Coventry.
Het had mijn vader zoveel inspanning gekost om het huis te voltooien dat hij daarna volkomen uitgeput was en niet meer stond te trappelen om zich bezig te houden met de buitenwereld. Maar iémand moest het lichaam runnen; vandaar dat mijn vader, op de dag dat de laatste dakpan werd vastgenageld, naar het meer ging en mijn naam riep.
Nog iets dat ik vreemd vind aan een hoop andere mensen is dat ze niet weten wat hun doel is in het leven. Meestal zit dat hun wél dwars - in ieder geval erger dan dat ze zich hun geboorte niet meer herinneren -, maar ik kan me dat in de verste verte niet voorstellen. Dat ik weet wie ik ben, hangt samen met het feit dat ik weet waarom ik ben, en ik heb altijd geweten wie ik ben, vanaf het allereerste ogenblik.
Ik heet Andrew Gage. Ik was zesentwintig jaar toen ik uit het meer kwam. Ik ben geboren uit mijn vaders kracht, maar met zijn vermoeidheid; met zijn doorzettingsvermogen, maar niet met zijn verdriet. Ik ben opgeroepen om de taak af te maken waaraan mijn vader was begonnen: een taak waarvoor hij had gekozen, maar waarvoor ik geschapen was.
Recensie
door
Tsenne Kikke
Andrew en Penny, de hoofdpersonen van deze omvangrijke roman, kampen allebei met een meervoudige persoonlijkheidsstoornis. Hun levens worden bemoeilijkt doordat de in hen levende zielen op onverwachte momenten bezit nemen van het lichaam waarin zij huizen. Wanneer zij met elkaar in contact komen, leidt dat tot een ingewikkelde vriendschap waarbij ze elkaar helpen balans in het leven te vinden. Dat lukt uiteindelijk na ingrijpende confrontaties met hun eigen (door kindermisbruik bepaalde) verleden en met professionele hulp. Deze tweede in het Nederlands vertaalde roman van Ruff (New York, 1965) is een typisch Amerikaanse pageturner met een overvolle, fantasierijke plot, die wel wat korter had gekund. De auteur slaagt er goed in de diverse 'stemmen' te laten doorklinken, al worden de plotselinge zielswisselingen op den duur een literair trucje. Het boek werd bij verschijnen in 2003 aanbevolen door Oprah Winfrey en kreeg enkele prijzen en nominaties. De Nederlandse uitgave kent relatief veel slordigheden. Paperback; vrij kleine druk.
- F. Hockx -
Meervoudig versus meervoudig
Wanneer iemand met twintig persoonlijkheden contact maakt met iemand anders, kunnen twintig relaties ontstaan. Wanneer twee mensen met een meervoudige persoonlijkheid contact maken, ontstaat een veelvoud van dit aantal relaties. Dit spannende gegeven is de basis van de roman Verliefde zielen van Matt Ruff. Hoofdpersoon is één van de persoonlijkheden in het hoofd van Andrew Cage. Hij woont met de andere persoonlijkheden in een fictief huis, en coördineert wie het lichaam van Andrew Cage mag besturen. Deze huis-constructie is het werk van een psychiater, die hiermee een eind maakte aan blackouts en ontwaken in vreemde situaties, waar Andrew mee te kampen had. Zijn tegenspeler Penny Driver, ook een meervoudige persoonlijkheid, heeft dezelfde klachten, maar haar psychiater zorgt juist voor een samenvoegen van al haar persoonlijkheden. Gevolg van de verschillende aanpakken van de psychiaters is dat de twee mensen na een moeizaam tot stand gekomen contact, toch op een breuk afstevenen.
De meervoudige persoonlijkheidsstoornis staat in de DSM IV als dissociatieve identiteitsstoornis te boek. De auteur heeft goed naar de beschreven symptomen en ervaringen gekeken, en weet boeiende personages neer te zetten. En de psychiatrie is hem blijven boeien, want ook zijn latere roman 'Bad Monkeys' (nog niet vertaald) speelt zich af op een afdeling van een psychiatrisch ziekenhuis.
- Heleen Croonen -
Met een huis in je hoofd
Stel je voor: als je over het dal uitkijkt, ligt aan de linkerkant een groot huis van twee verdiepingen. Naast het huis bevindt zich een pompoenakker en de rest van het dal wordt ingenomen door een klein meer met in het midden een eilandje. In het huis wonen tientallen mensen: jong, oud, sterk, zwak, angstig, stoer, mondig, verlegen, sensueel, you name it, en de persoonlijkheid is vertegenwoordigd.
Om nu het voorstellingsvermogen wat verder op te rekken: dit gebied bestaat, en wel in het hoofd van Andrew Gage, hoofdpersoon van Verliefde zielen, de vierde roman van cultauteur Matt Ruff en de tweede die nu in het Nederlands is vertaald.
Andrew lijdt aan een meervoudige persoonlijkheidsstoornis: in zijn lichaam huist een hele verzameling zielen die bij toerbeurt de boel besturen. Zo zijn daar Jake, een verlegen jongen die vooral van strips houdt, Adam, een brutale jongen met het hart op de tong, de wellustige Sam en de oersterke Seferis.
De familie wordt bijeengehouden door aartsvader Aaron, die het huis met behulp van een psychiater bouwde. Vervolgens riep hij Andrew Gage in het leven, want: 'Iemand moet het lichaam besturen'. Volgens een onderzoek in de jaren negentig lijdt ongeveer 1,6 procent van de psychiatrische patiënten aan een dissociatieve identiteitsstoornis, waarbij ten minste twee persoonlijkheden afwisselend een lichaam in bezit nemen. Vaak gaat dit gepaard met (soms langdurige) black-outs, omdat de ene persoonlijkheid niet weet wat de andere in haar afwezigheid uitspookt.
Ook Andrew had lang last van deze gaten in de tijd en vond dan bij het ontwaken vreemde briefjes met aan hem gerichte boodschappen en lijstjes met daarop de dingen die hij die dag moest doen, achtergelaten door de laatste ziel die de macht over het lichaam had. Maar sinds het huis in zijn hoofd bestaat leidt hij een min of meer normaal leven.
Als Andrew op een dag via zijn baas in contact wordt gebracht met Penny Driver - door iedereen Muis genoemd - wordt Andrews leven opnieuw overhoopgegooid. Ook Penny bezit meer persoonlijkheden, die er in tegenstelling tot die van Andrew nog een anarchie van jewelste op nahouden.
Ruff heeft er zichtbaar plezier in de verschillende karakters met elkaar te laten bekvechten; het levert een paar van de geestigste scènes in de roman op. Maar de achtergrond van het kibbelen van al die zielen is minder luchtig. Een dissociatieve identiteitsstoornis is vaak veroorzaakt door een zeer traumatische ervaring, veelal in de kindertijd; het oproepen van een nieuwe persoon is dan soms de enige manier om met een dergelijke ervaring om te gaan. Penny had haar hele jeugd te maken met een intens kwaadaardige moeder.
De fragmenten die Ruff inruimt om over Penny's jeugd te vertellen, zijn hard: 'Toen ze op de stoep voor het huis de wegrijdende oma Driver nakeken, voelde Muis haar moeders hand al haar schouder omklemmen en er de nagels zo diep in boren dat Muis zich op de lippen moest bijten om het niet uit te gillen. Oma's auto was nog niet uit het zicht verdwenen of Muis' moeder sleurde haar mee het huis in en smeet de deur dicht.'
De wetenschap dat in Nederland jaarlijks vijftigduizend kinderen ernstig worden mishandeld, van wie er elke week één sterft, maakt het lezen van dergelijke passages er niet gemakkelijker op.
Zelf is Andrew zijn hele jeugd zeer ernstig misbruikt door zijn stiefvader, terwijl zijn moeder deed alsof ze niets zag. De stiefvader is gewelddadig aan zijn einde gekomen en het probleem is dat Andrew niet zeker weet of hij daar iets mee te maken heeft gehad.
Met Penny zet hij koers richting geboortedorp om voor eens en voor altijd af te rekenen met het verleden. 'Verliefde zielen' is een onderhoudende en vaak ook schrijnende roman is over een boeiend psychiatrisch probleem.
- Jasper Henderson -
|