|
Handboek Chinese Geneeswijzen
|
|
Originele titel: The Web That Has No Weaver
Ted J. Kaptchuk
|
Type:
|
Paperback
|
Uitgever:
|
Kosmos
|
Gewicht:
|
500 gram
|
Aantal Pagina's:
|
636
|
ISBN:
|
90-215-5374-0
|
ISBN-13:
|
978-90-215-5374-0
|
Categorie:
|
Alternatieve Geneeswijzen
|
Richtprijs:
|
€ 24,95
|
Korte Inhoud
De westerse arts onderzoekt de symptomen, de Chinese dokter richt zich op zowel lichaam als geest. Zijn belangrijkste vraag: waarom heeft deze mens deze ziekte gekregen?
In 'Handboek Chinese Geneeswijzen' beantwoordt de Amerikaanse arts Ted Kaptchuk de vragen die bij de westerse mens rijzen wanneer deze zich verdiept in de Chinese manier van genezen. Na een uitvoerige introductie van de oosterse en de westerse medische zienswijze gaat hij in op onder andere de basiselementen van het menselijk even, meridianen, het centrale begrip disharmonie en de uitingsvormen Yin en Yang. In de laatste twee hoofdstukken besteedt hij aandacht aan de Chinese geneeskunde als kunst en de belangrijkste uitgangspunten van de Chinese levensvisie.
Uittreksel
Blz. 17 - De twee verschillende wijzen van redeneren hebben de twee verschillende manieren van genezen elk in een andere richting gestuurd. De westerse geneeskunde houdt zich voornamelijk met ziekten en ziekteverwekkers bezig die ze vaststelt, als apart geval behandelt, probeert te veranderen, te beheersen of te vernietigen. De westerse arts begint met een symptoom en kijkt dan wat er achter zit; de precieze oorzaak van een bepaalde ziektes De ziekte kan wel verschillende delen van het lichaam aantasten, maar blijft zelf een tamelijk nauwkeurig omschreven verschijnsel. Een goede diagnose betekent een gedetailleerde beschrijving van een klein onderdeel. Artsen denken analytisch, zij ontleden de lichamelijke verschijnselen als met het mes van een chirurg, om er uiteindelijk één oorzaak uit te halen.
De Chinese arts daarentegen richt zijn aandacht op zowel de lichamelijke als de geestelijke kenmerken van het individu. Alle informatie die van belang is en zowel het symptoom als de algemene karaktertrekken van de patiënt omvat, wordt bij elkaar gebracht en samengevoegd tot dat wat men in de Chinese geneeskunde het 'disharmonisch patroon' noemt.
Dit disharmonische patroon is een weergave van de onevenwichtige situatie in het lichaam van de zieke. De oosterse diagnose onthult niet een bepaalde ziekte of een exacte oorzaak, maar geeft een bijna poëtische beschrijving van de totale persoon, waarmee men vervolgens aan de slag gaat. De vraag naar oorzaak en gevolg is altijd ondergeschikt aan het algehele patroon. Men vraagt zich niet af: 'Welke X veroorzaakt Y?', maar: Wat is het verband tussen X en Y?' De Chinezen interesseren zich voor de verbanden tussen die dingen die zich in het lichaam tegelijkertijd afspelen. De logica van de Chinese geneeskunde is een organisch en samenhangend geheel, ze probeert symptomen en tekens op een begrijpelijke manier te groeperen. Samen dienen die groepen, die disharmonische patronen, als basis voor behandeling. De therapie probeert vervolgens evenwicht binnen het pa-troon te bewerkstelligen en de harmonie van het individu te herstellen.
Dit verschil in benadering van Oost en West kan geïllustreerd worden met gedeelten uit recente klinische onderzoekingen, gedaan in Chinese ziekenhuizen. Bij een bepaald onderzoek stelt een westerse arts door middel van röntgenfoto's van maag en ingewanden en door endoscopie met een fibroscoop vast dat zes patiënten met maagpijn een maagzweer hebben. Vanuit het perspectief van de westerse arts, dat gebaseerd is op de analytische neiging om de diagnose te herleiden tot één oorzaak, lijden alle patiënten aan dezelfde ziekte. Vervolgens stuurt de arts deze patiënten voor onderzoek naar een Chinese geneesheer. De volgende resultaten worden gevonden.
Na de eerste patiënt ondervraagd en onderzocht te hebben merkt de Chinese arts dat de pijn bij aanraking erger wordt, maar vermindert wanneer er koude kompressen worden aangebracht. De patiënt is fors gebouwd, heeft een roodachtige gelaatskleur en een volle, lage stem. Hij lijkt assertief, ja zelfs agressief. Hij heeft last van constipatie en de urine is donkergeel. Zijn tong is vettig en geel beslagen, zijn polsslag vol en krachtig. De oosterse arts stelt het volgende disharmonische patroon vast: Vochtige Hitte die de milt beïnvloedt.
Als de Chinese arts de tweede patiënt onderzoekt, doet hij waarnemingen die een totaal ander patroon aangeven. De patiënte is mager. Haar gezicht is asgrauw, hoewel haar wangen rood zijn. Ze heeft constant dorst, haar handpalmen zijn klam en ze vertoont neiging tot obstipatie, slapeloosheid en nachtelijk zweten. Ze ziet er nerveus en onrustig uit. Haar tong is droog, lichtrood en niet beslagen; de polsslag is zwak en een beetje snel. Van deze patiënte wordt het patroon vastgesteld: 'onvoldoende Yin, dat de maag beïnvloedt', een disharmonische toestand die zeer verschilt van die van de eerste patiënt. Daarom wordt er ook een andere behandeling voorgeschreven.
De derde patiënt meldt dat massage en warmte zijn pijn, die als een licht, maar hardnekkig ongemak ervaren wordt, ietwat verlichten. Ook voelt hij zich beter als hij eet. De patiënt is bang voor kou, heeft een bleek gezicht, begint overdag vaak spontaan te zweten en wil veel slapen. Hij urineert veel en helder; soms moet hij midden in de nacht opstaan om zijn blaas te ledigen. Hij lijkt timide, bijna angstig. Zijn tong is vochtig en bleek, zijn polsslag nauwelijks waarneembaar. De toestand van de patiënt wordt gekenmerkt als het patroon van het Uitgeblust Vuur van de middelste Verwarmer, soms ook als Tekort aan kou, die de milt beïnvloedt.
De vierde patiënt klaagt over hevige krampen; zijn manier van bewegen en zijn gemoedstoestand doen gewichtig en zwaar aan. Kruiken verlichten de pijn, maar masseren van de onderbuik verergert het. De patiënt heeft een levendig, wit gezicht en hij heeft vaak last van diarree. Zijn tong is zeer dik, wit en vochtig; zijn polsslag is gespannen en vluchtig. Aan de hand van deze aanwijzingen wordt de diagnose 'Te veel koude Vochtigheid die de milt en de maag aanvalt', gesteld.
De vijfde patiënt heeft last van oprispingen en hoofdpijn. Haar pijn is fel, en hoewel masseren van de onderbuik de pijn verlicht, maken hitte en koude geen enkel verschil. Ze is erg humeurig. Emotionele tegenvallers, vooral angst en melancholie, lijken pijnaanvallen uit te lokken; de pijn is ook erger tijdens de menstruatie. Vreemd genoeg ziet de tong er normaal uit, maar is haar polsslag opvallend krachtig. De arts trekt de conclusie dat ze het volgende patroon vertoont: 'Disharmonie van de lever, die de milt beïnvloedt'.
De zesde patiënt heeft extreme maagpijn, die tot in de rug doortrekt. De pijn wordt erger na het eten en ook bij de minste of geringste aanraking. Af en toe braakt hij bloed, verder heeft hij een zeer donkere stoelgang. De patiënt is erg mager en heeft een vrij donkere huidskleur. Zijn tong heeft een donker¬paarse tint en op de zijkanten zitten duidelijke rode bultjes. Zijn polsslag is onvast. De Chinese arts beschrijft de moeilijkheden van de patiënt als volgt: 'Een disharmonische toestand door de aanwezigheid van te veel bloed in de maag.'
Zo onderscheidt de Chinese arts, door tekens en symptomen te zoeken en te systematiseren waaraan een westerse arts misschien nooit aandacht zou besteden, zes disharmonische patronen, waar de westerse geneeskunde maar één ziekte vaststelt.
Disharmonische patronen komen in zoverre overeen met wat het Westen ziekten noemt, dat hun ontdekking de arts duidelijk maakt welke behandeling hij moet voorschrijven. Ze verschillen echter van ziekten in die zin dat ze niet los kunnen worden gezien van de patiënt in wie ze zich manifesteren. In de westerse geneeskunde is een ziekte maar een deel van iemands persoonlijkheid; in de Chinese geneeskunde kent men de ziekte pas als ook andere eigenschappen van de betreffende persoon bekend zijn. Als een westerse arts geconfronteerd wordt met een patiënt die maagpijn heeft, moet hij via de symptomen zoeken naar de oorzaak; in dit geval een maagzweer, maar het had net zo goed een infectie, een tumor of een zenuwziekte kunnen zijn. Een Chinese arts die dezelfde patiënt onderzoekt, probeert het disharmonische patroon te vinden dat samengesteld is uit een uitgebreide verzameling van kenmerken en symptomen.
De Chinese methode is dus holistisch, gebaseerd op het idee dat elk deeltje pas begrepen kan worden als het in samenhang met het geheel wordt gezien. Daarom worden symptomen niet herleid tot hun oorzaak maar als deel van het geheel beschouwd. Als iemand een bepaald symptoom vertoont, kijkt de Chinese geneeskunde hoe dit past in het totale lichaamspatroon van de patiënt. Bij iemand die gezond en in harmonie is, zijn er geen onrustbarende symptomen, en is er mentaal, lichamelijk en spiritueel evenwicht. Wanneer hij ziek wordt is dat een symptoom van totaal lichamelijk gebrek aan evenwicht dat ook in andere aspecten van zijn of haar leven en gedrag aanwezig is. Het begrijpen van dit totale patroon, met het symptoom als deel ervan, is de uitdaging waarvoor de Chinese geneeskunde zich gesteld ziet. Het Chinese systeem is dus niet minder logisch dan het westerse, alleen minder analytisch.
Recensie
door
Tsenne Kikke
De westerse arts onderzoekt de symptomen, de Chinese dokter richt zich op zowel lichaam als geest. Bovenstaand uittreksel gaf je alleszins een idee van de denkwijze van Ted J. Kaptchuk.
Tussen de Chinese en de westerse geneeskunst ligt een wereld van verschil. De westerse arts onderzoekt welke symptomen een patiënt vertoont en gaat vervolgens na waardoor deze worden veroorzaakt. Zijn diagnose geeft een nauwkeurig beeld van een deel van de totaliteit. De Chinese dokter bekijkt de zieke als één geheel; zijn aandacht richt zich op zowel de lichamelijke als de geestelijke kenmerken van de persoon. Voor een Chinese arts is de belangrijkste vraag : waarom heeft deze mens deze ziekte gekregen ? Zijn behandeling is afgestemd op het lichaam én de persoonlijkheid van zijn patiënt.
Met het 'Handboek Chinese geneeswijzen' probeert de, Amerikaanse arts Ted Kaptchuk een dialoog op gang te brengen tussen Oost en West. 'Handboek Chinese geneeswijzen' biedt een compleet overzicht en is een zeer geschikt basisboek voor iedereen die geïnteresseerd is in de oosterse visie op ziekte en gezondheid.
Kortom: indien je in deze materie interesse stelt, kan ik je in wezen geen beter boek aanraden: een 10 op10 dus.
|